Richard Hawley - Meester Sfeerschepper
Botanique, 7 juni 2012
Het lijkt in het muzikantenmilieu stilaan bon ton te worden om eerst te kiezen voor een concert in een kleinere zaal om daarna in het najaar de grote zalen uit te verkopen. Perfume Genius vroeg specifiek om de rotonde voor zijn optreden tijdens Les Nuits en Richard Hawley had geen zin in het Koninklijk Circus, maar opteerde voor de meer beperkte Orangerie van de Botanique. En in het najaar staat hij dan in de Ancienne Belgique. Nu weet u meteen al waar naartoe op 12 oktober.

Vooraleer de grootmeester zijn opwachting zou maken mochten Smoke Fairies nog aantreden. Dit Britse duo heeft het duidelijk voor de blues, maar schuwt ook de rokerige, donkere folk niet. Terwijl de stem van de blonde Jessica Davies vrij diep ging, verkende Katherine Blamire vooral de hogere regionen van de toonbalken.
Met de steun van hun band leverde dat best een interessant geluid op, maar aan de andere kant leken ze ook de eentonigheid niet altijd te kunnen omzeilen. Desondanks was dit een aangenaam voorprogramma. Al durven we te betwijfelen (op dit moment althans) of ze het ooit veel verder dan dat gaan schoppen.
Het was raar opkijken toen Richard Hawley het podium opgereden werd in een rolstoel. De man had namelijk een been gebroken toen hij – zo legde hij uit op vraag van een fan – was uitgegleden op een trap in Barcelona. Maar dat weerhield hem er niet van om zijn zo typische songs met veel animo te brengen.
Want als er een ding is dat Richard Hawley als geen ander kan, dan is het wel sfeer scheppen. Met zijn croonerige stem, zijn typische, boeiende gitaarspel en de bijpassende arrangementen zet hij eenieder op zijn eigen wolkje om hem/haar te verwarmen met zijn songs.
Waar hij dat op zijn vorige platen op eerder ingetogen wijze deed, liet hij zijn gitaar wel ronken op ‘Standing At The Sky’s Edge’ en dat mocht geweten zijn. Regelmatig liet hij het publiek horen dat hij zin had om te rocken en dat zette hij dan kracht bij met songs als het titelnummer van zijn laatste plaat of met Down To The Woods, waarmee de set werd afgesloten en dat, zoals wel meer nummers die avond, ingenieuze gitaarsolo’s meekreeg.
Tussendoor maakte hij uiteraard uitstapjes naar het verleden. Ook dan liet hij vaak een verhaaltje aan zijn liedjes voorafgaan. Tonight The Streets Are Ours – ooit nog te horen in een aflevering van The Simpsons – was daar een goed voorbeeld van. En het prachtige Seek It ging bijvoorbeeld over de onstilbare, maar hopeloze zucht naar perfectie. Tijdens het spelen liet hij zijn gitaar ook heel af en toe voor wat ze was en leek hij zijn nummers te willen illustreren met handgebaren.
Hoewel dit een uitstekend concert was en we genoten hebben van de muzikale zonsopgang die Soldier On is, of van Before dat wel twee gezichten lijkt te hebben, konden wij toch niet aan het gevoel ontkomen dat het niveau tijdens zijn laatste passage toch nog net iets hoger lag. Maar misschien is dat net eigen aan het rockgehalte van de nieuwe songs.
Nadat hij Lou Reeds Waiting For The Man zijn eigen, zij het iets mindere, versie meegaf en ons op min of meer algemeen verzoek nog meenam naar The Ocean, kwam er een einde aan een mooi optreden. De buzz voor het najaarse concert is hiermee op gang gebracht. De mond-tot-mondreclame doet ongetwijfeld de rest.