Pukkelpop 2022 - De pop van Pukkelpop
Festivalterreinen Kiewit, 18 augustus 2022 - 21 augustus 2022
Pukkelpop was onthoofd. Met de gezondheidsproblemen van Fred Durst en dus het afzeggen van Limp Bizkit, moest het hoofdpodium het na zijn openingsact volledig stellen zonder deftige gitaren (Sorry George Ezra, you’re not in). Het overwicht voor deze zaterdag lag dus vooral op de “pop”. En op de pukkels dan. Want dankzij vele tiktok-mirakels en social miljoenenhittertjes die de vele podia sierden en populaire crownpleasers, werd vooral de categorie tieners stevig verwend.
En tieners zijn wij helaas niet meer. Dus zochten wij achter de façade van de vele eendagsvliegen of opgeklopte hit-idolen als Sean Paul (barslechte show!), Ybe, The Opposites of George Ezra (met hoog ideale schoonzoon-gehalte in zijn sneeuwbergen visuals) voor u naar een ander Pukkelpop. Eentje die ons een 25.000 stappen kostte, maar vele leuke verrassingen opleverde.
Bizkit Park (Main stage)
Creatief is de organisatie wel. Door wegvallen van hoofdact Limp Bizkit en onder sociale aanmoediging, werd als opener Bizkit Park gezet, onze inlandse trots die ode brengt aan de nu metal nineties. Na een filmische spoken word intro “jippiekayeee mothaf*cker” ging het vijftal zijn nu metal drums en gitaarhooks aan het rollen. Of aan het jumpen dan. Want daar gaat het in de cover metal mash up van deze band natuurlijk over.
Een verzoening tussen Limp Bizkit, Slipknot, Papa Roach, Korn of System of A Down, Linkin Park, … aangekondigd als Nu Metal Tribute Band. Inclusief petjes en ADIDAS joggingpakjes. Afwisselend rappend, zingend en scanderend en de menigte van toch al een dikke dertig rijen dik aan de main stage oppeppend in hun strakke mallemolen van (half vergeten) classic 80-hits en opfokkende riffs. Corey Taylor zou vanachter zijn Slipknot horrormasker allicht eens breed gelachen hebben moest hij nog in de buurt zijn, maar na zijn spetterende show die de vorige Pukkelpopdag afsloot, had hij allicht alweer zijn biezen genomen.
Kill The Logo (Backyard)
Het kon nog zwaarder. De bruliconen van .Calibre zijn razend op wat allemaal fout gaat in de maatschappij en hebben daarom hun hardcorewapens opnieuw ter hand genomen. En die blijken nog steeds vlijmscherp. Met #Deconsume #Livenatural en #Offthegrid in het groot op hun “we need a new riot manual”-website en tierend op single Taxes met snedige metalcore, gaat het vijftal voor een stevig stukje “in your face” geboks. Spijtig dat de op deze PP dag de twijfelachtige eer kregen de mensen uit hun tent te jagen en het festivalstof terug te laten opwaaien. Maar het was nauwelijks honderd meter stappen naar de Backyard, dus de band kreeg zijn fans mee om zijn straight edge status en het meegebrul met single Riot As One extra te versterken. We zien de erg strakke set en volle sound graag in een toekomstige gelegenheid terug. Nevertheless zeggen we het graag nog één keer: Lintfabriek lives!
De Staat (Main stage)
Naarmate de dag vorderde, daalde de punch van het gitaargeweld. Van België gingen we naar Nederland, waar De Staat als eerste van twee Noorderburen-acts het hoofdpodium mocht inkleuren. Letterlijk, met visuals met veel gekleurde vlakken die stevig afstaken tegen het strakke grijze maatpak van de clowneske frontman Torre Florim. Hun funky party crazy rock mash met vlotte indie dance beatjes ging er alvast lekker in. Soms met een rapmetalpunch die knipoogde naar de Beastie Boys, soms in pure gabber-dance-hilariteit (Who’s Gonna Be The Goat), maar meestal gelukkig toch met een stukje swingende gitaarriffs (Peptalk). De Franz Ferdinand van Nederland ginnegapte een uur in het rond. En wij lachten breed mee. “It is true. We are cool. We are gonna have some fun tonight”. Status als hoofdact bevestigd heren! Kijk maar eens naar YouTube lezer. Dan ben je zeker ook mee.
Stake (Club)
Helaas in overlap, een noodzakelijk gevolg van overprogrammering - Pukkelpop telt anno 2022 negen officiële podia en bijna evenveel DJ booths of talentenhoekjes. Maar we konden toch getuige zijn hoe de sludgemetal van Stake (zij noemen het grunge core) kwam, zag en overwon. Met zware headbangriffs die melodieus sterk genoeg waren om mee te brullen sneden de vier heren de Clubtent in stukken. Het kwartet gaat wat ons betreft een stuk verder dan in zijn vorig leven als Steak Number Eight. Gekleed in oranje salopet tierde Brent Vanneste zich de longen uit het lijf. Met fraaie zinnen als “get the f*ck out of my life” of “you can suck my f*cking cock”. In loodzware, logge gitaardistortions of in snel hakkende frasen die gebukt gaan onder de strakke mitrailleurdrums van Joris Casier. De vele Amenra shirts in de menigte logen er niet om: Stake staat aan de top van het Belgische gitaargeweld en aarzelt niet om zijn publiek tijdens zijn Most Critical Tour met scheurbuik achter te laten. Strak. Furieus. Verpletterend.
Arlo Parks (Marquee)
Eerlijk? De mellow, zoete souljazz van deze poëtische dame met haar hoge, frêle stem stond totaal niet op zijn plek in een grote Marquee. Met songs die het moeten hebben van subtiele elektronische onderbouw, softe bossa nova ritmes of een funky gitaarriffje, dient Arlo Parks te strelen. Stemverheffingen zijn sowieso niet te rijmen met deze vocaal kronkelende, opvallend sportief geklede, nieuwe ster aan het soulfirmament. Haar eerste passage in dit land had gerust in een meer intieme setting mogen zijn. Desalniettemin onthouden we met veel plezier de meest zwoele stem van Pukkelpop, de breedste smile van Pukkelpop én de meest sexy dancemoves van Pukkelpop. Samen met de fantastische, warme bashooks van Sam Harding.
Bertrand Flamand (Vall-EY)
In een verre uithoek verscholen in het bos, is dit podium dé plek voor de creatieve durvers. En dat gold zowel voor saxofonist Bertrand Flamand uit Brussel als zijn publiek, dat rond hem hing, lag, genoot. Met zijn baritonsax en een gigantisch arsenaal effectpedalen, vervormers en andere elektrische speeltjes zorgde Flamand voor een uur live solo improvisatie die veel sfeer brachten in deze uiterste hoek van het terrein. Soms met lange drones (die helaas wat te vaak in het niets bleven hangen en worstelden met de tekortkomingen van de geluidsinstallatie), soms met ritmisch geloopte noten tot soms heuse IDM-constructies waarover de man met diepe echonoten iedereen mee in hogere sferen nam. Of zelfs met digeridoo-achtige, circular breathing drones. Puur zen. Net wanneer hij een nieuwe song met diepe stoombootstoten opbouwde, reed achter het podium een trein voorbij. Even terug met de voetjes op de grond. Zonde, want we waren helemaal mee in zijn verhaal en kronkelden samen met zijn galmende noten tussen de bomen door. Andere tip voor de organisatie: zet geen biertoog aan een podium waar sfeer en minimalistische ambientmuziek de voornaamste factoren zijn.
SHAME (Club)
Gedaan met de rust. De Londonse bad boys van SHAME kwamen aan de beurt. Op plaat een leuke, zoveelste postpunk indieband met middenvinger teksten. Live wel wat anders. Het afgeborstelde boysband gehalte ging al snel aan flarden wanneer bassist Josh Finerty de botsballen onder zijn schoenzolen activeerde, hyperkinetisch het podium over een weer wipte en zich zelfs ongecontroleerd liet omvallen. Maar dan heb je ook Charlie Steen, een bitstig gesticulerende frontman en volksmenner die het midden houdt tussen Johnny Rotten en Henry Rollins. Vol gebalde energie en agressie die past bij zijn fucked up, scanderende roepsongs en die niet aarzelt om in het publiek te springen of er zelfs bovenop te gaan staan terwijl hij zijn teksten verder bespuwt. Dat tegen een verdomd doordachte achtergrond van gitaren een soort van psychedelische wall of sound opbouwt. Direct uit de streets of London, vol vuilbekkerij en vuile, verdomd aanstekelijke muziek. Born In Luton spuwen ze zelf uit. “I like you better when you’re not around.” weerklonk het in hun Tasteless. Niet wederzijds lads.
MDOU MOCTAR (Lift)
Even vreesden we dat de meest exotische band een ongelijke strijd tegemoet ging tegen de spastische gabberbeats van de Opposites van het tegenoverliggende hoofdpodium. Gelukkig waren we fout. Gekleed in traditionele toeareg tulband kledij, ging dit kwartet wat ons betreft en geheel onverwacht voor de trofee als topact van de dag! Wat een energie. Wat een collectieve trance en wat een oppeppende set die heel de tent al snel tot dansen aanzette. Denk aan de unieke drum- en basconstructies van Afrobeat (in haakse 3/4e of 5/4e ritmiek), afgewisseld met enkele rechtaan rockpatronen. Dit doorvlochten met een constant gesoleer van Jimi Hendrix-schatplichtige (woestijn)bluesriffs met psychedelisch wegdraaiende touch en traditionele Tamasheq zang. Desertrock zoals we nog nooit mochten meemaken. Pure collectieve extase die met een korte “allééé, allééé” in de micro en een handgebaar in de lucht keer op keer tot ontploffen werd gebracht. Of eventjes kort tot rust mocht komen in Khruangbin-achtige psychedelische momenten. Maar dan gekoppeld aan een technische finesse en vingervlugheid in de zogenaamde amasouf stijl die je tot verstomming slaat. We noteerden met plezier ook de naam Souleymane Ibrahim: de meest veelzijdige, energieke en fabuleuze drummer van Pukkelpop 2022. En ongetwijfeld ook komende vijf edities.
OVER MONO (Castello)
Van traditionele dans naar moderne dance kan op een zapfestival als Pukkelpop met een vingerknip (stappenteller: 19.460 stappen). We lieten ons verleiden tot de aankondiging als elektronische live act. Altijd een beetje een moeilijk verhaal als je twee heren achter een laptop ziet staan. Maar de Britse broertjes Tessela en Truss bouwden toch duidelijk hun songs en ritmes on the spot op en zorgden voor een mashup van minimal techno met tribal percussie naar feelgood house, trance en drum’n’bass in één mooi verhaal. Vol softsynth tunes en stemsamples voor de liefde van de luisteraar. Maar voorlopig wel nog zonder hits, waardoor de heren met hun net iets té eclectische setlist wel in de verte in de voetsporen van live dance duo’s als Orbital of Chemical Brothers kwamen, maar echt nog in de verte. Het gebruik van defibrilerende bassen of eenvoudige, industriële of warmtecamera visuals bleek niet helemaal voldoende om het publiek van de nabije Boiler dichterbij te trekken. Van de andere kant: de juiste blieps, funsamples en ravetunes zitten al wel verwerkt in breakbeat krakers als So U Kno of het hoofdtollende Everything U Need. Check hem en je bent meteen mee.
UNDERWORLD (Dance Hall)
De echte ravekoningen kwamen natuurlijk een uur later aan bod. Net voldoende tijd om niet geinspireerd te geraken door de met veel toeters en bellen aangekondigde, bedwelmende effecten van Tame Impala zijn “rushium” pillen ofte Australische psychedelische softrock. Te veel beats, te weinig melodie of finesse. Benevelende medicatie die ruikt naar grootschaligheid, daar passen wij liever voor.
Underworld kwam, zag en overwon met zijn lang uitgesponnen ravetunes, oppeppende ritmes, lome synths en scandeerzang van opperhoofd Karl Hyde. Met lazers en strobo effecten die de -alweer- tekort schietende geluidsinstallatie moesten maskeren. Helaas kreeg het duo uit Cardiff op onze eerste Pukkelpop kennismaking inmiddels 28 (!) jaar geleden even veel – of weinig – tijd toebedeeld. Op 60 minuten draaide de band er, net als toen, hoofdtollende kleppers als Rez/Cowgirl, Dark & Long en Nuxx door en dan was de tijd al half opgesoupeerd. En een kleine drie decennia later heeft de band nog wel wat meer op zijn palmares staan. Pakweg genoeg om drie uur lang het dak van de Lotto Arena weg te knallen, zoals drie jaar geleden bleek. De al even populaire stompbeats van King Of Snake en de duizelingwekkende repetitiviteit en subtiele opbouw van Everything, Everything of Two Months Off waren zonder twijfel stevige kersen op deze ultieme ravetaart. Het is enkel de bewustwording dat met een uurtje tijd écht tekortgekomen is aan Underworld zijn prestatie, die ons deed beslissen dat een even korte tijdslot voor afsluiter Charlotte De Witte op het hoofdpodium ons ook nooit ten volle had kunnen overtuigen nadat we ze een half jaar terug nog een mooi technoverhaal op tien uur tijd (!!!) hadden horen opbouwen.
Iets te veel “pop” voor ons dus.