Pukkelpop 2015 - Voorzichtig voluit!

Festivalweide, Kiewit, 21 augustus 2015

Nog steeds fris en tegen 's middags wakker genoeg om, ingesmeerd met zonnebrandolie, de zon op de wei te trotseren, trokken onze mannen van tent naar biertent, op een wei in Kiewit. Hieronder lees je over hun avonturen.

Pukkelpop 2015 - Voorzichtig voluit!



Lichtjes muf en met een lichte zweem van bier en sigaretten. Dat was, in een notendop, de geur van onze slechte adem deze ochtend toen we Bad Breeding gingen bekijken in de Marquee. De Britse groep die al het goede bundelt van ettelijke jaren Britpop geschiedenis, mocht Pukkelpop dit jaar openen: denk aan het dansbare van The Stone Roses, de riffs van Artic Monkeys in hun beginjaren en bakken punk.

Het twijfelachtig opgekomen publiek wist niet waar ze het hadden. Na enkele nummers opwarmen, bevestigde de groep hun steengoede live-reputatie. De kolerieke zanger sprong tijdens Age Of Nothing het podium af om zijn publiek strak en persoonlijk in de ogen te kijken. Ook de gitarist volgde zijn voorbeeld en smeet achteraf zijn gitaar aan diggelen, voordat hij de snaren van zijn instrument bespeelde met de balustrade. De pukkelpop crew al zo vroeg met de handen in de haren. Wij met de handen voor onze mond: beestig goed!

Iets helemaal anders dan in de Castello: Pomrad. De slaapkamerproducer die nummers maakt alsof ze uit een palmboom komen gevallen, verraste ons door met een band en bijhorende synthgitaar het podium op te komen. Denk aan het speelse van Chromeo, met de vermetelheid van Stijn op een zomerse middag, waar de funk om de hoek loert, en de zonnestralen in onze nek branden. We waren niet overdonderd, maar zijn wel met een positief gevoel uit de Castello terug gekeerd.

Het klonk veelbelovend vooraf. En het was ook niet meteen ondermaats, maar we hebben de countrypop en -soul van Natalie Prass al zo vaak eerder gehoord. Denk maar aan Shania Twain, om er eentje te noemen. Mooi gearrangeerd en dat hitje Birds Of Prey luisterde lekker weg, maar als ze dan een cover van Simon & Garfunkels The Sound Of Silence opdiepte, was de lol er snel vanaf. Weinig origineel en snel vervelend. Goed geprobeerd dus, maar verder gewoon goed geprobeerd, als u begrijpt wat we bedoelen.

Bob Dylans Rainy Day Women als intro? Waarom verdorie niet? En de mondharmonica van The Sha-La-Lees sloot daar mooi bij aan. Nochtans had dit verder weinig met folk vandoen, maar veel meer met Harley Davidson-rock-‘n-roll. Gitaren scheurden door scherpe bochten en de mondharmonica fungeerde eerder als tweede gitaar dan als blaasinstrument, ook al was ze aanvankelijk amper te horen in de mix.

Maar met het enthousiasme in de tent groeide ook het volume van dat in de rock toch wat onderschatte instrument en gingen de poppen aan het dansen. Het leverde vlijmscherpe versies van God's Children en van single Long Way To The USA. Als ze dan ook nog eens T-shirts begonnen weg te geven - al dan niet voorzien van het zweet huns aanschijns - was het publiek helemaal verkocht.

We hadden er meer van verwacht, van Pissed Jeans. Die songs zijn stuk voor stuk van het soort dat ze je naar adem doen snakken, alsof je net een paar stompen in de nierstreek kreeg. Maar dat gevoel bleef niet overeind in The Shelter. Had het te maken met de warmte? Of met de lethargie van het publiek? Waarschijnlijk was het een combinatie.

Het gevoel voor humor en absurditeit bleef wel overeind. Zanger/brulboei Matt Korvette Leidde de set met een a capella rapintro in en drummer Sean McGuinness wilde per se de kwaliteit van het drumpodium uittesten en deed aldus de boel vervaarlijk heen en weer wiebelen. Maar uiteindelijk viel het geheel toch nog min of meer op zijn poten en kwam er desondanks nog een moshpit. Maar toen was het kalf al in zijn eigen pis verdronken.

Groot, breed, wijd, hoog, allemaal adjectieven die bij Mew passen. Zo'n beetje als dat bij Simple Minds het geval was, toen die nog het mooie weer maakten in de jaren tachtig. Zanger Jonas Bjerre concentreerde zich dermate op zijn vocals, dat hij verder haast geen stap verzette. Of het moest zijn tijdens Am I Wry?, waarbij hij ook een gitaar omgegord kreeg. Soms leek het er zelfs op dat hij zich een heilige waande en dat enkel het aureooltje ontbrak.

Aan die stem viel dan weer niet te tornen. Vooral de hogere regionen tastte hij zonder de minste moeite af. En dat leverde puike versies van onder meer The Zookeeper’s Boy op. Maar de grootse finale, die 156 was, voerde het hoogste woord waar het dramatiek aanging. Inclusief effectpauzes en bijhorende allures. Mew deed gewon wat van hen verwacht werd.

No bullshit hiphop, met heel goede flows, zo zouden we Phryme kunnen omschrijven. Of dat dan ook nog adequaat hun optreden op Pukkelpop schetst is een andere zaak natuurlijk.

De twee mannen van Phryme zijn geen nobody’s. Het was duidelijk aan het gemak en zelfvertrouwen waarmee ze hun muziek maakten dat ze al jaren meedraaien en niks meer hoeven te bewijzen (enkele belangrijke namen uit hun carrière zijn Gang Starr, Eminem en Dr. Dre).

Midden in de set kreeg DJ Premier het podium voor zich alleen om ons een les te geven in de ambacht van het mixen. We hoorden hoe hij samples van James Brown had gebruikt of welke soul nummers belangrijk waren geweest voor hem. Best interessant allemaal.

Over soul gesproken: boek Charles Bradley op je festival, en je hebt een garantie op sfeer en gezelligheid. De lamme goedzak bracht met zijn strakke brassband weer het beste van zichzelf terwijl hij zijn ziel open en bloot te grabbel legde. Kostuumwissels, scheurend gekrijs en die typische, stralende glimlach. Soms moet een mens niet meer hebben op een zonnige middag in Kiewit. Opgejaagd door de pianist, genoot het publiek van een entertainer die zijn eigen grenzen jammer genoeg te laat heeft opgezocht, maar er vandaag de dag meer dan het beste van maakt. Genieten!

Bevestigen. Dat is wat Stuff. deed in de Wablief!? op Pukkelpop. De tent stond mooi dichtgepakt om de beste Belgische live-groep van het moment aan het werk te zien. Stuff. deed waar het goed in was: ons meenemen in hun tempowisselende trip vol verborgen deurtjes en openstaande ruiten.

In eerste instantie leek het of hier iets te lang over was nagedacht. Muziek voor intellectuelen, vanuit de hersenen in plaats van vanuit de buik, dansbare jazz zoals tegenwoordig en vogue is (zie ook Badbadnotgood of GoGo Penguin). Maar niks was minder waar, want na een tijdje ga je volledig mee in de trip en blijkt de muziek een psychedelisch effect te hebben dat je niet direct had bevroed.

De effecten op de draaitafel, de stevige bas en ook die elektronische houtblazer maakten dat het geheel origineel klinkt.  Er kwam wat funk binnengewaaid, er stond hiphop aan de deur te kloppen. Maar wat we vooral onthouden is de energie die deze geoliede machine uit hun motor wist te krijgen. Mooi mooi!

Nog een indrukwekkende stem stond in de Club, waar het voor ons een blij weerzien werd met Lianne La Havas, die van klein, maar vastberaden meisje was uitgegroeid tot een dame, die zelfs de moderne versie van Diana Ross mag genoemd worden.

Openen deed ze bijzonder funky met Green & Gold, waarbij ze zelf de bas hanteerde en de akoestische gitaar voor een mooi accent zorgde. De jongedame zou (bijna) de hele show een instrument hanteren en dat met veel brio doen. Zoals in Is Your Love Big Enough?, dat aanvankelijk een Latijns-Amerikaans toetsje kreeg, maar toch nog evolueerde tot klassesoul.

En die stem was niet het enige dat opviel. Haar glimlach was, net als de hele show dat eigenlijk was, ontwapenend. En ze kronkelde haar lijf tijdens Unstoppable als een volleerde, Arabische buikdanseres, daarbij ook nog eens een perfect gevoel voor timing tentoonspreidend.

Uiteindelijk zou de show even funky eindigen als hij begonnen was, met een spetterend Forget en de belofte dat ze dit op 24 november nog eens zou overdoen in de AB. De verleiding is alvast groot...

Typisch Frans om met zo’n woordspeling af te komen. Fakear, fakir, fake ear, daar is over nagedacht! Volgens de tekst in de app (boekjes worden niet meer gedrukt tegenwoordig dus moeten we het nu daarmee doen) verwerkt Fakear orientaalse invloeden in zijn dansmuziek, maar daar was slechts weinig van te merken. In één nummer zat een Ofra Haza-achtige stem verwerkt, maar daar bleef het zo wat bij.

Verder was het vooral goed dansbare, funky elektronische dansmuziek, live gebracht door middel van vooral twee van die kleurrijke knoppenbakjes (MPD’s in het jargon) die de jongeman midden op het podium bespeelde, goed zichtbaar voor het publiek. Hij had ook een celliste meegebracht en een toetsenist. Het klonk allemaal heel aanstekelijk en werd uiteindelijk een eerste hoogtepunt van de dag.

Waar het hardcore aangaat, zijn er een aantal vaste waardes. Fucked Up is er daar bijvoorbeeld één van; Defeater scoort ook hoog; maar Architects stellen absoluut nooit teleur. Dat laatste bleek ook weer in The Shelter, waar zanger en schreeuwlelijk Sam Carter Het publiek uit zijn hand deed eten. De massa sprong als hij dat wou, veegde massaal zijn kont aan het (dubieuze) crowdsurfverbod (inclusief rolstoelpatiënt) en draaide met plezier rondjes in de traditionele circle pit.

En de muziek was strak. Drumrolls klonken als machinegeweren, gitaren en bas flitsten heen en weer en de bijhorende muzikanten sprongen alle kanten op en de vooraan opgestelde verhoogjes af. De Belgische vlag met Architects-logo en het luidkeels meebrullen van de teksten toonden aan hoezeer dit land deze band in het hart draagt. En de liefde is duidelijk wederzijds. Absoluut topconcert!

En dan was er nog Interpol. Terug van weggeweest met nieuwe plaat 'El Pintor', maar op de wei was  daar weinig van te merken. O jawel, het was leuk om klassiekers als Evil terug te horen. En Take You On A Cruise kan ook nog steeds onze goedkeuring wegdragen, maar het spel van de hele band was houterig en zanger-gitarist Paul Banks was allerminst goed bij stem. Dan is het resultaat navenant. Het verloop in de tent was groot en algauw kreeg je open plekken, hetgeen een Interpol in goede vorm nooit was overkomen. Dit had te veel weg van cash pakken en wegwezen. Jammer.

Ze zitten al meer dan dertig jaar in’t vak en hebben, zo vinden ze zelf, recht op een pensioen. Dirk Da Davo en TB Frank hebben er genoeg van en sluiten af met een toernee die hen ook langs Pukkelpop bracht.  The Neon Judgement stond altijd een beetje in de schaduw van Front 242, die meer erkenning kregen in binnen- en buitenland. Maar dat is ten onrechte, want de vroege albums (alles voor ‘Horny as hell’) waren minstens even goed, zoniet beter. Ze mochten dat best eens recht zetten!

Het viel op dat TB Frank’s gitaarspel nog altijd knullig was, maar zijn overdreven cool bleek onaangetast. Dirk Da Davo haalde uit zijn synthesizers iets bijgescherpte versies van de belangrijkste nummers uit de back catalogue. Spijtig genoeg vielen zo enkele onbekendere parels uit de boot.

Miss Brown hadden ze mogen overslaan, want het blijft een middelmatig nummer. Maar Concrete - N.Y. Stoney Wall Doll, met Luc Van Acker in een bijrol op gitaar, of Awful Day waren fantastisch. Dat ze hun anthem Nion niet gespeeld hebben als afsluiter, dat viel moeilijker te verteren. Hopelijk mankeert het niet op hun allerlaatste concert, op 26 september in de Ancienne Belgique. Dat zou onvergeeflijk zijn.

Drie jaar geleden stond Django Django ook op een Pukkelpoppodium, net als Alt-J. Enige verschil is dat de eerste nu naar de club verwezen werd, terwijl de tweede het hoofdpodium voor zich mag nemen. De harmonieën zijn er nog steeds en die blijken nog te werken. En de liedjes happen lekker weg. De gladde combinatie van elektronica, gitaar en bas smaakt nog steeds bijzonder zoet.

Aan dat geheel werd voor Reflections ook nog de saxofoon van James Mainwaring toegevoegd, hetgeen dat nummer zeker extra punch gaf. Ook de versies van Waveforms en First Light mochten er zijn. En de surfinvloed die boven kwam drijven in WOR wisten wij eveneens te smaken.

Maar het was allemaal bijzonder licht van toon, waarbij wij ons niet van de indruk konden ontdoen dat dit over een paar jaar helemaal vervaagd zal zijn. Desondanks kunnen we niet ontkennen dat wij ons hier prima geamuseerd hadden.

Patrick Van Gestel, Joris Roobroeck, Kristof Van Landschoot

21 augustus 2015