Rock Herk 2018 - Een melancholische start

Olmenhof, 19 juli 2018 - 20 juli 2018

Rock Herk 2018 - Een melancholische start

De organisatie van Rock Herk wist dit jaar uit te pakken met een indrukwekkende line-up. Op de openingsdag van het festival werd dan ook reikhalzend uitgekeken naar de passage van Triggerfinger, de band met een ijzersterke livereputatie. Verwachtingen die we toch elders moesten laten inlossen.

 

Met ‘Colossus’ verraste Triggerfinger vriend en vijand. Op een positieve manier, weliswaar. Het eclectisme waar de band zo mee speelt, is gewoon om duimen en vingers van af te likken. Als we dan toch de zwakke punten moeten aanduiden, zouden we het gebrek aan samenhang en overredingskracht aankaarten. Laat dat nu net de valkuil zijn waar ze, ondanks hun torenhoge livereputatie, intrapten.

Niet dat het slecht klonk, maar veel nummers leken gewoon niet geheel tot hun recht te komen. Ze slaagden er niet in om zichzelf te vernieuwen, waardoor de performance langdradig dreigde te worden. Er waren ook geniale momenten, zoals My Baby’s Got a Gun, maar non-stop bekoren deden ze ook niet, hoewel er aan kunde en nonchalance geen gebrek was.

Overtuigender was Faces On TV. De groep achter Jasper Maekelberg, producer/mixer van Tsar B, Warhola, Bazart en Douglas Firs, bracht een uiteenzetting van nummers om op te schuren, te soezen en weg te dromen. Van Dancing After All bouwden ze gestaag op naar hoogtepunt Suspicious, met die leuke didgeridoo en intense percussie. Ook Love/Dead en Night Funeral klonken heerlijk fris en perfect uitgebalanceerd. Alleen jammer dat Maekelberg zijn nummers soms iets te lang rekt, waardoor de aandacht af en toe dreigt te verslappen. Desondanks bleef die typerende sound van exotische percussie, kabbelende fluitdeuntjes en melancholische stemgeluiden nog uren in ons hoofd ronddwalen.

Melancholie die overigens nog eens extra toegediend werd door Mark Lanegan. Zijn hese, krasserige stem dook meermaals onder het zeespiegel, terwijl hij zich daar zo sober en onbeweeglijk aan zijn microfoon vastklampte. Bleeding Muddy Water rekenen we tot de beste nummers die hij bracht, zo intiem en intens, maar er was natuurlijk ook plaats voor wat steviger werk. Met Hit The City ontwaakte hij de weide, alvorens hen weer terug het graf in te sturen met Sister. Lanegan kraste, schuurde en betoverde onze ziel, om ons vervolgens gebroken en hunkerend achter te laten in de nachtelijke duisternis.

Ook nog een dikke pluim trouwens voor Ruiner, die al vroeg op de dag uitpakten met hun oorverdovende hardcore punk. En ja, zelfs zo vroeg op de dag was het publiek al helemaal klaar om los te gaan. Niet voor niets riep vocalist Rob Sullivan halverwege de set: "Jullie hebben echt een Johnny Depp-level op vlak van elegantie." Niet dat dat anders kon, met zo'n muziek. De band verpakte gevoelige thema's, zoals verloren geliefden of teleurstelling, in een rockend jasje, dat nog eens op een strakke, allesvernietigende manier werd gebracht. Meermaals sloop Sullivan als een prooidier over het podium, om dan op heel precieze momenten toe te happen. Geboren jagers, die gasten van Ruiner. 

21 juli 2018
Jeroen Poelmans