Shearwater - Verandering van spijs
Botanique, Brussel, 31 maart 2012
Het was een beetje raar opkijken toen een kalende, bebaarde man de gitaar opnam en het centrum van het podium van de Botanique innam. Maar het was wel degelijk Shearwater. Alleen ontfermde bezieler en songschrijver Jonathan Meiburg zich af en toe ook over de piano, die dus iets meer aan de zijkant stond. Er was desondanks nogal wat veranderd aan deze band.

Maar voor we tot de orde van de dag kwamen mocht Julie Doiron tussen haar vrolijke geklets door ook nog enkele nummers spelen. Want ze voelde zich “très heurese” vandaag en dat uitte zich in een overdaad aan woorden tussen de songs door. Een song als I Used To Be Good, dat dreef op het gitaarloopje uit House Of The Rising Sun, was best te smaken. En dat gold ook voor de zorgeloze afsluiter en klaarblijkelijk thema van de dag Glad To Be Alive. Ze wist in elk geval voldoende te boeien om te blijven luisteren en de rotonde was op dat moment terecht al bijzonder goed gevuld.
En dan was er dus even verwarring. Want Shearwater startte het optreden met The Snow Leopard en frontman Jonathan Meiburg had aan de zijkant van het podium post gevat. Bovendien bleken vaste krachten drummer Thor Harris en bassiste Kimberly Burke ingeruild te zijn voor vier andere hulpkrachten. Maar de stem van Meiburg zorgde er meteen voor dat al de rest bijzaak werd. En eens de laag gestemde gitaar zijn opgang had ingezet, was het publiek al helemaal in de ban van dit aangepaste Shearwater.
Het zou in elk geval een behoorlijk gedreven concertavond worden. Want met de songs van het laatste album werd het rockgehalte van deze band meteen stevig aangezwengeld. Dat werd dan nog eens geaccentueerd door het gebruik van tot drie gitaren toe (voor onder meer White Waves) of het inzetten van extra percussie (voor bijvoorbeeld Breaking The Yearlings).
En op de laatste plaat was al gebleken dat de vaak breekbare (en hier soms ook overslaande) stem van Meiburg helemaal niet hoeft te vloeken met de stevige songs. Ook al werd dat breekbare in een krachtig, bijna exploderend nummer als Immaculate soms weggecijferd, soms resulteerde het samengaan van die ogenschijnlijk tegenstrijdige factoren in bijna pijnlijk mooie liedjes als Insolence, dat aanvankelijk een dreigende ondertoon had, maar dan helemaal openbloeide.
Met Star Of The Age werd het hoofdstuk van (vooral) nieuwe songs afgesloten om daarna in de bisronde toch nog plaats te maken voor een terugblik met songs uit ‘Palo Santo’. Het schitterende Nobody, dat Meiburg enkel met gitaar en de hulp van synthesizertovenaar Lucas Oswald bracht, dompelde de Rotonde in een bewonderende stilte vooraleer de band met White Waves en een (minder geslaagde) cover van R.E.M.’s These Days afscheid nam.
Maar dat was slechts een minuscuul dipje in een verder smetteloos parcours, waarvan het van begin tot einde smullen was. En de verandering van spijs heeft deze band nog meer honger gegeven. Dat belooft het beste voor de toekomst.