Rock Werchter 2013 - Het voorprogramma van Blur
Festivalterrein, Werchter, 11 juli 2013
Er staat een vleesmarcelleke in uw lichaam gebrand? De keukentafel ligt vol gratis zonnebrillen, hoedjes en blikjes Red Bull die u nog ergens had zitten in de trekrugzak? U bent blij dat de wc er bij u thuis proper uitziet en u geen kwartier moet wachten om die te benutten? U kan maar niet zwijgen over hoe goed The National en Alt-J waren of misschien herinnert u zich niks meer door die overvloed aan pintjes en zon? Dan bevond u zich de voorbije vier dagen hoogstwaarschijnlijk op de festivalweide van Rock Werchter.
Wij zijn er quasi zeker van dat dag twee van het Heilige Rock Werchter in de wandelgangen wel eens bestempeld werd als Blur-dag. Voor die "beste headliner in eeuwen" (volgens The Guardian) was het helaas nog even wachten, maar geen zorgen, want wat ervoor kwam mocht er ook best wezen.
Te beginnen met Two Door Cinema Club. Deze tropische indiemuziek, die zowel een flard elektro als rock bevat, slaagde er net niet in de zon uit haar tent te lokken. Letterlijk dan toch, want we kregen het wel een pak warmer toen frontman Alex Trimble en zijn kompanen zonder enige waarschuwing vrolijkmakende nummers als Sleep Alone of Something Good Can Work inzetten. En dan zwijgen we nog over dat ene-hitje-van-de-Win-For-Life-reclames New Houses. TDCC is één van die groepen die je duizend keer live kan zien en toch met even veel interesse blijft aanhoren.
Lang blijven konden we helaas niet, want enkele meter verderop zou Lianne La Havas haar intrede al maken en daar waren we graag bij geweest. Terecht, zo bleek achteraf. Haar debuutplaat ‘Is Your Love Big Enough?’, dat vorig jaar ter wereld kwam, scheerde hoge toppen. En de vergelijkingen met grote soulnamen bleven niet uit.
Het Britse meisje met de gitaar is live dan ook een pak gegroeid tegenover haar passage op Pukkelpop vorig jaar en vulde haar set met boze nummers voor haar ex à la Forget (meezingen toegestaan), emotionele nummers à la No Room For Doubt (zonder Willy Mason) en een knappe Radioheadcover. De krop, die ze in de keel had door de grote opkomst en het nog grotere enthousiasme, toonde aan hoe oprecht ze van haar metier houdt. En het sierde haar. Uitkijken naar een tweede plaat!
Wie daarentegen beter geen platen meer zou maken, is Ke$ha. (“Ik ga enkel om haar uit te lachen, hoor”, dixit iedereen die zijn imago wou beschermen, maar toch aanwezig was). Toegegeven, we hebben ons niet verveeld tijdens het kleine uur dat de catchy popzangeres de Klub C mocht entertainen. Denk: samoeraizwaarden, schaars geklede warriorvrouwen, geroep van enkele geile mannen, glitter en fluo, vuurwerk, gefakete orgasmes, quotes als “This song is about butts, butt holes and boobs”? verzoeken om ons uit te kleden, vliegende dollars, een mini-auto, een opblaasbaar zwijn en twee gigantische hookerlegs.
En muzikaal? Laten we het samenvatten met een van haar eigen nummers: Bla Bla Bla. Klassiek geval dus van slechte livemuziek toedekken met een over-the-top show. Al moet gezegd dat Tik Tok live horen toch wel een ervaring was. Keshame.
Wat The Hives betreft gebiedt de eerlijkheid ons te melden dat we er geen enkele plaat van in huis hebben en dat ook iedere intentie om daar verandering in te brengen ons vreemd is. Maar wanneer ze in de buurt op een festival staan (en wanneer doen ze dat eigenlijk niét?) gaan we met veel plezier een blik werpen. Nummers als Tick Tick Boom, Hate To Say I Told You So en Walk Idiot Walk blijken live immers keer op keer pletwalsen, die een hele wei murw krijgen, en de fratsen en bindteksten van frontman Howlin’ Pelle gaan nooit vervelen. Hebt u trouwens ooit al iemand zien crowdsurfen over een volledig zittend publiek?!.
Met de benen nog fris checkten we even later in voor Major Lazer In de Klub C. Ze zouden vanaf de eerste tonen danig op de proef gesteld worden – die benen dan. De crew rond Diplo speelde hier vandaag dan wel niet live, maar het werd desalniettemin een bloedheet dansfeest van formaat. We kregen een erg eclectische dj-set voorgeschoteld met als hoogtepunten eigen songs als Pon De Floor, Get Free en uiteraard Bubble Butt. Waanzin! Als het daar een half uur langer had geduurd, zou men vast één of ander rampenplan hebben moeten afkondigen voor massale oververhitting.
Enkele minuten later betrapten we acteur Kevin Janssens op een heuse headbangbeweging tijdens het optreden van semi-boysband The Script. De rock in Rock Werchter was ver zoek, maar we smeten even al ons geloof overboord om mee te zingen met melancholische Q-musichits als Breakeven, We Cry en Before The Worst. Triest wel hoe de Ieren steeds opnieuw pogingen deden om de weide te laten meezingen, wat op weinig enthousiasme werd onthaald (de eerste rijen buiten beschouwing gelaten).
Ook citaten als: “We zijn hier al sinds gisteravond om ons zat te drinken”, “Mogen we een foto nemen van jullie voor op onze Instagram?”, het blijven herhalen van de lyrics “Be a champioooon” en de manier waarop de frontzanger het publiek inliep hielpen niet echt om ons te overtuigen van het feit dat deze mannen meer zijn dan enkele mediageile songwriters. Tot ze ons van het tegendeel overtuigen.
Phoenix daarentegen overtuigde ons van begin tot einde van het feit dat ze nu al jarenlang telkens weer een machtige zomerse oorwurm in de pen hebben, alleen leek dat niet waar de grote massa op dat ogenblik zin in had. If I Ever Feel Better, Too Young, Lisztomania en een flard Funky Squaredance: allemaal feilloos gebracht en universeel herkend, maar nooit op de ovatie onthaald die deze kerels in een zaal absoluut wel zou toekomen.
Vitalic mocht daarna met zijn VTLZR show (met drummer, toetsenist en indrukwekkend lichspektakel) de Klub C in lichterlaaie zetten. Met harde rave en techno kreeg de Fransman de tent moeiteloos in beweging – onszelf incluis. Misschien daarom dat onze herinneringen verder behoorlijk wazig zijn.
Kings of Leon dan. Intussen al een vaste waarde op Rock Werchter of pakweg elk festival ter wereld. Even leek het erop alsof de Amerikaanse rockgroep zou gaan splitten, maar niets was minder waar, zo bewees de anderhalfdurende set van topkwaliteit die Caleb Followill en zijn gebroeders presenteerden.
Het was niet enkel aftellen naar dat ene hitje Sex On Fire, dat – na een kleine pauze - helemaal op het einde van de show werd gespeeld, maar evengoed één lange aaneenrijging van ravissante rocknummers. Caleb was weer weinig van zegs, maar Use Somebody, Notion, Revelry, Radioactive en Pyro spraken voor zichzelf. Beste quote? “Hu? Is dat ook van hen? Man, die hebben veel hits!”, aldus het meisje naast ons, dat daarna prompt haar arm in de lucht stak.
Al het voorgaande – ja, zélfs de magistrale set van The National – zou echter naar huis worden gespeeld door Blur. De ninetieshelden par excellence lieten de wei uit hun hand eten van bij de eerste noten van Girls And Boys. Het werd al snel duidelijk dat je geen kind van de jaren negentig moet zijn om de vele, vele klassiekers van Albarn, Coxon et al te herkennen. Hits waren legio: Coffee & TV, Beetlebum, Parklife, Country House; prachnummers als This Is A Low, Tender en The Universal. Dit was pure verwennerij. Om de hele zooi dan verpletterend af te sluiten met die gigantische ontlading van Song 2. Na dit optreden was Oasis voor ons even enkel nog een frisdrank, en de voorgaande Werchtergroepen slechts een voorprogramma.
Andreas Hooftman, Janne Degryse.