Rock Werchter 2016 - De tenten in

Festivalterrein, Werchter, 6 juli 2016

Met pap in de benen klauterden we zondagmiddag uit de tent nadat eerdere pogingen door wijd opengesperde hemelsluizen in de kiem gesmoord waren. Na een zaterdag om U tegen te zeggen, moesten we op zoek naar een stevige kopper op onze freiter om er weer tegenaan te kunnen. En laat dat nu net Iggy Pops handelsmerk zijn.

Rock Werchter 2016 - De tenten in



Meneer Iggy Pop, James Osterberg Jr. voor de burgerlijke stand, heeft intussen de gezegende leeftijd van negenenzestig jaar bereikt. Wie hem echter op de Main Stage aan het werk zag, zou gezworen hebben dat hij minstens een decennium jonger was dan ons – prille dertigers. Iggy springt tussen het vloeken door, en vloekt tussen het rennen door. Zijn show, hoogst oneerbiedig geprogrammeerd in de middagzon, was een hoog opgestoken middenvinger naar iedereen behalve zijn fans.

Het werd al snel duidelijk dat Iggy liever zijn ijzersterke livereputatie eer wou aandoen dan te bewijzen dat hij nog steeds relevant is – ook al heeft hij net een goeie plaat afgeleverd met ‘Post Pop Depression’. De set ving aan met No Fun en I Wanna Be Your Dog van zijn debuut met The Stooges, uit 1969. Meteen daarna waren ’s mans grootste hits Lust For Life en The Passenger aan de beurt. En eigenlijk was het ganse concert een greatest hits-hommage aan een weergaloze performer. Na Sixteen, 1969 en Nightclubbing onder andere, waren wij onze kater allang vergeten.

Meteen daarna, in The Barn, moesten de heren van Foals niet onderdoen. My Number zette al vroeg in de set de tent in de fik en gaf een voorsmaakje voor wat komen zou. De heren uit Oxford zijn intussen een gesmeerde, live machine, die moeiteloos de overgang maken van een zachte intro naar een briesende ontploffing. Songs als Providence en Inhaler deden u nog eens de ziel uit het lijf schreeuwen alsof het de laatste keer zou kunnen geweest zijn. Indrukwekkende passage.

Indrukwekkend is dan weer een adjectief dat we niet op de doortocht van Unknown Mortal Orchestra zouden plakken. Straffe nummers als From The Sun, So Good At Being In Trouble, Swim And Sleep (Like A Shark), Multi-Love en Can’t Keep Checking My Phone werden zeker degelijk gebracht, maar de band gaf een vermoeide indruk. Voor wie hen ooit al eens één van hun typisch verzengende zaalshows zag spelen, was het concert in Klub C ongetwijfeld teleurstellend.

Geef ons dan maar de man die zelden of nooit teleurstelt. Beck kan alles, van de van samples samenhangende hiphopcollages van ‘Odelay’ over de very lo-fi folk van ‘Mellow Gold’ tot de gitzwarte soul en funk van ‘Midnite Vultures’ en de door Gainsbourg geïnspireerde, akoestische ballads van ‘Sea Change’.

In The Barn werden we getrakteerd op een mix van dat alles. Devil’s Haircut trapte af, gevolgd door een stompend Black Tambourine. Think I’m In Love kreeg in de staart een streepje I Feel Love van Donna Summer mee; en Mixed Bizness klonk ook zonder blazers razend fris. Na The New Pollution zorgde een mooi Lost Cause voor een welgekomen rustpunt, waarna het recente Dreams mocht bewijzen dat Beck nog steeds uitstekende singles kan neerpennen.

Dat de protoslacker een stampvolle tent “Soy un perdedor/I’m a loser baby/So why don’t you kill me”, kon laten scanderen tijdens Loser was al lang geen verrassing meer, maar het blijft iedere keer grappig. Wanneer Sexx Laws en E-Pro ons hadden achtergelaten met het schuim op de lippen, verdween Beck de coulissen in.

Als toegift kregen we enkel nog een waanzinnig Where It’s At, maar wel in uitgesponnen versie. Als intermezzo stelde Beck ook nog zijn muzikanten voor, die elk solerend een funky jam inzetten. Passeerden de revue: Good Times van Chic, Little China Girl van Bowie, Autobahn van Kraftwerk en 1999 van Prince. Het geheel was een spektakel om duimen en vingers van af te likken met een uitzonderlijke mooie lichtshow. Een masterclass in showmanschap.

Wat dan weer allerminst gezegd kan worden van Macklemore & Ryan Lewis. Alsof het zielloze afhaspelen van de hitjes, met meerdere partijen op tape, nog niet treurig genoeg was, werden we ook nog vergast op de belerende en vaak ronduit vervelende bindteksten van Macklemore. Voor ons was het voldoende om de wei gedesillusioneerd te verlaten en zelfs aan Florence & The Machine te verzaken. For shame, Schuer, om deze bagger op ons los te laten.

Het eindrapport: kwaliteit drijft altijd boven, maar sluit doorgaans niet de dag af op de Main Stage. Deze Werchter stond in het teken van Paul McCartney, die iedere verwachting ruimschoots inloste. Maar voor de andere klasbakken moest je de tenten in. Op naar editie 2017; en dat ze droog mag blijven!

6 juli 2016
Andreas Hooftman