Rock Werchter 2010 - Tieneropvang, jong bloed én The Specials

Festivalpark, Werchter, 6 juli 2010

Voor wie er nog aan twijfelde, ook de zon was nieuwsgierig naar Rock Werchter. Tijdens festivaldag twee leek ze ineens weer enkele lichtjaren dichterbij. De hitte was bij momenten ondraaglijk. Maar hoe dan ook was het business as usual. De Main Stage zorgde met bands als Paramore en 30 Seconds to Mars vooral voor tieneropvang. De Marquee, daarentegen, was niet te missen om zijn veelzijdige programma, met veel jong bloed. Het waren echter de oude rotten van The Specials die de boel deden ontploffen. Tezelfdertijd maakte Editors het mooie weer op het hoofdpodium.

Rock Werchter 2010 - Tieneropvang, jong bloed én The Specials



Maar in den beginne was er Balthazar. De Belgische sensatie tekende voor een no-nonsense-optreden, waarin het ijzersterke ‘Applause’ (2010) er in zijn volledigheid werd door gejaagd. Van bij de eerste stompen van The Boatman dwong de band iedereen in een feeststemming en werd de thermostaat nog enkele graden hoger gedraaid. Hunger At The Door, een van de latere songs in de set, werd zelfs nog intenser ingezet dan de rest. Balthazar laat niets aan het toeval over.

Maar spontaan zijn ze wel: fysiek elastisch en verbaal zelfverzekerd. Ondanks zijn prille bestaan, heeft de band toch al enkele hedendaagse klassiekers in de mouwen: Wires, Fifteen Floors, Hunger At The Door,… Dat alles werd vurig gespeeld door een stalen ritmesectie, vier stemmen en een wispelturige viool. Blood Like Wire nam meer tijd om open te bloeien. De feestsfeer was even weg, maar Balthazar eindigde in majeur. Een gloedvolle vuurdoop.

The Morning Benders werden terecht aangekondigd als de herboren Beatles. Neem hun uitstekende album ‘Big Echo’ er maar eens bij. Van die glorieuze pop was echter geen spoor in de Marquee. De set ving aan met een broeierig, maar slaapverwekkend gitaartapijt. Om er zeker van te zijn dat die aanpak werkte, werd zij in het merendeel van de nummers herhaald. Wrong bet!

Promises was nog een degelijke ode aan The Moody Blues, maar de Joy Division-cover Ceremony was niet het dansnummer waarvoor het moest doorgaan, miste karakter en werd veel te laag ingezet voor Chris Chu’s stem. Ook onze verwachtingen van Excuses stonden in schril contrast met het resultaat. De drieledige a-capella-passage kwam goed tot haar recht. Het betrof dan ook een tape. Elders leken bepaalde bandleden vergeten dat ze verondersteld werden te zingen. Misschien zijn het eerder ochtendmensen, maar live toonden The Morning Benders zich hoe dan ook magere beestjes.

Neen, geef ons dan maar de powerchords van The Gaslight Anthem. In zo’n veertien hoofdstukken wist het bonte gezelschap een volgepakte Marquee een dik half uur later perfect naar de hand te zetten. De goedlachse frontman Brian Fallon dolde met het publiek en kronkelde over het podium als een volleerd entertainer. Heel wat songs uit het nieuwe ‘American Slang’, gecombineerd met de luidkeels meegebrulde klassiekers uit ‘The ’59 Sound’ zorgden voor een onderhoudende en gedreven rock-‘n-rollshow.

Hoogtepunten noteerden we bij Old White Lincoln (al bijzonder vroeg in de set), een scheurend ’59 Sound en het slotoffensief met Boomboxes And Dictionaries en Here’s Looking At You Kid gevolgd door de weergaloze finale van The Backseat. Deze heren zijn duidelijk klaar voor het grotere werk. Volgend jaar, tegen een ondergaande avondzon op de main stage graag.

Met Corinne Bailey Rae stond er voor de tweede dag op rij een Britse dame in de Marquee geprogrammeerd. Dit keer echter geen rosse kuif, maar wel een afrokapsel in bloei en een kamerbrede glimlach. Bailey Rae bracht een uurtje ongevaarlijke soul. “Hoe ga je jezelf uit de slag trekken op een rockfestival?” werd haar vooraf gevraagd. “We’ll manage”, was haar repliek. En dat deed ze ook.

Geholpen door de hitte en haar sierlijke lichaamstaal, zette ze een zwoele set neer. Akkoord, rockers waren aan het verkeerde adres, maar die worden sowieso al vier dagen op hun wenken bediend. Vanaf Paris Nights/New York Mornings maakten we ook kennis met een straffe backing band. Songs als Like A Star kwamen mooi tot ontluiking en werden niet zelden intenser naar het einde toe. Bailey Rae straalde als diva zonder kapsones. Wij verzetten ons niet en raakten gecharmeerd.

Een mannelijke singer-songwriter die de zon mee in de tent sleurde, was Jack Johnson. De Hawaiaan speelde al een eeuwigheid niet meer in België. Het publiek was dan ook helemaal opgeladen om zich over te geven aan het zomerse menu dat Johnson hen voorschotelde. Met niet minder dan zeventien songs – waaronder Banana Pancakes en Red Wine, Mistakes, Mythology – dwong hij het publiek tot wegdromen naar wuivende palmbomen, cocktails in hangmatten en de witte schuimkoppen van een ultramarijne oceaan.

De enige echte helden van de main stage op vrijdag luisterden naar de naam Editors. Hun derde passage in ons Belgenland na de release van de laatste plaat werd meteen de kers op de taart voor Tom Smith en zijn gevolg.

Gevaarlijk dreigend werd de set afgetrapt met de apocalyptische titelsong van hun ‘In This Light And On This Evening’. Even dreigt de geluidsmix roet in het eten te storen, tegen het einde van An End Has A Start wordt dit rechtgezet en gaat het met Bones, Bullets en de drones van Eat Raw Meat = Blood Drool in crescendo naar een onvervalste zegetocht van dit jonge gezelschap uit Birmingham. De ene hit volgde de andere op en een charismatische Smith bracht de weide in vervoering met zijn ijzingwekkende bariton.

Racing Rats en Smokers Outside The Hospital Doors werden luidkeels meegebruld, waarop Papillon en Fingers In The Factories zorgden voor de genadeslag. Editors reed op Rock Werchter 2010 een nagenoeg foutloos parcours, wij hopen dat de contracten voor volgend jaar als headliner ondertussen al op tafel liggen.

“Didn’t The Specials kick the shit out of these young, new bands? If you missed it, you fucked up!” Dat vertelde James Murphy van LCD Soundsystem al vroeg in zijn set. daMusic miste The Specials niet. Goddank, want de elektriciteit die van de eerste tot de laatste noot in de lucht hing, kon zelfs LCD Soundsystem even later met zijn opzwepende ritmes niet evenaren.

De plooien tussen The Specials en de Werchterorganisatie zijn weer gladgestreken nadat de band dertig jaar geleden aanzette tot het bestormen van de security. The Specials kwam toen wel vaker ongewild in de media met rellen, maar hun 2 Tone ska, gespeeld met de agressie van de vroege punk blijft hun grootste verdienste en staat nog altijd als een huis.

De bandleden stonden al in de coulissen te skanken voor de band op moest. En opeens bestormden ze het podium en hielden ze lelijk huis met een blitzkrieg aan alom gekende hits (A Message To Rudy, Too Much Too Young,…) en gekartelde songs. Heel wat mensen konden zich blijkbaar nog altijd identificeren met rebelse teksten als die van Rat Race.

De baldadige bende danste, ging door de knieën, deelde water uit aan het publiek, scheurde haast de wanden van de tent,… Gitarist Roddy Byers had de vadsige gewoonte elke teug bier weer uit te spuwen – akkoord, hij had al genoeg op – en zanger Terry Hall leek niet alleen stoned als een garnaal, maar ook heerlijk arrogant, zoals toen hij het publiek toesnauwde: “C’mon you miserable bastards, join in!” Met tomeloze energie liet de band inderdaad de jonkies achter zich. Een tip: ook wie ska maar niks vindt, moet The Specials zeker een kans geven. Je hebt geen idee wat je overkomt.

LCD Soundsystem deed daarop vooral wat van hen verwacht werd. Het publiek werd vooraf opgeladen met Around The World van Daft Punk, de band die ooit bij James Murphy thuis kwam spelen (het nummer Daft Punk Is Playing At My House zou later nog de revue passeren). Daarna was er niet meer nodig dan een gigantische spiegelbal, een discobeat en een koebel. Zo schoot LCD Soundsystem uit de startblokken met Us vs Them.

James Murphy haalde niet zijn beste stem boven , maar was wel goed geluimd én in een praatbui. Als frontman is hij ook de motor die de muziek laat grooven. LCD kreeg het publiek dolenthousiast bij songs als All My Friends en Yeah en zorgde met immer toenemende felheid voor een waardige afsluiter van een al bij al geslaagde tweede festivaldag in de Marquee.

Fabian Desmicht, Kevin Vergauwen

6 juli 2010