Shearwater - Reus

Botanique, Brussel, 23 februari 2010

Terwijl Jonathan Meiburg - gezicht, stem en gitaar van Shearwater - zijn instrument stemt tussen voor- en hoofdprogramma, lijkt hij zo kwetsbaar, zo frêle. Maar als hij die gitaar omgordt en de eerste noten worden ingezet, groeit hij uit tot een muzikale reus. Dat was ook in de rotonde van de Botanique weer het geval.

Shearwater - Reus



Er zijn samplekunstenaars en er is David Thomas Broughton. Samplekunstenaars heeft ieder min of meer geroutineerd concertganger wel al eens gezien. Maar wat deze man met zijn sampler deed, was uniek. Broughton draait al even mee, maar in deze contreien is hij nog een nobele onbekende.

Lang zal dat evenwel niet meer duren. Met een donkere stem die rechtstreeks uit zijn buik leek te komen, een Spaanse gitaar en een boel attributen leek het wel alsof hij een heel orkest bij zich had. Bovendien waren die attributen verre van alledaags: van aftandse walkmans over de riem van zijn gitaar tot toestelletjes die mogelijke aanvallers aan de hand van hoge geluiden moeten afschrikken.

Bovendien speelde het toeval een erg belangrijke rol in zijn muziek. Als hij er niet in slaagde om een extra sampler aan te sluiten, gebruikte hij wel het gekras dat resulteerde uit die problemen. En als zijn gitaarstandaard aan de riem van zijn gitaar bleef hangen, ging die gewoon mee zijn rug op. We begonnen zelf te twijfelen of dat er nu allemaal bij hoorde of niet.

Probleem bij dit soort muziek is dat je die muziek zelf wel eens uit het oog verliest. Want van de breekbare folksongs die hij steeds opnieuw compleet vertimmerde, bleef uiteindelijk nog slechts weinig over, waardoor je niet meer naar de teksten en de muziek luisterde, maar eerder wachtte op de volgende truc die de man uit zijn mouw schudde.

Het was hoe dan ook een waar genoegen om deze kunstenaar – want hij oversteeg het predicaat “muzikant” – aan het werk te zien.

Met traditionals uit Oceanië werden de toeschouwers tijdens de pauze alvast opgewarmd voor wat volgen zou. Uiteraard was dat geen toeval, maar een verlengstuk op de thema's die op de nieuwe Shearwater-plaat ‘The Golden Archipelago’ worden aangeboord.

Het eerste nummer van die plaat, Meridian, werd ook meteen als opener gebruikt en toonde een Shearwater zoals de fans het kennen. Meiburg centraal in zijn klassieke pose – het lichaam lichtjes achterover gebogen, de ogen gesloten – werd zoals steeds geflankeerd door de immer glimlachende bassiste Kim Burke en geruggesteund door vaste drummer/klarinettist en halfbloed Noorman Thor Harris. En ondertussen zijn ook Kevin Schneider (piano, bas, gitaar) en Jordan Geiger (samples, gitaar, percussie, trompet) uitgegroeid tot vaste bandleden.

Net als bij hun optreden vorig jaar in Gent viel het ons weer op hoeveel meer kracht uitging van nummers als Castaways, Black Eyes en Corridors als je ze vanop een podium te horen krijgt. Bij momenten schoten Meiburgs ogen vuur en kreeg zijn mond een verbeten trekje. De onderwerpen – het milieu, de mens als verkrachter van de natuur, … - liggen hem na aan het hart, en dat bleek ook nu. Muzikaal kwamen daar de twee bassen bij, die occasioneel werden bovengehaald en die als rollende donder de songs kracht bijzetten.

Maar het contrast met de subtielere songs als Hidden Lakes was slechts schijn. Het leek eerder een soort berusten in de knoeiboel die wij van de aardbol hebben gemaakt, een verwijzing naar de schoonheid die er ooit was en misschien nooit meer terugkomt. Al zit er nog steeds hoop verstopt in de songs van Shearwater.

Deze band genoot van dit optreden, en de twee bisrondes maakten dat overduidelijk. Er was zelfs tijd voor een verzoekje: Hail, Mary uit het bloedmooie ‘Palo Santo’.

Het stond als een paal boven water: Jonathan Meiburg IS gewoon de reus die hij lijkt te zijn op dat podium. Enkel zijn lichaam loopt nog achter op de realiteit. Maar daar heeft hij waarschijnlijk zelf weinig problemen mee.

23 februari 2010
Patrick Van Gestel