Rock Werchter 2022 - Dag 4: Op karakter
Werchter Weide, 30 juni 2022 - 3 juli 2022
Dag vier is op karakter, wordt wel eens gezegd. Het waren alvast karaktervolle namen die het festival afsloten.
Rhea, Belgische trots met zware gitaren, was oprecht blij om op de Mainstage te mogen staan. En dat omschreven ze meermaals als de grootste verwezenlijking in het zesjarige bestaan van de band. Onder andere Ready To Rumble en Rather Be Nothing knalden uit de boxen. Gitarist en medeoprichter Guillaume Lamont deed zowaar een rondje met gitaar over de handen van het eerder karig opgedaagde publiek en dat werd zeer geapprecieerd. Zoals altijd hadden de afwezigen ongelijk, want ook Stuck In The Middle, If Only en Vertigo kwamen aan bod.
De laatste dag Rock Werchter was er duidelijk eentje om op uit te bollen. Dat Big Thief ons bruut wakker schudde, zou de waarheid geweld aandoen. Adrianne Lenker en de haren waren duidelijk gekomen om een kampvuurset te spelen. Daarmee maakten ze het zichzelf best moeilijk, want de bekendste nummers ontbraken en een nummer als Not met vlammende gitaarsolo dat de boel in brand had kunnen zetten werd ostentatief overgeslagen. Sterker nog: het was pas bij afsluiter Cattails dat dan toch eens één keer een elektrische gitaar werd bovengehaald. En er waren wel meer vreemde momenten in de set: tijdens Sadness As A Gift onderbrak Lenker de song om het publiek te vragen om alsjeblieft niet mee te klappen. Want het was een triest nummer en van al dat geklap werd ze te vrolijk. Het moet gezegd worden: Big Thief zal geen nieuwe zieltjes gewonnen hebben met dit concert, al hadden ze wel de set in zich om dat te doen. Dit was geen hoogtepunt, terwijl we hen wel op voorhand met stip hadden aangeduid op ons schema. Volgende keer (opnieuw) beter, graag!
Vervolgens stond Dry Cleaning op ons schema, maar na Big Thief hadden we even nood aan een opkikkertje en dus lieten we ons overhalen om mee naar Keane te gaan kijken. Jeugdnostalgie. En dat besefte Tom Chaplin ook, want in het uurtje dat hem en zijn band was toebedeeld werd maar één keer bij de meest recente plaat ‘Cause And Effect’ (2019) aangeknoopt. De rest van de set hing aaneen van de meezingers uit ‘Hopes And Fears’ en ‘Under The Iron Sea’, de grootste succesplaten van de groep. Vooral Everybody’s Changing en A Bad Dream kwamen nog even hard binnen als een jaar of twintig geleden. Het was vijftien jaar geleden dat Keane nog eens op Rock Werchter had mogen staan, zei Chaplin, en hij had er zichtbaar plezier in. Wij best ook. Een uurtje meekwelen op Keane: moet kunnen.
Van Keane naar Michael Kiwanuka in The Barn. En jongens, wat was dat mooi. Drie platen heeft de man nog maar uitgebracht, maar als die discografie bestaat uit één heel degelijke plaat en twee meesterwerken en je besluit om die eerste plaat, die een tikje minder goed is, links te laten liggen, dan kan je een goede set bouwen. Kiwanuka heeft de neiging om de nummers live te rekken en deed dat hier ook, maar dat stoorde op geen enkel moment. Falling was een mooie opener, You Ain’t The Problem bracht de schwung mee die het nodig had, Black Man In A White World was funky maatschappijkritiek en het meteen daarachter geplakte Rule The World was het hoogtepunt van de set. De backingvocalisten herhaalden doorheen het nummer “Help me / show me / love me” en kwamen daarmee helemaal tot onder ons vel. Eigenlijk bestond dit concert uit aaneensluitende hoogtepunten, want na Rule The World kwam Hero en dan moesten Cold Little Heart en Love & Hate de boel nog afsluiten. Cold Little heart heeft de bekendheid grotendeels te danken aan de tv-serie ‘Big Little Lies’ (2017), maar dat Kiwanuka er hier voor koos om de lange albumversie te spelen, stemde ons dankbaar. Dat de backingvocaliste voor extra nuances zorgde door op de cabasa te spelen, was tekenend voor de aandacht voor finesse en nuances die deze band had. Een erg knap concert.
Na de recente passage in de Lotto Arena, vulde Royal Blood moeiteloos de hele weide.
Met Typhoons werd alles op gang getrapt. De tournee draait dan ook rond het gelijknamige album. Nochtans werd uit de drie albums geplukt voor de set. Lights Out werd door de weide op enthousiasme onthaald, maar ook Come On Over (uit het debuut) mocht er zijn. Hook, Line & Sinker is ondertussen, samen met Loose Change en de daarbij horende moshpit, een vaste waarde in de set. Monsterhit (pun intended) Little Monster werd dan weer voorzien van een knallende drumsolo inclusief gong. En standaard afsluiter Out Of The Black met het traditionele rondje over het podium van drummer Ben Thatcher tijdens Mike Kerrs bassolo, was de absolute kers op de taart. We waren helemaal klaar voor The Killers en Red Hot Chilli Peppers.
De laatste keer dat The Killers aantraden op Werchter, kregen ze misschien wel het meest enthousiaste en uitbundige publiek voor zich. Een overwinning op Brazilië op het WK voetbal, waarna de alcohol rijkelijk vloeide hadden ze deze keer niet om dat optreden te ondersteunen, maar de sfeer er zeker niet minder om.
My Own Soul’s Warning en When We Were Young zetten de toon voor anderhalf uur genieten. Beide songs hadden de perfecte titel voor wat het publiek leek te voelen. The Killers hebben intussen al een aantal festivals en albums op de teller staan, waardoor het grootste deel van de set perfect kon meegezongen worden door een volgelopen weide. Hoogtepunten waren Human en Somebody Told Me, die bewezen dat er toch nog een paar extra decibels uit het publiek te puren waren.
Opvallende afwezige in de set was The Man, dat waarschijnlijk toch over zanger Brandon Flowers gaat, maar ondanks de pretentie van een altijd solide frontman, wilde hij toch graag het podium delen. Een jonge fan werd uit het publiek gevist om voor een vol plein een levensdroom te verwezenlijken: drummen bij een wereldband. De jongeman had zich duidelijk goed voorbereid op For Reasons Unknown en stelde dan ook niet teleur.
Wie met de groep vertrouwd is, weet dat het hoogtepunt zich pas aan het einde van de show voltrekt. All The Things That I’ve Done zorgde ervoor dat iedereen “I got soul but I’m not a soldier”, mee ging kwelen. Altijd een leuk moment van muzikale bezinning voor de liefhebber. Het nummer is als een warme thee om de stembanden te smeren om ze daarna weer kapot te brullen op Mr Brightside. De fans van blinkende pakjes bleven hier wel op de honger zitten. The Killers deden wat ze altijd doen: een massa op stelten zetten.
Corona-perikelen zorgden voor de nodige stress, maar uiteindelijk zou Red Hot Chilli Peppers toch aantreden. Allen mondde dat voor ons toch een beetje uit in een teleurstelling. Dat had vooral met de afwezigheid van een aantal hits te maken. De persoonlijke talenten werden ruimschoots geëtaleerd. John Frusciante was nog maar eens teruggekeerd en de verloren zoon (of het probleemkind, zo je wil) werd met luid gejuich verwelkomd. Niet geheel onterecht: de eerste solo was immers een absolute knaller. Toch bleek de tijd meer invloed leken te hebben op deze band dan dat bijvoorbeeld bij Metallica het geval was. De seks, drugs en rock-‘n-roll leek last te hebben van corona en bleef soms afwezig.
Bassist Flea leek met groene muts en oranje outfit op een zoete paprika, maar leek evengoed gebeten door vlooien. Toch was het vooral een zoete paprika in een soep die niet pikant genoeg was. We hadden een gerechtje van een sterrenzaak verwacht, maar kregen één uit de betere brasserie zonder deftig dessert.
Black Summer werd enthousiast onthaald en luidkeels meegezongen. En met de Elton John-klassieker Your Song wisten ze zowaar evne te verrassen. Ook Under The Bridge en Californication waren publiekslievelingen, maar toch bleven we op onze honger zitten. Net zoals het traditionele vuurwerk aan het einde van het festival voldeden de Peppers toch niet aan de verwachtingen.
Desondanks waren het vier fantastische dagen met een grote verscheidenheid in de optredens en kijken we al uit naar de volgende editie.
Axel De Ridder, Lobke Van Gestel, Geert Verheyen