Rock Werchter 2011 - Dwingende rock, harde beats, een suf supertalent en een arrogante Gallagher
Festivalterrein, Werchter, 7 juli 2011
Opzij, opzij, opzij. Maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelooflijke haast. Rock Werchter is van start gegaan en belooft vanaf dag 1 te spetteren. Wij keken op die eerste dag vooral uit naar TV On The Radio, James Blake, Queens Of The Stone Age, Beady Eye en The Chemical Brothers.

Grote baas Schueremans wil meer podia. Pukkelpop achterna. En dus is Werchter als locatie in gevaar. Want drie of vier podia op de weide plaatsen lijkt onmogelijk. Verhuizen naar Brustem is een optie.
Maar, los van de vraag of verhuizen wel zo'n goed idee is, betekenen meer podia meer keuzes. Meer frustraties als gevolg van gemiste kansen. Het is nu al moeilijk kiezen tussen de grote namen op de Main Stage en de revelaties in de Marquee. Dat zorgt, samen met het aanschuiven, het zoeken naar parking en zich banen door het publiek soms voor gevloek.
Zo misten wij oude snoeper Seasick Steve, wat we ons - gezien de reacties van mensen die wél op tijd waren vertrokken - achteraf behoorlijk beklaagden. Maar geen nood, want TV On The Radio toverde vanaf de eerste noten een glimlach op ons gezicht.
Die glimlach verdween nooit tijdens hun furieuze optreden. Geen tijd om te rouwen om bassist Gerard Smith die eerder dit jaar overleed, want met een set die begon met Halfway Home en eindigde met het fantastische Wolf Like Me dompelden ze de Marquee een uur lang in een dwingende roes.
Er mocht dan wel geen rouw te bespeuren zijn, rauw was het zeker. Ze klonken opvallend meer punk dan op plaat. Noem het psycho-rock of zwarte indiepunk, live klonk het fantastisch.
Toegegeven, de zes zien er vreemd uit. Bizar zelfs. Gitarist Kyp Malone als kruising tussen zwarte Sinterklaas en saaie professor, zanger Tunde Adebimpe als brave huisvader en een trombonist met paars hemd op de achtergrond. Maar zet ze samen op een podium en er gebeuren wonderlijke dingen. Hoogtepunten waren de geweldige versie van Young Liars met striemende gitaren, het grootse Staring at the Sun en - natuurlijk - als afsluiter het eerder genoemde Wolf Like Me.
Vergeleken met de energieke, snelle set van TV On The Radio was die van supertalent James Blake suf, mak en lauw. Bijzonder jammer, van iemand die we eerder al de hemel ingeprezen hadden. Maar misschien lag net daar het probleem. De verwachtingen waren zo hoog gespannen, dat enkel een briljante set ons zou kunnen bekoord hebben.
Blake deed bij momenten wat van hem verwacht werd, maar verrastte nooit, blonk niet uit en greep ons niet bij de keel. Gevolg: geen kippenvel bij Limit To Your Love, geen danspasjes bij Klavierwerke.
We willen hem nog niet afschrijven, maar het woord genie zullen we niet snel meer in de mond nemen om deze jongeman te omschrijven. We vonden het dan ook niet zo heel erg dat we vroegtijdig de Marquee dienden te verlaten.
Zeker niet omdat we wisten dat op de Main Stage Queens of the Stone Age hun opwachting maakten. Vorig jaar al briljant op Pukkelpop, tekenden Josh Homme en co opnieuw voor een set om duimen en vingers bij af te likken. Homme was opvallend goedgeluimd, wat resulteerde in wat goedkoop gepaai als: "Dit is een prachtige avond. Ik denk niet dat ik hem ooit zal vergeten." We hebben geen mooie woordjes van de rosse Mister Cool nodig, maar we vergeven het hem graag.
Zeker wanneer hij weer eens een verschroeiende gitaarsolo met wiegende heupen ten beste gaf of het publiek verzekerde dat hij niet meer dronk. Waarna hij een flinke teug wodka nam en ons verzekerde dat hij ook niet minder dronk. Dat was al meer de Homme waar wij van houden.
Muzikaal had de set alles waar je op hoopte. Natuurlijk waren er de klassiekers als Make It Wit Chu, Little Sister, No One Knows en A Song For The Deaf, dat weer aan een verschroeiend tempo werd gespeeld, met dank aan drummer Joey Castillo. Maar ook verrassende pareltjes als Tangled Up In Plaid en The Fun Machine Took A Shit and Died werden met evenveel enthousiasme en overtuiging gebracht.
Opvallend trouwens hoe scherp en hongerig de Queens op het podium stonden. Voor een band die zoveel speelt - steeds meer in België ook - is dit een zeldzaamheid. Eentje waar we heel blij om zijn, want dit was een ware triomftocht.
Helemaal anders was Beady Eye, of Oasis zonder Noel Gallagher. Zij speelden gewoonweg een vervelende, arrogante set, onderstreept door de nochalante houding van frontman Liam Gallagher. Wit handdoekje nu eens rond de nek, dan weer rond de pols of bengelend als een staart tussen de benen, opende hij - een kwartier te laat - met Four Letter Word, dat grandioos naast de maat en toon werd gezongen.
Een voorbode voor wat komen zou. Het was geeuwen geblazen met af en toe gefronste wenkbrauwen van plaatsvervangende schaamte. Van ons mocht hij gerust wat vroeger zijn microfoon in het publiek gesmeten hebben.
Afsluiten deden we donderdag op de beats van The Chemical Brothers. Het was koud en het regende, maar Ed Simons en Tom Rowlands vuurden de bleeps en beats zo vrolijk op ons af, dat we het af en toe toch behoorlijk warm kregen. Het had iets weg van een rave in de regen, al reageerde het publiek eerder lauwtjes.
Geen verrassingen tijdens de zevende passage van The Chemical Brothers op Rock Werchter, maar hun gekende en goedgekeurde formule: een visueel spektakel, twee schimmen en veel scheurende bassen. Goed, maar ook niet meer dan dat.