Rock Werchter - Drank en drugs zorgen voor hoogdag

Werchter Weide, Werchter, 19 juli 2010

Vrijdag kondigde zich aan als een dag vol strakke rockbands op het hoofdpodium, terwijl er één vraag op eenieders lippen brandde: "Raken ze er ditmaal?" 'Ze' zijn uiteraard de grungehelden van Pearl Jam, die na vijftien jaar eindelijk hun eerste passage op het Heilige Gras verzorgden. Maar voor het zover was, werd de aandacht getrokken door nobele onbekende Jason Mraz. Die bracht in een nauwelijks gevulde Marquee een onverwacht sterk optreden ten berde, enkel gewapend met een gouden stem en een akoestische gitaar waarmee hij dat grote podium tegemoet stapte. Toch ging onze meeste aandacht naar het grote podium, waarbij we wel snel de ondefinieerbare geluidsbrij van Enter Shikari proberen te vergeten.

Rock Werchter - Drank en drugs zorgen voor hoogdag



Onder hemelse koren en met een prachtige ‘I don’t care’-attitude kwamen we iets later in de Bijbelse southernrock van Kings of Leon terecht, die na de doorbraak met 'Aha Shake Heartbreak' nu met 'Because of The Times' een grote kanshebber hebben op onze plaat van het jaar. Met een karrenvracht seventies-invloeden slingeren ze ons doorheen prachtige versies van King of the Rodeo, The Bucket en California Waiting. Het publiek mag dan maar meezijn vanaf hitsingle On Call, wij zagen een potige staaltje classic rock én Eddie Vedder, die tijdens een puik Trani zijn tamboerijn aan diggelen komt slaan. Veelbelovend, allemaal.

Bloc Party
zweeft op zijn beide albums ergens tussen geniale gitaarmuziek en dralerige teenage angst in, maar geen enkele criticus is bestand tegen hun meer dan uitstekende livereputatie. Ook op Werchter bevochten de jonge Britten standvastig de regen die met vlagen over de wei viel, tot uiteindelijk zelfs de zon zich gewonnen moest geven. De band had daarvoor wel een uitstekend wapenarsenaal meegenomen. Niet elke groep kan het zich veroorloven om killersongs als Hunting For Witches en een semiklassieker als Banquet als verkenners enorm vroeg in zijn setlist te droppen, zonder een moment te verslappen. Het hortende The Prayer vloog niet veel daarna over de wei, om de baan vrij te maken voor het ware slotoffensief. Dat offensief was zowel teder en liefelijk, met een haast mierzoet So Here We Are, als snoeihard, met een bitsig en stevig rockend Like Eating Glass als voornaamste exponent. Helicopter vloog als een splinterbom alle kanten op en zorgde ervoor dat ook de laatste uithoeken van de wei geraakt werden door de passie die de vier jonge Britten op het podium uitstraalden. Bloc Party bevestigde zichzelf live opnieuw als grote vernieuwers en geeft daarmee reeksgenoten als Franz Ferdinand en Interpol het nakijken.

Lily Allen als zomerhype typeren, we zullen de fout niet gauw meer maken. In het gekende zwarte jurkje en onder begeleiding van een magnifieke liveband verrast ze ons keer op keer met aanstekelijke zomerse deuntjes. Zelfs een verkoudheid krijgt haar niet klein. Met een fles Jägermeister in de aanslag bracht ze met veel nonchalance de Marquee in beweging op ronduit swingende versies van Little Things, Smile en Sunday Morning. Het excellente Knock ‘em Out kreeg meteen ook een ijzersterke bigbandsound aangemeten. Het blootsvoetse schorem is niet vies van een cover, daarover liet ze ook geen twijfel bestaan. Blondies Heart Of Glass zat nog steeds te pronken in haar setlist en kreeg in Werchter het toepasselijke gezelschap van Kaiser Chiefs' Oh My God. Met afsluiter Alfie kreeg ze ons verrassend genoeg voor de eerste maal op ons kookpunt.


Hoeveel albums Josh Homme nog maakt met zijn Queens of the Stone Age, nooit zullen ze de kracht van op ‘Songs for the Deaf’ kunnen evenaren, evenmin als het ultieme ‘dream team’ (Grohl, Lanegan, Oliveri) dat Homme toen rond zich had verzameld. Toch blijft zijn laatste worp, ‘Era Vulgaris’, een op zijn minst verrassende terugkeer naar de typische desert sound die de Queens kenmerkte op hun titelloze debuutplaat.
Niet dat het live voor veel verandering brengt. Homme blijft nog altijd één van de meest coole figuren op een festivalpodium, die zijn Queens langsheen een trits heerlijke songs leidt. Misfit Love bevat een heerlijke intro en een dito riff, single Sick Sick Sick nestelt zich met zijn falsetstemmetjes onweerstaanbaar in ons achterhoofd, en we vergeven hen zelfs de Nirvana-ripoff in 3’s & 7’s. Maar vooral onverslijtbaar zijn de oudere songs, waarin Josh Homme gul was. Een tienminutenversie van Feel Good Hit of the Summer, aangekondigd als ‘a list of my habits’, inclusief lichte sneer naar de frêle Amy Winehouse, zorgde voor een eerste hoogtepunt midden in de set, niet veel later beuken anthems No One Knows en Go With The Flow in op een festivalpubliek dat zich met graagte laat meeslepen. Het ultieme hoogtepunt van een quasi briljant optreden zit echter achteraan verscholen, wanneer de band een verschroeiende versie van A Song For The Dead inzet. Hulde overigens voor drummer Joey Castillo, die zich een hele set de ziel uit het lijf klopte op z’n drumketels, en zich dan nog op het einde – tong uit de mond, blik op oneindig – nog eenmaal volledig geeft tijdens de rammelende drumsolo's van A Song For The Dead. Zeiden wij iets over Dave Grohl?

Eindelijk, eindelijk. Vijftien jaar ongeduldig wachten werd beloond, de meest legendarische grungeband uit de jaren '90 betrad het heilige gras van Werchter. Pearl Jam raast van bij het begin van hun concert door. Achtereenvolgens worden Go, Animal, Brain of J en World Wide Suicide als zijnde het een wervelwind op ons losgelaten, zonder enige commentaar en met het vuur van de grote dagen.
Net voor we ons zorgen zouden gaan maken begint Vedder dan toch aan zijn alomgekende preek, een rondje Bushbashing zoals we dat enkel van hem verdragen, gevolgd door een wondermooie akoestische versie van Smile. Het was slechts een adempauze, want wat later gaat de trots van Seattle door met een concert zoals we dat van een headliner op het beste festival ter wereld zouden mogen verwachten. Onzer aller favorieten Even Flow, Why Go?, Given To Fly, het talrijk meegezongen Betterman en een prachtige stadionversie van Alive passeren glansrijk de revue. Het publiek smelt, terwijl Vedder – met een fles wijn in de hand – zich excuseert voor z’n vreselijke stemgeluid van die avond. Wij hebben er op enkele luttele seconden na amper iets van gemerkt en laten ons in het traditionele slot (The Who-cover Baba O’ Riley) een laatste maal in vervoering brengen. Josh Homme brult nog een regeltje mee en daarna zeggen we het fenomeen, na twee prachtige bispartijen en een haast legendarisch concert, tot gauw.

19 juli 2010
admin