Sam De Nef - Sportpaleisje
De Roma, 1 december 2022
Een vol huis voor Sam De Nef. In de foyer van De Roma weliswaar. Maar volgens Jonas Steurs is het maar een kwestie van tijd voor hij ook het Sportpaleis doet volstromen. Maar laat ons vooral niet te hard van stapel lopen.
Je hebt mist, je hebt smog en dan heb je gone icon. Door de flarden warrige geluiden uit een batterij knopjes aan de zijkant van het podium waaiden verloren gelopen geluiden de zaal in, waardoor Jonas Steurs dan de al even ijle vocalen heen stuurde. Soms puur, dan weer met een verdwaalde beat eronder. Helemaal niet slecht en het al opgedaagde publiek smulde ervan, ook al trok het zich, na aanvankelijk te worden uitgenodigd om tegen het podium plaats te vatten, geleidelijk aan weer verder terug.
Het lijkt erop dat fans van Danny Blue And The Old Socks nog wel even moeten wachten op nieuw werk, want het gaat hard voor frontman Sam De Nef, die met het soloproject net een eerste langspeler uit heeft en die met succes hier te lande (woensdag 7 december nog in Cactus Muziekcentrum in Brugge) voorstelt. Wij werden verrast door de man, toen 143 op een vroege morgen aan ons voorbijkwam en wij prompt plannen maakten om de man aan het werk te zien.
Springsteens I'm On Fire diende als aanloop naar het concert, waarna de hoofdrolspeler samen met band (gita(a)ren, saxofoon, bas, drums, toetsen) het concert inzette. In een opvallende outfit (een superwijde broek en markante juwelen) was meteen duidelijk dat hij bereid was om tot het gaatje te gaan. De overgave en bijhorende emoties dropen van de gezichtsuitdrukkingen af. Als een echte frontman maakte hij zich het podium eigen en zoog hij de aandacht van het publiek naar zich toe.
Enkel uit 'Dawn / Dusk' werden de liedjes gespeeld. Met uitzondering van Mother (uiteraard opgedragen aan zijn moeder), gaf De Nef toe had hij het vroegere werk helemaal achter zich gelaten. Niet zo gek, als je ziet dat die nieuwe plaat toch een stap vooruit is. Dat werk bracht hij voor het overgrote deel (met uitzondering van – alweer – Mother) met een band, die al even geëngageerd bleek als hijzelf. Soms was het intiem (voor Olja maande hij de zaal aan tot stilte), soms was het minstens zo fel (Q.O.T.F.), altijd was het begeesterd.
Aan de psychedelisch ontsporende cover van Leonard Cohens Suzanne was absoluut geen ontkomen. Ongetwijfeld had de meester zelf glimlachend toegekeken, als hij zou horen wat hier met die klassieker werd uitgespookt. Ook het enige bisnummer, Apollo, verdient een vermelding, wanneer het als van een kalme zee door ruwe stormwind werd omgevormd tot een inferno van water en vuur.
Wie weet doet het Sportpaleis ooit wel de deuren voor de man open, maar tot zo lang zouden wij nu de kans grijpen om de man nog in zaaltjes van meer bescheiden allooi aan het werk te zien. Nu het nog kan.