Ry Cooder & Nick Lowe - Goethe in Bozar
Paleis voor Schone Kunsten, Brussel, 25 juni 2009
Het leek wel de bonte avond van een seniorenclub, met Ry Cooder en Nick Lowe die een muzikale sketch voorbereid hadden en daarom in de verkleedkoffer gedoken waren. Alsof het een parochiezaalje met een paar tientallen kameraden betrof, en niet de Sal Lebuf van de Bozar. Zo ontspannen stonden ze op het podium. Maar wat zij schier achteloos uit hun instrumenten toverden, was allerminst een melig lolletje.

Over het voorprogramma kunnen we kort zijn: Juliette Comagère is het lief van Joachim Cooder. Of was, het zal ons worst wezen. Zijn drumvellen mag hij alleszins al warm maken tijdens haar optreden.
Het meisje met de witte bontmuts brengt damespop die het midden houdt tussen Dido en Tori Amos. Goed gebracht, maar wij zullen er niet van dromen vannacht. Wel opvallend hoe Cooder junior erg prominent in de mix zit, terwijl hij bij papalief toch wat naar het achterplan verdwijnt.
Voor een biografie van Cooder, Ry en Lowe, Nick verwijzen we u naar de betere encyclopedie. Hun enorme muzikale capaciteiten leiden gelukkig niet tot verwaandheid. Lowe hangt zijn P-bas ei zo na onder zijn oksel en doet ons wat denken aan Buddy Holly, mocht die geleefd hebben tot hij spierwit haar kreeg. Hij mag de spits afbijten met Fool Who Knows uit hun Little Village-tijd, en meteen daarna mag Cooder zich laten gaan op de slidegitaar voor Fool For a Cigarette en Vigilante Man.
Flaco Jimenez, de accordeonist, heeft moeten afhaken met een hernia, en de nummers worden tot de naakte essentie herleid. Zo valt erg goed te horen hoe virtuoos elk lid van dit powertrio zijn instrument beheerst. Ook Cooder-de-zoon laat zich positief opmerken, door zijn zeer efficiënte en subtiele drum- en percussiewerk.
Van enige pretentie is geen sprake. De "band" wordt zelfs voorgesteld - alsof dat nog nodig zou zijn. De dames van het voorprogramma mogen de groep vervoegen en kwijten zich uitstekend van hun taak. Met hun wapperende rokjes wordt het bonteavondgevoel nog versterkt.
En alsof die bloemlezing van stijlen nog niet genoeg was: de dames laten zich niet onbetuigd op het latino Chinito, Chinto, Lowe maakt van One of These Days You're Gonna Pay een echte rock-'n-roll-stamper en Cooder geeft een bluesy Crazy 'Bout an Automobile (Every Woman I Know) ten beste, met zijn stem die mooier begint te raspen met de jaren. En dat allemaal met ogenschijnlijk gemak en nonchalance.
Songs als Teardrops Will Fall en de akoestische versie van Peace Love and Understanding nestelen zich in het geheugen, en refreinen als "How Can a Poor Man Stand Such Times and Live" vergeet je niet licht. Lachen is het dan weer met One Meatball en Down in Hollywood.
Tussendoor babbelen de heren nonchalant. Ze verontschuldigen Flaco - we zullen hem eigenlijk vooral missen bij Lowes hit Half a Boy and Half a Man. Cooder zegt "Request time", maar helaas komt er niet direct respons en wordt de setlist gewoon afgewerkt. Niet dat iemand daarom maalt.
"In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister", zei Goethe, en de jongen had gelijk. Er komen geen uitgesponnen showsolo's, geen schreeuwerig gedoe, geen opzichtige lichtshow. Maar wie een beetje oor en oog heeft voor muziek, weet dat deze songs niet zomaar door de eerste de beste gespeeld en geschreven kunnen worden.
Geheel pretentieloos zetten Lowe en de Cooders een demonstratie neer in samenspel, instrumentbeheersing, songschrijven, arrangerement, performance en plezier. Dit zijn musician's musicians. Dit is genieten.