Roger McGuinn - Onverslijtbare nostalgie
Handelsbeurs, Gent, 23 oktober 2011
Ze zijn met veel, tegenwoordig: de mannen (of vrouwen) die nu al bijna een halve eeuw het mooie weer maken in de rockmuziek en zonder blozen mogen beweren dat ze enkele onverwoestbare “evergreens” hebben toegevoegd aan de indrukwekkende canon die we zo graag in laatavonddiscussies claimen te kennen. De laatste weken waren Janis Ian, Crosby &Nash en Bob Dylan overtuigend komen illustreren hoe relevant ze nog waren. Zaterdagavond in de Handelsbeurs in Gent was het de beurt aan Roger McGuinn (die van The Byrds “for the memory”).

De lichten doofden en uit de coulissen klonken de zo vertrouwde akkoorden van Dylans My Back Pages op een heerlijke 12-snarige Rickenbacker. Er waren dus nog zekerheden: Roger McGuinn was ergens in de zaal en verscheen rustig tokkelend op de scène voor wat een sterk concert zou worden vol afwisseling en “aha-erlebnissen”.
Dat McGuinn via zijn project Folk Den al een tijdje bezig is met het vastleggen van allerlei folkmuziekjes en daardoor zijn bezorgdheid voor dat soort erfgoed overvloedig illustreert, is algemeen bekend. Met dezelfde historische accuratesse heeft hij wellicht zijn setlist voor Gent opgesteld.
We hoorden heel veel eigen werk – de man heeft achteloos toch wel een meer dan fraai oeuvre bij elkaar geschreven – met vooraan in de set The Ballad of Easy Rider en Mr. Spaceman. Later volgde het met wat echo gekleurde maar nog altijd epische Chestnut Mare.
Maar ook uit zijn soloprojecten - die afgewogen tegenover de Byrds toch wat minder succesvol waren - bracht McGuinn enkele overtuigende creaties: het met Tom Petty geschreven King of The Hill, Jolly Roger en Dreamland, waarbij we nog een heel verhaal kregen over het ontstaan van de song tijdens de lange ritten ten tijde van Dylans Rolling Thunder Revue.
Dat deed McGuinn trouwens wel meer: de historicus uithangen, zo’n verhaaltje vertellen alvorens nog maar eens een parel uit zijn mouw te schudden. Zo vertelde hij hoe Drug Store Truck Drivin’ Man ergens op een Londense hotelkamer samen met Gram Parsons was gemaakt, om een afwijzing van hun laatste single door een dj uit L.A. te wreken.
McGuinn wisselde veel af in zijn set : hij speelde zowel akoestisch als elektrisch, en bracht naast eigen werk ook wel wat covers: nogal wat Dylannummers die hij vaak van de nodige achtergrondverhaaltjes voorzag, You ain’t goin’ Nowhere, All I Really Want to Do en het obligate maar terecht klassieke Mr. Tambourine Man, met een intro die allicht ook in de hemel nog zal klinken (voor zij die er willen inkomen, tenminste).
Het viel trouwens op dat McGuinn een knap gitarist is, en bij tijden toonde hij dat bescheiden maar overtuigend. De outro van Fifth Dimension stond er gewoon en Eight Miles High tegen het einde van het concert kreeg een lezing tussen klassiek en jazz in.
Dat zijn vrouw vorige zaterdag 60 werd, was vooral plezant voor hem (en misschien voor haar, hoewel een vrouw op leeftijd…), maar het bezorgde ons wel een mooie uitvoering van She Don’t Care About Time van Gene Clark. Zij suggereerde hem bovendien de titel voor Parade of Lost Dreams en schreef mee aan May The Road Rise to Meet You.
Na Turn, Turn, Turn was het feest over. Of toch bijna, want McGuinn kwam nog terug voor o.a. So You Wanna Be a Rock and Roll Star en Dylans Chimes of Freedom. Het publiek was dankbaar, had duidelijk genoten van deze avond nostalgie en bracht een staande ovatie. McGuinn dankte beleefd en ging de verjaardag van zijn vrouw vieren.