Rush - Een R(e)us(h)achtig trio

Ahoy, Rotterdam, 29 mei 2011

Een Europese tournee van Rush is zoals de Olympische Spelen: om de vier jaar enkele weken grensverleggende topsport. De 'Time Machine Tour' nam ons dertig jaar terug in de tijd met een integrale uitvoering van 'Moving Pictures'.

Rush - Een R(e)us(h)achtig trio



"Omdat we duizend jaar oud zijn, nemen we nu een korte onderbreking.", grapte zanger/bassist Geddy Lee. Het aandachtige publiek had er dan al ruim een uur muziek opzitten met enkele verrassende keuzes.

Het concert ging van start met een hilarisch filmpje over het prille Rush (of Rash, althans volgens de tijdmachine), waarin de drie heren hun grappigste kant lieten zien. Dan zette Alex Lifeson met een splijtende gitaar The Spirit of Radio in.

Toch opteerde de band het eerste halfuur evengoed voor midtempo ballads waarin de nadruk eerder op de vloeiende muzikale lijn lag dan op technische virtuositeit. Time Stands Still was natuurlijk een statement over het thema van de avond. Presto - van het erg onderschatte gelijknamige album - klonk nog altijd even gracieus. De laatste schijf 'Snakes & Arrows' keerde regelmatig terug in de set, onder andere met een prachtig Faithless inclusief sprookjesachtige animatie.

Muzikaal sloeg de vlam pas echt in de pan met Workin' Them Angels waarin Lifeson uitpakte met een oorstrelende mandoline. Het stevige, gitaargeoriƫnteerde 'Counterparts' uit '93 deed de koorts stijgen met Stick It Out en Leave That Thing Alone. Het komende album 'Clockwork Angels' zal in dezelfde lijn liggen, en om dat te bewijzen serveerden de Canadezen de uitstekende nieuwe songs BU2B en Caravan.

Het eerste deel werd nostalgisch afgesloten met klassiek werk uit de jaren tachtig. Freewill blijft een killersong. Marathon en Subdivisions hielden Lee meestal achter zijn keyboards en klonken majestueus zonder wolligheid. En het publiek was vooral gekomen voor die nostalgische jaren; de pauze deed ons aftellen naar 1981. Een tweede introfilmpje was zo mogelijk nog absurder.

'Moving Pictures' is natuurlijk de definitieve Rush-classic. Een volledige uitvoering laat de band toe om ook de mindere bekende parels terug op te poetsen, zoals de epics Red Barchetta en The Camera Eye. Rush bewees hier de beste te zijn in het vak, geholpen door een spectaculaire lichtshow en dito pyrotechniek. En niet onbelangrijk: een uitstekend geluid, wat in een enorme schoendoos als Ahoy' niet vanzelfsprekend is. Het was genieten van Lifesons gitaarsolo's die de hele ruimte vulden.

En dan was het tijd voor de Meesterdrummer. Monden vielen open als Neil Peart zijn stokken losliet op de vellen van zijn roterende kit. Pearts drumsolo blijft een boeiend work in progress, inclusief zijn hommage aan de legendarische big band leider Buddy Rich.

Traditioneel sluit Rush zijn concerten af met hoogtepunten uit de seventies. Publiekslieveling Closer To The Heart kreeg alweer een nieuw arrangement. '2112' - de doorbraakelpee uit '76 - kreeg massaal de vuisten in de lucht. Geddy Lee demonstreerde op bas. De genialiteit van Rush werd ten slotte nog eens samengevat in het onnavolgbare La Villa Strangiato.

Een afsluitende sketch in de kleedkamer gaf ons de beste grap mee naar huis. Als Lee en Lifeson drie en vier vrouwen in het publiek hebben geteld, reageert Peart droogjes: "Seven women at a Rush concert? That's a world record."

29 mei 2011
Christoph Lintermans