Silversun Pickups - Zoals kakkerlakken of goede wijn

Ancienne Belgique, Brussel, 8 maart 2016

Wij zitten tegenwoordig in een fase dat heel wat bands, die onze ontluikende muzikale interesse kleurden, al lang in de vergeethoek zijn beland. De gitaren vangen stof in de garage, de zanger is intussen voltijds boekhouder; zoiets. Niet zo met Silversun Pickups: op anderhalf uur tijd bewees deze groep dat ze veel meer zijn dan een vage herinnering aan een indieband die ooit een hitje scoorde.

Silversun Pickups - Zoals kakkerlakken of goede wijn



We zagen hen jaren geleden nog een sympathiek, doch snel vergeten voorprogramma voor Placebo in het Sportpaleis verzorgen. U kent hen ongetwijfeld van het intussen bijna tien jaar oude indierockfestijn dat Lazy Eye heet: een meesterlijke song die hen destijds weliswaar een beetje, maar toch nog steeds schandelijk weinig "street cred" opleverde. In de VS hebben ze nog een aardige fanbase, maar wij waren eerlijk gezegd hun bestaan al vergeten; tot we plots dat uitstekende vierde album 'Better Nature' op het bord kregen.

Waar andere, hippe indiebands na een jaar of tien al lang de vervaldatum hebben bereikt, weet Silversun Pickups van ervaring een deugd te maken. Frontman Brian Aubert en basgitariste Nikki Monninger voelen en vullen elkaar perfect aan, niet in het minst wanneer ze de zangpartijen voor hun rekening nemen. Het contrast tussen de rauwe, mannelijke stem en de iets meer gepolijste vrouwelijke zorgde ervoor dat deze band je kan wegblazen en tegelijkertijd ontroeren.

Silversun Pickups is géén onehitwonder, ook al lijkt dat vanop afstand zo. De band heeft een koffer vol nijdige woestijnriffs en melodieën waarop het vrolijk headbangen is. Af en toe refereerde de sound een beetje aan The Temper Trap, maar dan met meer inspiratie.

Ook wie vooral was gekomen om Lazy Eye te horen, mocht tevreden naar huis: ook na tien jaar heeft dat lied nog geen greintje aan aantrekkingskracht verloren. Maar laat duidelijk zijn dat Silversun Pickups in staat is om een onwetend publiek toch gemakkelijk te overtuigen.

Al verbaasde het ons hoezeer het publiek in een snel uitverkochte AB-Club vertrouwd was met het oude en nieuwe repertoire. Zo gingen de vuisten meermaals in de lucht en brulden de aanwezigen luidkeels: "We want it", mee in de geweldige single Nightlights.

Een ander voordeel van al even niet meer "het nieuwste snoepje van de dag te zijn": de druk valt weg. Wij zagen een band die ontspannen, enthousiast en complexloos op het podium stond. Aubert dolde met zijn bandleden als zouden ze zogezegd te nerveus zijn voor een nieuwe song, moedigde het publiek aan om een crowdsurfer een hele song lang in de lucht te houden en nodigde de hele zaal meermaals uit om achteraf een pint te komen drinken.

Dat deze groep beseft dat je gitaarlijnen best heftig mogen zijn, zolang het met je melodieën maar goed zit, bewees een spannende mokerslag als Panic Switch maar al te goed. In andere songs was de spanning tot de laatste seconde te snijden; zoals in de magistrale slowburner Friendly Fires of het mysterieuze Ragamuffin. Afsluiter The Wild Kind excelleerde dan weer in een euforisch gevoel, dat ons licht verrast en vooral met een hernieuwd vertrouwen terug de Brusselse voetgangerszone instuurde. Goede bands zijn immers zoals kakkerlakken: je krijgt ze niet zo snel kapot.

Maar wij willen hen ook gerust vergelijken met goede wijn, als die analogie u iets beter ligt dan ongedierte.

8 maart 2016
Filip Van der Elst