Pukkelpop 2018 - Dag 4: polonaises en moshpits

Festivalterreinen Kiewit, 14 augustus 2018 - 17 augustus 2018

Pukkelpop 2018 - Dag 4: polonaises en moshpits

Drie dagen lang zagen we fantastische acts de revue passeren, maar ook de slotdag had nog heel wat voor ons in petto. We stampten in moshpits, waggelden mee in een polonaise en dansten tot de zon weer opkwam. En of Pukkelpop goed was!

Weetje: op Pukkelpop werden 214 T-shirts van Willy Sommers verkocht. Hoe dat kan? Omdat hij met zijn collega’s onder de naam Mauro & De Kempenzonen de wei in een heuse polonaise transformeerde. En dat om 11u55, wat voor de derde dag toch wel onfatsoenlijk vroeg is. Met Rik Verheye als praatjesmaker die alle gasten moest aan- en afkondigen wisten we eigenlijk al wel genoeg. Hij sprong als een dolle stier heen en weer, schuurde met Sennek, feestte met Daan en surfte op een enorme badeend over de hoofden van de toeschouwers, en toen had Willy nog niet eens het podium bestegen.

Tientallen bordjes met opschrift “Waar is Willy?” werden uiteindelijk toch wel beantwoord toen de “Sultan van het Vlaamse lied” kwiek en breed glimlachend het podium opwipte en Als een Leeuw in een Kooi inzette. Ook Zeven Anjers Zeven Rozen (“Wie kent die nog? Mijn eerste gouden plaat!”) werd luidkeels meegebruld, maar dat was nog niets in vergelijking met het feest dat losbarstte bij Laat de Zon in je Hart. Zelfs toen de show gedaan was en de groep, maar toch stiekem vooral Willy, minutenlang toegejuicht waren, hoorden we het refrein nog overal op de weide na-echoën. (jp)

 

Van de pionier van het Vlaamse lied vielen we in de grondleggers van het vrij jonge future bass-genre. Louis The Child, een jong duo uit Chicago, brengen pure, zomerse dansmuziek. Synthesizers waarvan de sound zwoeler is dan het weer, interessante drumloopjes die hier en daar een maatje overslaan en paradijselijke zangstukken worden steevast tot regelrechte bangers omgetoverd. Van het intieme Love is Alive vielen we in het tropische Fire en nóg tropischere Weekend, en zo toverde het duo, dat aanvankelijk moest starten met slecht een vijftal kleine rijen van diehard fans, plots een volle tent tevoorschijn. Hoe kan het ook anders, met zo’n aanstekelijke muziek? Afijn, als wij de set in enkele woorden moesten omschrijven, zouden we zeggen: It’s Strange. Voila, nu heb je ook al meteen hun bekendste nummer gehoord! (jp)

Bij $uicideboy$ kon je dan weer terecht als je graag alles kapot wou stampen. Goed, tegenwoordig is de moshpit het geheime sfeerwapen van zowat elke artiest en dus maar weinig speciaal, maar desondanks was het anders bij dit duo. De muziek, duister en hard, lijkt gewoon gemaakt om op te beuken. Er enkel wat met je hoofd op wiegen zou er gewoon té belachelijk uitzien. En dus was de Marquee al na enkele nummers (CARROLTON, O PANA, FUCK, …) helemaal gesloopt. En als het toch nog niet helemaal was gesloopt, dan deed het legendarische Paris dat wel. $uicideboy$ ging Pukkelpop alvast niet ongezien voorbij, zoveel is zeker. (jp)

Aan de mainstage was het erna trekken en sleuren voor J. Bernardt. Voor de mainstage hadden zich al veel Bazartfans genesteld die er in eerste instantie weinig oor en interesse voor hadden. De haperende keytar van Adriaan Van De Velde in het overige fantastisch zwoele My Own Game hielp in dat opzicht ook niet echt.

Maar Jinte Deprez moet je niet leren hoe je een publiek moet bespelen en vanaf het opzwepende Wicked Streets kreeg hij de wei voor het hoofdpodium uiteindelijk toch in beweging. Vanaf dat moment leek het voor hem ook volop genieten en in afsluiter The Other Man trok hij zelf het publiek in. J. Bernardt kwam, werkte er keihard voor én overwon! (pb)

 

De carrière van Tamino nam vorig jaar een bijzonder stijle vlucht na het winnen van De Nieuwe Lichting. Dat jaar is de hype wat gaan liggen dachten we, tot we een bomvolle Marquee binnentraden. Toch koos Tamino niet voor de stilstand, maar is blijven werken aan zijn geluid en duidelijk is gegroeid.

Uiteraard blijft zijn stem zijn belangrijkste troef en die was weer bijzonder accuraat. Zijn rustige nummers als Indigo Night en afsluiter Habibi werden quasi volledig gedragen door die wonderlijke stem. Wat vooral opviel was het stevigere en donkerder geluid waar hij mee uitpakte. Vooral in Sun May Shine met het contrast tussen licht en zwaar kwam dit extra uit de verf. (pb)

 

‘De Coolste Jazzcats uit Groot-Brittannië’, kondigde presentator Ayco Duyster het drietal van Go Go Penguin aan. Ze zien er dan misschien wel uit als accountancy-studenten, maar op het podium brachten ze jazz in zijn meest opwindende en onvoorspelbare vorm als een klaterend en grillig bergriviertje; nu eens speelden ze met modulaties, dan weer lieten ze een song geleidelijk aan uitdoven om nog een andere keer net wanneer het dreigde stil te vallen de boel nog eens op te poken. Visueel viel er dan misschien niet zoveel te beleven, maar auditief was dit grote klasse. (pb)

 

En dan is er natuurlijk nog een act waar we niet omheen kunnen, natuurlijk. De hele dag werd er al reikhalzend uitgekeken naar hoofdact en afsluiter Kendrick Lamar. Iets voor middernacht was het dan eindelijk zo ver. Na een ijzersterk begin -zijn raptempo was waanzinnig en zijn nummers zijn gewoon knallers- leek Kendrick doorheen de set steeds minder zin te krijgen. Af en toe leek de show te slabakken en heel vaak ontbrak het aan vuur en passie, die we toch wel mogen verwachten van de grootste rapper van ’t moment. Soms klopte het plaatje wel helemaal, hoor. Bij King Kunta, bijvoorbeeld. Of het overtuigende DAMN., waar Kenny het publiek a capella liet zingen, om het dan gewoon zelf te hernemen én af te maken. Nee, Kendrick Lamar weet hoe hij moet overtuigen, maar bleek op Pukkelpop af en toe iets te laks om ons te overdonderen. (jp)

Patrick Blomme en Jeroen Poelmans

19 augustus 2018
Jeroen Poelmans