Queens Of The Stone Age - Sorry Joshua

Sportpaleis, Antwerpen, 26 november 2013

“Sometimes everything goes wrong and there’s nothing you can do about it” zei Joshua ter aankondiging van I Sat By The Ocean en het vatte zo ongeveer hun eerste passage in het Sportpaleis samen. Niet dat het echt slecht was – daarvoor is Queens Of The Stone Age een band met te veel talent, ervaring en coolness – maar we hebben het al beter gezien. Veel beter.

Queens Of The Stone Age - Sorry Joshua



Visueel was de show af. De tune van A Clockwork Orange en knappe bijhorende visuals, die aftelden vanaf één minuut, kondigden aan dat het bijna zover was. Heel de show lang kregen we in neonlicht gedrenkte motels aan een verlaten autoweg op een regenachtige nacht (No One Knows), een duister bos bij nacht (Burn The Witch), bloed en doodskoppen (ongeveer al de rest) en een zwerm vogels die zoals in 'The Birds' van Hitchcock gevaarlijk op ons kwamen afvliegen in afsluiter A Song For The Dead.

Moet het nog gezegd worden dat het geluid in het Sportpaleis alweer niet goed was. Het duurde tot Burn The Witch, nummer vijf, tot er beterschap merkbaar was, maar bijna het hele optreden lang bleef het vechten met de sound. Op papier was You Think I Ain’t Worth A Dollar, But I Feel Like A Millionaire een gedroomde opener. Volle gas vooruit. Helaas ging de song verloren in een geluidsbrij. Grootste hits No One Knows en The Lost Art Of Keeping A Secret volgden daar meteen op, wat maakte dat ze nooit aanvoelden als een verplicht nummertje.

Burn The Witch kreeg een snedige solo mee, I Sat By The Ocean klonk goed en toen al volgde …Like Clockwork, die felomstreden kwetsbare pianoballad. Wij zijn fan.

In The Fade uit ‘Rated R’ was de verrassing van de avond en sloot perfect op …Like Clockwork aan. Maar het was pas toen ook nog If I Had A Tail en Kalopsia volgden (op zich geweldige nummers) dat we merkten dat de set wat inzakte en dat het publiek snakte naar een ontploffing.

Little Sister schudde iedereen wakker, Fairweather Friends klonk strakker dan op plaat, Smooth Sailing straalde pure seks uit en was het Millionaire-moment van QOTSA.

Make It Wit Chu, dat andere zweterige seksnummer, volgde meteen maar had meer weg van knuffelrock door de versiering met synths en de halogenen, die plots veel weg hadden van kerstboomverlichting. Joshua wilde een meezingmoment, maar moest de band de boel volledig laten stilleggen voor het publiek hoorbaar was. Zijn “Thank you very much” na afloop klonk - niet voor het eerst die avond - niet heel erg overtuigend.

En er waren meer problemen. De tweede helft van I Appear Missing hoort een duel te zijn tussen gierende gitaren, maar het werd een duel tussen de dreunende basgitaar en de drums die de gitaren naar de achtergrond verdreven. Bij Sick, Sick, Sick ontplofte het nog eens, maar afsluiter Go With The Flow ging auditief de mist in.

Het was pas bij de bissen dat alles werd zoals het de hele tijd had moeten zijn. Het rustige The Vampyre Of Time And Memory zocht en vond het perfecte evenwicht tussen piano en gitaar en tot slot werd er gepogood en geapplaudisseerd op Feel Good Hit Of The Summer en A Song For The Dead.

Veel problemen dus: een gevecht met het geluid, een grotendeels mak publiek en een ietwat routineuze Josh Homme. Ook heel wat positiefs te melden, maar als één van je grote helden altijd met gemak negens en tienen binnenhaalde en nu met moeite een zeven bij elkaar schraapt, dan doet dat een beetje pijn. Als Joshua en de zijnen wraak komen nemen op de festivals praten we alles uit. Bij een frisse pint op Rock Werchter.

26 november 2013
Geert Verheyen