Rock Werchter 2012 - Dag 2 – Eclecticisme ten top
Festivalterrein, Werchter, 18 juli 2012
Rock Werchter 2012 zit er alweer op. Vier dagen van verzengende hitte op een stoffige wei, van welkome buien en lauwe pinten die verkoeling brachten, en vooral van hopen steengoede muziek. Wij togen er ambitieus op uit, verkortten ons leven wellicht met enkele maanden, en noopten vervolgens de uitgeputte ledematen tot het schrijven van onderstaand verslag; en dat allemaal voor uw vermaak.
Dag 1 was voorbij, leve dag 2. Okselfris gewassen en met net geschoren babywangetjes en een helder hoofd togen we weer richting wei.
School Is Cool wreef ons die vrijdagmiddag maar al te graag de toch nog achtergebleven smurrie uit ogen en oren. Aan de hand van een schuimkanon, enkele circle pits maar vooral veel uptempo topmuziek deden ze de The Barn uit hun hand eten. Een beetje overdonderd door de grote opkomst, maar van bij opener World Is Gonna End Tonight zat alles strak. De gevraagde hiphopdans tijdens Us Junkyard Kids kostte ons dan ook geen moeite! Afsluiter New Kids In Town deed zelfs het Hé-lang-geleden- gevoel opwellen. België boven!
En hoe mottig het kapsel van Miles Kane ook was, ook hij genoot al gitaar rammend van het Belgische publiek. Rearrange was de start van een uurtje pure rock-’n-roll op Britse wijze. Verbeten lip tijdens nieuwe single First Of My Kind en een cover van Jacques Dutroncs Le Résponsable incluis. De felle zangmomenten tijdens Quicksand, Counting Down The Days en Inhaler waren enkel een voorbode voor Come Closer. Het betere gitaarwerk wekte heuse voetbalstadiongezangen op voor deze ware kampioen. En terecht.
De eerste die ietwat door het ijs zakte was Wiz Khalifa. Met enkele overgeproducete singles schop je het klaarblijkelijk niet ver op een Werchterwei. Enkel de hiphopdeuntjes van Young, Wild & Free en uiteraard Black & Yellow deden ons even effectief geboeid richting Main Stage kijken.
Dan liever Perfume Genius, die wars van al het opgefokte festivalgedoe op hetzelfde tijdstip als Khalifa compleet zijn eigen ding deed in de Pyramid Marquee. Mike Hadreas en de zijnen deden geen enkele moeite om het publiek op te hitsen – zijn extreem intieme nummers over zelfverminking, seksueel misbruik, zelfhaat, en verslaving lenen zich daar ook hoegenaamd niet toe – maar slaagden er niettemin in om de aanwezigen uit hun hand te doen eten. De enthousiaste ontvangst ontroerde Hadreas zichtbaar. En wij smulden dankbaar mee van parels als Look Out, Look Out, Mr Peterson en Learning.
Op de Main Stage deed Gossip vervolgens wat het altijd doet: aangevuurd door frontvrouw Beth Ditto een feest van jewelste bouwen. Jemig, leuk allemaal, maar we hebben het onderhand wel al een keertje te veel gezien, en het frisse is er stilaan af.
Jack White was heel andere koek! Wie dacht dat de man na The White Stripes, The Raconteurs en The Dead Weather niets meer uit zijn mouw zou schudden waarvan monden zouden openvallen kreeg hier ferm lik op stuk. White is op tournee met twee begeleidingsbands, een volledig mannelijke en een volledig vrouwelijke. En vlak voor iedere show beslist hij naar wie de eer die avond gaat. Wij kregen de mannelijke te zien. En samen zorgden de heren voor het heetste dat we deze Werchtereditie te zien kregen. White vroeg zijn publiek beleefd of hij een countrysong mocht inzetten, en nadat hij de stemmen op fifty-fifty had ingeschat zette hij een zinderend Hotel Yorba in. We waanden ons een uur lang ergens aan de Mississippi Delta en kregen alle gedaanten van de grootmeester te zien. The Hardest Button To Button, Sixteen Saltines, Dead Leaves And The Dirty Ground, er werd ons niets ontzegd. Hoogtepunt was voor ons niet afsluiter Seven Nation Army (die song is nu voor de voetbalfans) maar een magnifiek Steady As She Goes.
In de Marquee leek Azari & III zijn start te missen. Manhooker rammelde wat en het duurde de Canadezen iets langer dan hen lief was eer de dansvloer opgewarmd raakte. Zo ging hitje Manic aan het leeuwendeel van de Marquee onopgemerkt voorbij. Maar, het lukte alsnog. De dance werd niet om het nummer stilgelegd, maar nu simpelweg aan elkaar gesmeed, en vertrokken was de trein. Tegen afsluiter Into The Night waren de blikken verwonderd vanwege het te snelle eind.
We hadden ons op voorhand al meermaals luidop afgevraagd of dEUS wel van dusdanig kaliber was dat ze na de grote Jack White stand zouden kunnen houden op het hoofdpodium. Ons ongelijk werd door Barman en co bewezen, maar veel overschot hadden ze niet. dEUS speelde een bevlogen set, die echter kampte met enkele mankementen. Mauro was tijdelijk onhoorbaar tijdens zijn quintessentiële solo in Instant Street – doodzonde! – en de nummers van Following Sea vielen niet in de goede plooi. Daartegenover stond dat dEUS altijd dEUS blijft, en over zulk een weelde aan nummers en talent beschikt dat ze ons telkens weer weten bekoren. Wij zijn onze goden niet afvallig.
Lana Del Rey had geen moeite om met de deur in huis te vallen. Een koffer vol klasse om de critici lik op stuk te geven en meteen enkele topnummers als Blue Jeans, Born To Die en Summertime Sadness maakten er een vrij ingetogen, maar toch glorieus concert van. De afwezigen hadden ongelijk!
Over Pearl Jam kunnen we kort zijn: ze deden ons niets, en dat zullen ze nooit doen. Vedder stond als vanouds te schreeuwen dat er iets scheelde met een zekere Jeremy, maar op het einde was iedereen nog steeds Alive. Als we ons niet vergissen hoorden we ook een gitaar, maar we waren alweer om drank. Onze oprechte excuses voor de velen die wel fan zijn, en die aan hun geraas en gebral te horen wel degelijk sterk onder de indruk waren van dit optreden. Het ligt aan onze opvoeding.
Balkan, anyone? Beirut is meer dan dat. Zonder aankondigen Santa Fe van eerste waakvlammetje tot een ferme warmtebron doen oplichten met veel bombast en accordeons haalde ons meteen over de streep. De trompetten kregen vaak de hoofdrol en dat deerde nagenoeg niet. Beirut was op de afspraak.
Dat is ook het minste wat je van Birdy Nam Nam kon zeggen. Met z’n vieren achter acht decks, een feestformule die resulteerde in een ongezien snelle aaneenschakeling van harde stampers. Weinig volk, maar zo was er des te meer plaats om te dansen. Nog een Mehdi-ode ertegenaan en iedereen kon afgepeigerd naar zijn tent.
Andreas Hooftman - Ben Moens