Rock Werchter 2013 - Alles behalve den Duits

Festivalterrein, Werchter, 12 juli 2013

Er staat een vleesmarcelleke in uw lichaam gebrand? De keukentafel ligt vol gratis zonnebrillen, hoedjes en blikjes Red Bull die u nog ergens had zitten in de trekrugzak? U bent blij dat de wc er bij u thuis proper uitziet en u geen kwartier moet wachten om die te benutten? U kan maar niet zwijgen over hoe goed The National en Alt-J waren of misschien herinnert u zich niks meer door die overvloed aan pintjes en zon? Dan bevond u zich de voorbije vier dagen hoogstwaarschijnlijk op de festivalweide van Rock Werchter. 

Rock Werchter 2013 - Alles behalve den Duits



Een derde dag Werchter is – veronderstellen we – ongeveer zoals een derde jaar in de loopgraven: wat voorafging is nog duidelijk voelbaar en enkel een sloot drank kan het moreel weer opkrikken.

Dat werd ook duidelijk toen The Van Jets – te elfder ure opgeroepen om hun naam waar te komen maken – als eerste de Main Stage bestegen. Een gebrek aan branie kunnen we de West-Vlamingen zeker niet verwijten, al hadden ze misschien met wat bekender werk kunnen aftrappen om de massa aan te zwengelen. Jammer ook dat we What’s Going On en Teevee niet te horen kregen, maar na Electric Soldiers en afsluiter The Future waren we dan toch naar behoren wakkergeschud.

En wakker was blijkbaar iedereen toen Disclosure vervolgens aantrad in de Klub C. De broertjes Lawrence waren alleen afgekomen, tenzij die vrouwenstemmen uit de coulissen kwamen, maar dat mocht de pret niet drukken. Hun dance had weinig moeite om de tent helemaal mee te krijgen, met radiohitje White Noise als absolute uitschieter. Blijkbaar is het Werchterpubliek toch niet zo vies van dansmuziek als altijd verondersteld werd.

Even terug in de tijd dan met Stereophonics. Deze oldschool Britse rockgroep beschikt over een groot repertoire om haar optredens mee te vullen: al sinds 1997 produceren ze albums, die in nostalgische tijden nog live konden boeien. Maar nieuw werk van ‘Graffiti On The Train’, dat enkele maanden geleden nog verscheen, kwam jammer genoeg neer op  herkauwing van een oude formule. Anno 2013 resulteerde hun komst dus in een parade van vergane glorie, waarin het uitkijken werd naar Have A Nice Day en Keep Calm And Carry On. Bon, even uitrusten in de schaduw mocht ook wel eens.

Benieuwd of het bij Rudimental anders zou verlopen dan enkel aftellen naar hitjes als Waiting All Night en Feel The Love. Het Britse, elektronische viertal leverde onlangs puik werk af met debuutplaat ‘Home’ en dat vertaalde zich in een volgelopen Klub C. De muzikale duizendpoten (gitaar, bas, drums, piano, noem maar op) werden voor de gelegenheid versterkt met twee zangeressen en een trompettist, wat resulteerde in een ware hulde aan de zon.

Zweet, dansende voeten en ons middagmaal speelden op, mede door de hitte maar nog meer door de mengeling van r&b, drum-’n-bass en – jawel - zelfs wat soul die de mannen het publiek instuurden. De mental in Rudimental was hier wel degelijk op zijn plaats.

Kendrick Lamar staat bij velen geboekstaafd als de man die met ‘Good Kid, m.A.A.d City’ de hiphopplaat van het jaar afleverde, maar live was het –  zoals zo vaak bij hiphopacts – net ietsje platter. De man had een liveband bij zich, dus aan een gebrek aan inzet kon het niet liggen. De duisternis, die op de plaat rondwaart, maakte plaats voor een feestje. En dat bleek de massa zeker te kunnen pruimen. Het kan verkeren, zeker?

Bij Nick Cave was het duidelijk dat de man niet gewend was om in het daglicht te moeten spelen (doodzonde, trouwens). Waar hij enkele jaren geleden op Pukkelpop nog loeiend opende met Get Ready For Love was de aanvang nu haast weifelend met nieuwe nummers We No Who U R en Jubilee Street. Fans van het eerste uur werden getrakteerd op From Her To Eternity en de eerste algemene Aha-Erlebnis kwam er met het uitzonderlijk mooie Weeping Song.

Iets verder in de set kreeg de Australische prins der duisternis de wei stil met God Is In The House en het onverwoestbare Into My Arms. Pas tegen het einde van de set kregen we een Cave-optreden zoals we dat kennen: verpletterend, groots en van een ongekende intensiteit. Het afsluitende trio The Mercy SeatStagger Lee  en Push The Sky Away waren het tegengif, dat we nodig hadden voor alle oppervlakkigheid die met het festivalleven gepaard gaat. Als toegift kregen we nog We Real Cool (valt niet te ontkennen) en een subliem Red Right Hand en we konden er weer even tegenaan.

En hoe kan het ook anders of het volgende optreden op onze to do-list ging pas een kwartier later van start. De grofgebekte rapsensatie Azealia Banks had (weer) last van divagedrag. Haar passage in Werchter vorig jaar zegde ze zonder veel tralala af om door te werken aan debuutplaat “Broke With Expensive Taste’, waarvan er –i ronisch genoeg - tot op de dag van vandaag nog altijd geen spoor terug te vinden is.

Met een soort van halfnaakt joggingpak, dat haar prompt een plaats bezorgde in de top drie van de meest bizarre podiumoutfits van Rock Werchter 2013, beval ze haar dj om de playknop in te drukken. Waarop ze zelf aan het rappen sloeg en steevast “Hello Brussels” riep.

Al deelden we haar voorliefde voor woorden als  "b*tch", "n*gga" of "c*nt" of andere betekenisloze lyrics niet en zagen we haar achtergrondfilmpjes- en danseressen, die rechtstreeks uit het Huis van Lichte Zeden leken te komen, al evenmin zitten, toch was de snelheid waarmee ze haar mondspieren bewoog in BBD, Liquorice1991 of megahit 212 indrukwekkendRappen kan ze wel, Azealia. Jammer dat er zoveel randanimatie mee gemoeid is.

Iets rustiger werd het bij James Blake, het verlegen Britse wonderkind dat dubstep en consorten in een ander daglicht wist te zetten met zijn titelloze debuut uit 2011. Zijn nieuwe plaat bevat opvallend minder repetitieve muziek, zoals CMYK en Lindisfarne I en II, die live met een sampler, een gitaar en drums werden uitgevoerd, en best wel werden gesmaakt.

De jongeling stond al in schuim en zweet, toen hij zijn succesnummer, Feist-cover Limit To Your Love, ertegenaan smeet, maar het was vooral zijn uitvoering van Retrograde, die in het geheugen gegrift zal blijven staan. Heerlijk, die falsetto stem die alle regionen lijkt te bereiken. Het staat hem wel, die meer toegankelijke nummers.

Maar de award voor beste zangstem van 2013 krijgt hij net niet, want die is zonder twijfel voorbehouden aan de Amerikaanse r&b-artiest Frank Ocean. In The Barn leverde hij een set af om u tegen te zeggen: Super Rich Kids, Thinkin’ Bout You, Sierra Leone, Pyramids en het ongelofelijk tedere Forrest Gump volgden elkaar op als waren het stukjes van zijn ziel die hij zomaar in het rond smeet, klaar om door de fans opgeslokt te worden.

Bij het sluiten van de ogen waanden we ons op een strand in Miami met een cocktail in de ene hand en een niet-zo-legale sigaret in de andere. De subtiele elementen waarmee zijn muziek aan elkaar hangt, de teksten die blijk gaven van diepgang en de zorgeloze ondertoon, waarmee dit alles gepaard ging, waren voldoende om ons voor een kleine twee uur niet meer bewust te zijn van onze medemens. Wie hem vooraf kende, zag hem hierna nog liever. Wie hem nog niet kende, was nu vast overtuigd. Een van dé optredens van het jaar.

"Rammstein een kans geven", dachten we. "Hoe erg kan het zijn?", dachten we. Heel erg, zo blijkt. Voor vuurwerk krijgt men ons zelfs met nieuwjaar niet uit ons kot, en misschien ontbreekt het ons aan vergevensgezindheid, maar al dat bombast, gecombineerd met schreeuwende Duitsers riep erg foute connotaties op.

Onwaarschijnlijk dat deze kankermuziek een beter slot kreeg toebedeeld dan een held als Nick Cave. Een duidelijker voorbeeld dat de Schuer buigt voor plat populisme en commerce is er wat ons betreft niet te vinden. Vroeg naar de camping afgedropen dus. En daar heel wat interessantere dingen tegengekomen. 

Andreas Hooftman, Janne Degryse

12 juli 2013