(Sandy) Alex G - Fenomenaal tegendraads

Botanique, 18 februari 2020

(Sandy) Alex G - Fenomenaal tegendraads

Terwijl muziek in de bovengrondse media verder wordt afgevlakt tot grootste-gemene-deler-goederen, staan er in bepaalde hoekjes van het internet stillaan legendes op. Bandcamp-iconen die hun ziel niet verkopen aan goedkoop succes.

 

Lo-fi indie experimentalist (Sandy) Alex G is er zo eentje. Een onvoorspelbare slacker die pas op zijn best is, als hij zich amuseert. Dat was gisteren duidelijk het geval. In een outfit die zo afgedragen is dat de gemiddelde mens er enkel nog de haag mee zou snoeien, betrad (Sandy) Alex G het podium om vervolgens aan een monstertempo de ene hit na de andere af te vuren.

Het nu al legendarische Gretel opende de avond. Een stevige referentie naar het sprookje van de gebroeders Grimm. In een interview met The Fader, verklaarde Alex G dat in zijn versie Gretel kan ontsnappen, terwijl haar broer sterft in het "House Of Sugar", maar alles wat ze wil is terugkeren om meer snoepgoed te eten. Een nummer dat met het onweerstaanbare “I don’t wanna go back / Nobody’s gonna push me off track, uh huh / I see what they do / Good people got something to lose, uh huh”-refrein bovenaan staat in onze lijst van lo-fi indie-anthems.

Met de aanstekelijke, gefragmenteerde zangstijl volgt het al even geniale Southern Sky. Een zangstijl waarbij (Sandy) Alex G een groot deel van de tijd met de tanden op elkaar zingt en zo lijnrecht ingaat tegen het advies van elke zangcoach op uw vrijdagse VTM-avond.

Hope klonk zowaar nog beter dan op plaat en zonder maar enige ademruimte te bieden, werd ook meteen Bobby gesmeten, één van de weinige songs die tien keer op repeat kan zonder een moment te vervelen. Toen vervolgens als climax van een steengoede eerste helft oude, stuwende hits als Kute en Kickers voorbijkwamen, beseften we als trouwe (Sandy) Alex G-fan dat het niet meer lang kon duren voor we in een reeks mindere bekende songs en experimentele jamsessies zouden terechtkomen.

Al stoorde dit deze keer opvallend minder da tijdens het laatste optreden drie jaar geleden in de geluidsdodende witloof bunker. Ook omdat het spelplezier doorheen de volledige set ruimschoots van het podium vloeide. Hoewel (Sandy) Alex G nog steeds het merendeel van zijn songs alleen schrijft en opneemt, omringt hij zich live met fantastische band. Een gitarist die met snelle vingers menige solo tevoorschijn toverde en een drummer met een gezichtsuitdrukking alsof hij hier en nu het hoogtepunt van zijn leven aan het beleven was en zich af en toe met de volledige ziel naar de cimbaal wierp die een meter boven de rest van het drumstel uittorende.

Het tragere tweede deel van de set werd gebroken door een nummer dat werd aangekondigd als een cover van een Belgisch nummer dat we waarschijnlijk wel zouden kennen. Een goed mopje van onze vriend uit Philadelphia, want wat volgde, was Brick, een eigen steviger buitenbeentje in het oeuvre dat vocaal nog het best aanleunt tegen het werk van Death Grips.

Ook het slotakkoord van de reguliere set werd met Crime, SugarHouse en een fenomenale uitvoering van Walk Away gekleurd met songs uit Alex G’s fantastische laatste plaat ‘House Of Sugar’. Nadat Céline Dions My Heart Will Go On als bizar intermezzo door de speakers werd gestuurd, volgde het minst publiek-pleasende bisnummer ooit. Alsof de band de muziek voor een Parijs’ restaurant moest voorzien, werd er met Fell plaats gemaakt voor een lange uitgesponnen en bij momenten jazzy pianosolo.  

Gelukkig wist de trouwe (Sandy) Alex G-fan dat naar goede gewoonte de eindeloze reeks publieksverzoekjes nog moest volgen. Al had de zanger wel nog een extra shot whisky nodig, die hij via het publiek succesvol trachtte te verkrijgen: “I know it’s not the right currency, but I’ve got three pounds”. De krachtigste pijlen waren al verschoten, maar de song requests leverden wel nog een mooi uitgeklede, akoestische versie van Mary op en tot slot ook het fantastische Brite Boy dat een duet werd met de zangeres van voorprogramma Pet Shimmers.   

 

 

 

19 februari 2020
Jorik Antonissen