Radical Face - Moord en jojo
Ancienne Belgique, Brussel, 3 februari 2012
Voor het Belgische podiumdebuut van zijn groep Radical Face, mocht Ben Cooper al meteen het bordje "Uitverkocht" boven halen. De knusse AB-Club liep helemaal vol voor deze Amerikaanse songsmid die het eerste deel kwam voorstellen van een muzikaal drieluik dat diep geworteld is in de Amerikaanse songwritingtraditie. In het voorprogramma konden we kennis maken met een andere beloftevolle singer-songwriter uit Engeland.

Het merendeel van het publiek was duidelijk niet erg geïnteresseerd in Benjamin Francis Leftwich, want enkel gewapend met zijn gitaar moest de jonge snaak opboksen tegen heel wat gebabbel in de zaal. Diegenen die zich wel de moeite getroostten om hun aandacht erbij te houden hadden al snel in de mot dat deze kerel niet alleen een heel eigen stemgeluid had, maar ook een reeks sterke songs kon voorschotelen, die het midden hielden tussen Eliott Smith en Nick Drake. Eigenlijk was het een serieuze afknapper dat zijn stille liedjes niet meer respect kregen. We zijn beter gewend van het AB-publiek. De man liet weten in april terug te komen naar ons land. Hou het in de gaten.
Dat Ben Cooper, de bezieler van Radical Face, een rasechte verteller is was duidelijk van zodra hij plaats nam op het podium. Hij gaf uitleg over de rugblessure die hem tot een zittend optreden verplichtte. En ook tussen de nummers door ging het er heel gemoedelijk aan toe. Het huiselijke sfeertje was een welkom tegengewicht voor de toch wel gewichtige thema’s van zijn nummers. Hij putte vooral uit zijn cd uit 2007 ‘Ghosts’ en zijn (bij ons) pas verschenen ‘The Roots’, het eerste deel uit een trilogie die ‘The Family Tree’ heet en gaat over de ondergang van een familie over verschillende generaties heen in het Amerika van de negentiende eeuw.
Cooper zingt met hoge stem en de meeste van zijn songs klinken vrolijk, maar schijn bedriegt: in zijn liedjes kwamen de meest lugubere (veel moord en dood) en naturalistische (huiselijk geweld, landloperij) thema’s aan bod. En telkens gaf hij op ironische toon wat uitleg bij de nummers, soms tot grote hilariteit van het publiek. Een lied over een man die zijn tweelingbroer in zijn armen ziet sterven? Daar kan je maar beter om lachen om er niet te lang bij stil te staan.
Godzijdank bleef de relativerende toon beperkt tot de bindteksten en konden we ons tijdens de uitvoeringen laten meenemen in de donkere verhalen van de nummers, die met veel concentratie en overgave met een beperkte bezetting in de verf gezet werden. Op plaat is Radical Face rijk gearrangeerd, maar ook met begeleiding van enkel gitaar, piano en drums kwamen ze goed uit de verf. En dan weet je dat het sterke songs zijn.
Een moment waar we in een beschrijving van dit optreden niet omheen kunnen was de pauze, die er viel toen Cooper een snaar van zijn gitaar moest vervangen. Dit werd het moment de gloire van de fijnbesnorde drummer, het soort figuur dat uit een tekenfilm gestapt lijkt te zijn. De man bleek een kampioen in de fijne kunstvorm van het jojo-spelen en slaagde erin de zaal een volle vijf minuten te boeien met zijn trukendoos.
Het optreden ging absoluut in stijgende lijn en naar het eind toe wist Ben Cooper ons te overtuigen dat we nog veel van hem zullen horen. De man was duidelijk in zijn nopjes met de warme ontvangst die hij kreeg. Als uitsmijter mochten we kiezen tussen een cover van Prince of een medley met songs uit de Disney versie van Robin Hood. Het werd uiteindelijk de laatste optie en daarmee werd er een vrolijk punt gezet achter dit puike optreden.