Razorlight - Heeeeeeere's Johnny !!!
Ancienne Belgique, Brussel, 8 november 2008
Aangename verrassing is het optreden van Minérale als support act. Wij zagen hen ooit optreden voor een thuispubliek in de Botanique als voorprogramma van The Long Winters. Merkwaardig genoeg daagde er toen meer publiek op voor hen dan voor de hoofdact. Dezer dagen hebben ze ongetwijfeld aan zelfvertrouwen gewonnen. De donkere zonnebrillen waarachter ze zich toen verscholen, zijn achterwege gelaten en hun nummers zijn eveneens gegroeid. Ze lonken duidelijk naar Coldplay, Snow Patrol en aanverwante, maar blijven desondanks origineel genoeg. Radiohitje Shut Up opent de set en valt duidelijk in de smaak bij de aanwezigen. Misschien verdrinken ze uiteindelijk wel in de zee van nieuwe groepjes, maar dit optreden – dat trouwens abrupt wordt afgebroken door de organisatie – mag er best zijn.En Razorlight ? Die doen waarvoor ze gekomen zijn: de zaal van bij het begin bij de keel grijpen. Als volleerd circusdirecteur dirigeert Borrell zijn band, die enkel en alleen in functie van zijn persoon lijkt te bestaan. Oh jawel, leadgitarist Björn Agren doet zijn werk uitstekend, levert scherpe solo’s af, maar houdt zich verder netjes op de achtergrond. En bassist Carl Dalemo mag zich dan gedragen alsof de wereld aan zijn voeten ligt, hij weet donders goed dat Razorlight wordt gedragen door zijn voorman. Enkel drummer en occasioneel backing vocalist Andy Burrows heeft duidelijk een meer uitgesproken persoonlijkheid, bespeelt zijn instrument als een bezetene en legt samen met Dalemo een heerlijke fond, waarmee meesterkok Johnny virtuoos aan de slag kan.Het witte shirtje dat hij boven zijn witte broek draagt, verdwijnt onvermijdelijk in de coulissen na Don’t Go Back To Dalston, waarna hij – Iggy Pop achterna – zijn pezige lijf met een exhibitionistische gretigheid toont aan de gillende meisjes op de eerste rijen, er daarbij zorg voor dragend dat zijn broek nog net de eerste plukjes schaamhaar vrijgeeft. Het hele podium wordt gebruikt en ook het publiek dat zich in de zijbeuken bevindt, wordt bij de show betrokken. Als geen ander geeft hij je het gevoel dat iedereen welkom is. De handen gaan dan ook gewillig en veelvuldig de lucht in en het publiek golft van links naar rechts waardoor de sfeer al snel broeierig wordt.

“En de muziek ?”, zult u terecht opmerken. Wel, ook muzikaal zit het wel goed. Zoals al eerder aangegeven doet het groepje van Johnny het namelijk uitstekend. Wij horen mooie versies van singles In The Morning en America, een lekker rommelig Who Needs Love? als eerste bis, maar geven ook dit jaar nog steeds de voorkeur aan Pop Song 2006, dat er net als op plaat ook op het podium bovenuit steekt. Maar misschien had u zelf wel een andere voorkeur. Laat u dan ook door ons geenszins de les lezen en ga ze op één van de zomerfestivals zelf bekijken. Want ook in een wei weet Johnny Borrell zeker de brand te krijgen.