Saul Williams - Furieuze woordmeester
Botanique, Brussel, 22 oktober 2011
Een goedgevulde Orangerie in de Botanique kreeg van Saul Williams en de zijnen een andere aanpak als op Dour te zien. Dat was ook wel nodig, want die passage van de Amerikaanse poëet was niet geheel overtuigend. Deze zal daarentegen nog wel even herinnerd worden als 'erg geslaagd'.

Met een eenzame sitar werd het toepasselijke Rise And Shine de start voor een uur en een half artrock van de bovenste plank. De twee percussiezijden van het podium vielen in en hitsten deze Oosterse brij nog wat op. Vooral de gewone drum liet zich meermaals van zijn beste kant zien als onderbouwende factor van de structuur.
De woordmeester zelf verscheen ten tonele met de slagplaat als vaste partner. Explain My Heart volgde even strak ingezet en de eerste happen naar adem bij Williams verschenen al. Als een furie smeet hij zich en spuwde de woorden met klasse uit. Dit eerste duo opwarmers was een perfecte onderdompeling in de Oosterse sfeer.
Alles wees trouwens die richting uit, behalve het ritme. Dat werd de hoogte ingestuwd met het energieke Patience, waar vooral de gitaar een mooie rol had. Ze lag perfect in verhouding, was niet te opdringerig en kleurde met sleeptonen het lied heel warm. Zo werd er geen overdonderende wall of sound opgebouwd; eerder was er sprake van een piekfijn gepaste opvulling van de kille zaal.
Ook in Surrender nam een korzelige gitaar eerst de groep op sleeptouw. Een geniale catchphrase als start ("well, there's two ways I can say this and one would be: fuck you!") en de zaal was mee. Spijtig genoeg haalden de synths het niveau van de rest niet. Hun fletse klank viel gelukkig niet genoeg op door de krachtige stem. Later in de set zou dat ook opvallen tijdens Look To The Sun.
Een eerste a capella intermezzo waarin historische plaats- en eigennamen passeerden en een aanmaning om te dansen vielen in goede aarde. Dat hij daarvoor z'n eigen band het zwijgen oplegde, deerde niemand. Grippo schakelde nog een versnelling hoger en het publiek liet zich bijgevolg niet doen. Het eerste hoogtepunt was nu een feit. Is dit punk? Is dit rap? Dit is Saul Williams!
Triumph bevestigde de eerder opgesomde waarden van de immer betrouwbare drum en energieverspillende slagplaat. Naar het einde toe slaagden ze er toch in om de zaal mee te trekken in een melodieuze samenloop die zich opwerkte naar een climax. Hierdoor leek het refrein een pak beter dan in het begin. Het hoeft met andere woorden niet altijd abrupt te zijn.
Enkele rustpunten inlassen deed men ook prima; Diagram en Black Stacey deden het nagenoeg enkel met belletjes en speciaal gehanteerde cimbalen. Als treurige, ingetogen dromen kregen ze de zaal muisstil. Wanneer Williams dan ook nog eens elk starend gezicht afspeurde, hing er elektriciteit in de lucht.
Het polyvalente Volcanic Sunlight deed niemand stilstaan. De blazers gingen met de hoofdrol aan de haal; voor één keer deden de synths hun werk goed. Dat bekendste hit List Of Demands hier meteen achterkwam was geen slechte keuze; een heuse rock&rollbom werd de Botanique binnengesmeten en daar was de microstaander het eerste slachtoffer van. Opvallend was wel dat de elektronische dreun hier vervangen werd door een helse gitaarriff. De gitarist genoot er enorm van om het publiek uit te dagen terwijl hij het podium aanstampte.
Het hoeft geen betoog dat Williams de zaal nu op z'n hand had en hij het tijd vond voor experimentele stukjes. Erg geslaagde dan wel; funky retro meeswingers als Give It Up en later nog Dance zouden met iets meer variatie in de teksten zonder moeite bovenaan de hitlijsten van 1963 gestaan hebben. De sfeer was met elk liedje gemoedelijker geworden en dus kon een bis niet ontbreken.
De trompet greep tijdens New Day één van haar weinige kansen om de afscheidsronde erg leuk te maken. Banged And Blown Through klonk als afsluiter dan weer donker en dreigend, dankzij de spacey synthesizer op de achtergrond. Of toch niet? Saul Williams kwam namelijk nog een tweede keer terug om het joelende publiek te sussen met een omverblazende a capella van Sha Clack-Clack. Iedereen tevreden en zo hoort het te zijn na geslaagde optredens als deze.