Pukkelpop 2014 - Een goed begin

Festivalweide, Kiewit, 18 augustus 2014

En ja hoor, uw favoriete redacteurs (pvg), (ma) en (kvl) verkasten voor drie dagen naar de festivalweide in Kiewit. Streng maar rechtvaardig selecteerden ze een pak acts om tussen de pintjes door te bekijken. Dit was Pukkelpop 2014 op het scherp van de snede!

Pukkelpop 2014 - Een goed begin



Iemand moet het doen. En waarom dan niet meteen het goed doen? Aan Wallace Vanborn zal het niet gelegen hebben. In oktober komt er weer een nieuwe plaat aan en aan energie heeft het trio alvast niet ingeboet. Drummer Sylvester Vanborn leek wel acht armen te hebben en ook bij zanger-gitarist Ian Clement vloeide het zweet al snel. Met een set waarbij klassiekers als Cougars zij aan zij stonden met nieuwe nummers kregen ze zowaar de wei, die verbazend goed gevuld was, in voorzichtige beweging. Openen moet dus niet per se een nadeel zijn. En laat vooral die nieuwe plaat maar snel onze richting uit komen. (pvg)

Die Siska Schoeters toch. Kondigde ze in haar bekende, superenthousiaste stijl de opener van de Marquee, St. Lucia, aan, besloot die band dan toch wel doodleuk nog enkele minuten in de coulissen te blijven zeker.

Maar daarna huppelden de hippe, kleurrijke vogels dan toch het podium op met maar een missie: een feestje bouwen. Voor duisternis is er in de wereld van St. Lucia immers geen plaats. Zelfs de gitaar en de laptop van deze Brooklyners zijn pastelblauw om maar iets te noemen. Closer Than This kon de zomer niet meer komen op Pukkelpop. De Zuid-Afrikaanse roots van Jean-Philip Grobler zijn daar zeker mee verantwoordelijk voor. Onschadelijk amusement dus, maar wel aanstekelijk als de slappe lach, zeker toen de band hun meest dansbare nummers speelde als September en Elevate. Om half een 's middags kon je zo een halve Marquee zien staan springen. Faut Le faire! Een geslaagde, eerste doortocht in ons Belgenlandje! (ma)

Even verderop in de Shelter ging het er een pak ruiger aan toe. (Pvg) stond in de rij. Een familiezaak. Daar leek het toch op. Meer nog: een stel broers en een zus. Of zo deed zangeres Becca Macintyre het tenminste uitschijnen. Ons kon het niet echt schelen. Want Marmozets was ook zonder dat achtergrondverhaal de moeite. Een interessante kruising van mathrock en hardcore met zowaar iemand die probeerde te zingen, af en toe. Vooral dat laatste was een verademing in The Shelter waar screams en grunts schering en inslag zijn.

Heerlijke hooks en bochten nam dit bandje en wij zijn dan ook best nieuwsgierig naar die eerste plaat die in september moet verschijnen. Op het podium werd er in elk geval serieus van jetje gegeven, vlogen cimbalen en microfoons uiteindelijk over de scene en amuseerde het vijftal zich duidelijk uitstekend. Bijzonder fris van de lever, dit Marmozets, en zeker eentje die we gaan blijven volgen.

Beetje vroeg in de ochtend? Misschien, maar Hamilton Leithauser liet het niet aan zijn hart komen en croonde zich een weg naar de harten van hen, die vroeg waren opgedoken. "Geen enkel nummer van The Walkmen!", liet onze buurman zich teleurgesteld ontvallen. Dat krijg je nu eenmaal als je een soloplaat maakt. Nochtans had het er op het podium toch vaak wat van weg. Misschien ook al omdat Leithauser gitarist Paul Maroon van diezelfde band bij zich had. En verder was er uiteraard die klok van een stem, waar je niet onderuit kon.

Die soloplaat zet Leithausers croonerkwaliteiten meer in de verf. Maar pas met 5 AM hadden wij de indruk in een donkere nachtclub te zitten. En verderop waren er dan die twee nummers die hij solo speelde met enkel een gitaar als begeleiding: Utrecht en All Or Nothing. Toen zat het helemaal goed, ook al was het nog maar net middag geworden.

Verder was Leithauser zijn intens doorleefde zelf, keek hij de zaal recht in de ogen en zette hij zijn imposante keelgat open. Dat paste allemaal mooi in het plaatje. Geslaagd optreden al bij al dus, ook al had het iets meer naar de plaat toe mogen neigen. "Midnight music", noemde hij het zelf, maar die indruk hadden wij toch niet altijd. (pvg)

Een beetje verder slofte (kvl) de Castello binnen. Wat een idee om Larry Gus om 12.40 uur te programmeren. Nu, iemand moet die plaats op de affiche invullen dus hij kon dat net zo goed zijn. Zijn muziek is echter meer gepast in een overvolle, kleine club dan in deze bijna lege tent. Wie er wel was werd verrast met loops van zijn falsetto-stem, de drums die achter hem stonden (als we een plastieken trommel als drums kunnen beschouwen) en de samples die hij uit zijn toestellen haalde.

Best vermakelijk allemaal, al moesten we het meest lachen toen hij als een verwend kind trilde van opwinding bij een wending in de muziek. Van een aparte lichaamstaal gesproken! Tegen het einde van de set had hij alvast alle vijftig mensen in de tent overtuigd. Al kan dat ook gelegen hebben aan de sullige bindtekst waarin hij voorstelde om persoonlijk ons toilet te komen reinigen. Hij had dat namelijk veel gedaan tijdens zijn legerdienst en achtte zichzelf heel erg bekwaam. Kom gewoon freaky disco spelen, Larry Gus, dat is ruim voldoende. Een gezellige opwarmer zeggen we dan!

(Kvd) had het al perfect verwoord in zijn recensie van 'Free Your Mind': "Het is van willen maar niet durven." Ook al stond Cut Copy in de Dance Hall, echt los gehen was onmogelijk op de ingehouden tracks van dit vijftal. Tot overmaat van ramp was zanger Withford niet zo goed bij stem en wisselde de set bij elk nummer van sfeer. Nee, Cut Copy kon het niet aan het vroege uur wijten. (ma)

De meest gevarieerde verzameling muziekstijlen in één concert moet wel van Young Fathers hebben gekomen. Dit bonte gezelschap bestaat uit drie mannen en een vrouw van de meest verscheiden origine die elkaar ontmoetten in Edinburgh.

Nu eens flirtten ze met hiphop, dan weer zongen ze onversneden soul of pure elektropop, maar op een rare manier distilleerden ze uit dit alles toch een coherent geluid. Deze show was ook gewoon af. Iedereen zat mooi in het pak en er was gelet op de choreografie. Tijdens Deadline bijvoorbeeld stonden ze intiem rond dezelfde microfoon te zingen als de beste boysband. Later op de avond mochten ze ook nog een gastperformance geven bij Atomic Bomb, maar dat was minder impressionant. Toch bleef dit een naam die (kvl) en hopelijk u ook zal onthouden.

Met genoeg acne om op een week tijd met zijn vieren een kleine pot mayonaise te vullen, bestormden de vier jonkies van The Strypes het hoofdpodium. Acne of niet, dit viertal speelde rock-'n-roll alsof ze de kleinkinderen van Bill Haley waren.

En zoals dat in die tijd ook de gewoonte was (muziek raakte nog niet zo snel verspreid), speelden ze - net als op al hun shows- een aantal welgemikte covers. Welgemikt vanwege snedig, kort en telkens voorzien van een smerige streep mondharmonica of een puntige gitaarsolo. Uiteraard passeerden ook eigen nummers uit het album 'Snapshot' zoals She's So FineAngel Eyes en What The People Don't See. Die zaten zelfs allemaal vooraan in de set. Het blik covers werd pas opengetrokken toen de eentonigheid en de regen dreigden. Afgewisseld met hits als What A Shame werkte dat nog ook.Een stevig You can't Judge A Book By The Cover en een als een vulkaan uitbarstend Heart Of The City hielden ons toch tot het eind aan de Main Stage, ondanks het weinig originele geluid van de jonge Ieren. (ma)

Afgaande op wat filmpjes van hun recente optredens op Youtube hadden we onze verwachtingen wat betreft de Perfect Pussy wat bijgesteld (met zo’n naam vraag je om goedkope woordspelingen). We houden wel van thrash-muziek, maar het moet dan ook trashy klinken, zweten en stinken en vooral rocken. Frontvrouw Meredith Graves was gehuld in ballerinajurk, combat boots en toonde ongegeneerd okselhaar en veel tatoeages. Ze leek vooral in haar eigen wereld te verkeren, zoals ook de rest van de band trouwens, en bij momenten leek het of elk lid zijn eigen concert gaf. Ons hoogtepunt was dan ook de vier seconden dat we de tekst “Since when do we say yes to love!?” in de geluidsbrij herkenden. Verder had dit weinig om het lijf.

Waarom stond dit niet in de Shelter geprogrammeerd, waar bijvoorbeeld Trash Talk twee jaar geleden nog een memorabel optreden in het genre gaf? Was het de hoop van een of andere manager dat op basis van een gunstige Pitchfork-review een bredere markt kon worden aangeboord? Een gemiste kans dus. (kvl)

Studio Brussel heeft duidelijk nog impact. Hun Hotshot van een paar weken geleden Hozier stond vandaag in een veel te kleine Club, maar de helft van de aanwezigen stond doodgemoedereerd te tateren tot die ene hit, die hen bekend in de oren klonk, voorbijkwam. Helaas voor de anderen was Take Me To Church het derdelaatste nummer in de set. Daarvoor viel echter met weinig moeite genoeg te genieten.

Hozier beschikt over een stem die ijsbergen kan doen smelten en zijn mengeling van rythm & blues, soul en kamerpop klinkt meeslepend. Zowel oudere nummers als Like Real People Do als nieuw werk, Jackie & Wilson bijvoorbeeld, konden bekoren. Zelfs Amerie's 1 Thing zette hij met behulp van zijn celliste en zijn pianiste meesterlijk naar zijn hand. Eigenlijk viel er maar een ding te betreuren: Sedated stond niet op de setlist. Desalniettemin, bedwelmd waren we toch. (ma)

Uit een heel ander vaatje tapte KWABS een beetje later in een goed gevulde Castello. (Pvg) was er ook bij, maar was niet razend enthousiast. Dat Kwabs (voluit: Kwabena Sarkodee Adjepong, maar KWABS bekt beter) mooi met zijn kont kan draaien heeft ongetwijfeld er mee ervoor gezorgd dat de Castello goed vol zat. En KWABS heeft een mooie stem. Daar kan je niet omheen. De naam Seal valt wel eens, maar wij kregen John Legend niet afgeschud. En daar wringt hem nu net het schoentje. Want net als die laatste is dit allemaal als te veel suiker in je koffie. Je proeft de koffie op den duur niet meer.

Niet alleen de dames smulden er nochtans van. Op singles Als Pray For You werd volop gedanst. Ook door de heren. En met een uitstekende gitarist en een toetsenist, die ook nog eens de percussie verzorgde op een percussiedoos (een cajon, zo maakten de heren van Dan San ons ooit wijs), was KWABS uitstekend omringd. Maar veel meer mocht je niet verwachten. Gloedvolle soul werd er aangekondigd. Mierzoete rnb leek ons meer gepast.

Het komt uit Scandinavië en het heeft onweerstaanbare dansbare nummers... Het zou één van (ma)'s wereldberoemde raadseltjes kunnen zijn met veel mogelijke antwoorden, maar deze keer gaat het over het blondzwarte duo Say Lou Lou. Een album hebben ze nog niet uit - dat is voor februari - maar op basis van een aantal singles mochten zij toch al in de Marquee het mooie weer maken. Ook voor hen een spannende gebeurtenis want meestal speelden ze op kleinere podia deze zomer.

Hitgevoelig is hun materiaal zeker. Songs als GoldNothing But A HeartacheJulian (hun beste totnogtoe) en zelfs de b-kantjes Beloved en Peppermint gingen er bij het vooral jonge volkje in als Flügel. Te zoet allicht voor velen maar voor de liefhebbers van popmelodieën zeker een band om in het oog te houden.

We hadden al veel goeds gehoord over Mac Demarco, maar dit was de eerste gelegenheid om hem live te zien. Nog nooit hebben we iemand zo ontspannen zien musiceren. Tussen de gitaarsongs door werd een fles whiskey doorgegeven, het kan daarmee te maken gehad hebben, maar de man en zijn muzikanten bleken nuchter genoeg om alle songs in goede banen te leiden.

Tijdens I’m a man haalde hij een vrouw op het podium, maar verder werd die gewoon genegeerd. Hij had andere dingen te doen, zoals mooie riffs uit zijn gitaar halen bijvoorbeeld, die bij wijlen aan Johnny Marr deden denken. Op het einde van de set crowdsurfte hij zich achteloos tot aan een steunpilaar en liet zich zonder verpinken van twee meter hoog achterwaarts in het publiek vallen. Indrukwekkend! Zoals Sally zei toen ze Harry ontmoette: “I want what he’s having”. (kvl)

Vanaf het moment dat Ralph Pelleymounter zijn akoestische gitaar aansloeg en zijn eerste noten zong, was de Marquee muisstil. Het was duidelijk dat het gros van het publiek bewust naar hier was afgezakt en wist wat te verwachten: smaakvolle indie folkrock. To Kill A King is dan ook reeds een vijftal jaren actief en trad eind vorig jaar al op in de AB. Grote troef van de band is hun frontman Pelleymounter die zich duidelijk op zijn gemak voelde op een groot podium en die bovendien beschikt over een geweldige, warme stem. Uiteraard werden vooral nummers gespeeld uit het recent verschenen debuutalbum, maar het waren oudjes als Bloody Shirt en de lome zondagmiddagsong Howling die het zout op de patatten waren. (ma)

Hij is de koning van de handlangers. Want voor bands als Sukilove of bij Mauro Pawlowski's vehikel Hitsville Drunks leverde hij belangrijke bijdragen. Maar Black Cassette is Sjoerd Bruyls eigen ding. En wat voor een ding. Want op dit Pukkelpop - we geven toe: het was nog vroeg - lijkt het ons onwaarschijnlijk dat u iets meer funky gaat zien dan dit Black Cassette. Diepe bassen, aan de perfectie tippende drums, stijlvolle en mooi ingepaste toetsen en uiteraard de soms spaarzaam, dan weer uitgebreid jammende gitaar van Bruyl zelf.

Het leek ons wat weg te hebben van Scritti Politti, maar dan nadat die zo'n paar tientallen keer door de modder werd gesleurd. Hier een streepje reverb op de drums (Don't Want You To Go), daar wat Talking Heads-hooks (Down Below) en Bruyl, die dat alles laat samenvloeien tot een gestyleerd mengsel. Wij hadden het voor 7 Measures, maar waren evengoed te vinden voor de rollende bas van Empty Bottle. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het afsluitende duo, waarin Bruyl zijn gitaar wel de volle lading gaf met een jachtig It's Been Done als krachtig orgelpunt. Als u ook maar het minste heeft met funky rock, aarzel dan niet en schaf u die twee platen van Black cassette aan. En ga meteen ook naar een optreden. U zal er geen spijt van krijgen. (pvg)

Het was misschien voorspelbaar, maar je moet het nog altijd doen. Deafheaven deed het. Het was opnieuw (net als Perfect Pussy eerder) een beetje vreemd om Deafheaven niet in The Shelter te zien staan, maar verder was er uiteraard geen enkel bezwaar. Want dat lieten de jongens alvast niet aan het hart komen. Een snoeiharde set vol spitse songs volstond om de tent te doen knikkebollen.

Bovendien had de band met zanger George Clarke een donkere versie van Freddy Mercury in de rangen, die het publiek met grote gebaren dirigeerde, aanmoedigde en stuurde. In tegenstelling tot pakweg Colin H. Van Eeckhout van Amen Ra zocht deze frontman wel voortdurend contact met zijn publiek. Alle verdere communicatie werd verdoofd en weggebliksemd door de imposante gitaarmuur die de band optrok. Daarvoor putten ze uit het gevierde 'Sunbather', maar speelden ze ook al nieuwe nummers zoals het veelbelovende From The Kettle onto The Coil, dat iets meer afwisseling liet horen. Het resultaat was een show, die ons uit onze sokken blies en letterlijk nog een hele tijd bleef nazinderen. (pvg)

Hoe hoog kunnen verwachtingen zijn? Redelijk hoog, als we (ma) mogen geloven, die wel tijdig afzakte naar een afgeladen volle Castello voor het optreden van Jungle en vanop de eerste rij mee kon genieten. De spanning werd vakkundig opgevoerd met diepe bassen en een offstage stem en dan barstte het feest los met het heel toepasselijke The Heat. De muziek van Jungle is rijk aan laagjes op plaat, maar live bleken vooral de pompende bassen, de vele percussie en natuurlijk de hoge stemmen door te komen. Na vier nummers begon dan ook alles wat op elkaar te lijken. Enkel Son Of A Gun stak een beetje af bij de rest.

Maar dat zou het uitzinnige publiek allemaal worst wezen. Ze waren gekomen om te dansen en dat deden ze ook. Met Time en Busy Earning die vlak na elkaar gespeeld werden, ging het dak er af. Op de tonen van Platoon trok Jungle zich dan uiteindelijk terug, maar niet alvorens eerst te beloven snel terug te komen en voor de tigste maal de Pukkelpoppers te bedanken. Wij zagen dat het goed was!

Van Mauro Pawlowski moesten we het concert van zijn Gruppo di Pawlowski in de Wablief?! minstens vier sterren geven of hij ging ons weten te vinden. Bij deze geven we hier dus uitzonderlijk vier sterren. Als de webredacteur dat even kan regelen? Maar we vonden zijn performance best fantastisch, zij het op een campy, ironische manier. De wijze waarop hij om aandacht staat te roepen (“Watch me! Watch me!”) lijkt perfect bij zijn karakter te passen. En hij gaat volledig op in zijn rol, die deze keer de ietwat aggressieve voorman van een snijdige gitaarpunkgroep bleek te zijn.

Wie herinnerde zich nog Good News For Women, de b-kant van de grote hit van Evil Superstars? Het zat perfect op zijn plaats in deze set. Ook Jonge Helden, oorspronkelijk van Arbeid Adelt, voelde zich thuis in de Pawlowski-jas, die het werd aangemeten. Dat de set eindigde met een wel heel erg absurd spektakel waarbij een dwerg gehuld in zilverpapier met twee gigantische vlaggen uit het publiek sprong en het podium onveilig maakte met een intergalactische sessie vendelzwaaien. Je had er bij moeten zijn, net als (kvl).

De eerste recensies van de reünie-optredens van Outkast waren rampzalig. Achteraf bekeken was dat misschien nog als een geluk te beschouwen want zo waren onze verwachtingen wat getemperd. Waar hadden we eigenlijk op gehoopt? Veel werk uit 'Speakerboxx/The Love Below', onze persoonlijke favoriet misschien. En wat van hun superhits. En wat ouder werk. En dat er iets zou gebeuren op het podium misschien, een typisch mankement van hiphop-concerten.

Dat kregen we allemaal. Hey Ya! zat vroeg in de set en enkele meisjes werden gevraagd om op het podium mee te dansen. Geen van hen shakete it like a polaroid picture evenwel, dat was minder. Tijdens The Way You Move werd André 3000 vervangen door Sleepy Brown. We waren die hit voorwaar al vergeten. Daarna mocht André 3000 in zijn eentje Prototype croonen en deed dat met verve. Wat ons betreft het hoogtepunt.

Er was een reuzengroot scherm op de achtergrond dat gebruikt werd voor stijlvolle projecties van computeranimaties. André 3000 zat in een te gekke outfit met zwarte overal, een witte pruik en dito zonnebril. En dan waren er de hits natuurlijk. Ms. JacksonRoses en Fresh And Clean om er maar drie te noemen zorgden voor de golven van herkenning die wel moesten uitmonden in een feest. Afsluiter The Whole World zond iedereen met een vredesboodschap weg, maar vooral ook met een brede glimlach. Nee, ze hebben geen nieuw werk uit, maar met zo'n backcatalogue kunnen ze nog jaren succesvol touren. En wij, met (kvl) op kop, zullen de laatsten zijn om daarover te klagen.

Even voorstellen: Atomic Bomb! Band, een supergroep in het leven geroepen om het repertoire van William Onyeabor gestalte te geven. Onyeabor is afkomstig uit Nigeria en vermaard om zijn unieke muziek waarin Afrikaanse beats gecombineerd worden met funk en disco. Leden van Hot Chip, Sinkane en The Rapture vonden de tijd rijp om hem in de kijker te zetten want hijzelf, een herboren christen, ziet dat niet meer zitten. En daarvoor werden de grote middelen bovengehaald want het podium van de Marquee werd zowat volledig ingenomen door deze bijzonder diverse band. Uiteraard was er de Afrikaanse percussie, maar ook twee drummers, een blazerssectie, bas, gitaar en drie sets toetsen. Om nog te zwijgen van de gastzangers en zangeressen. Daarvoor werd geput uit hoger genoemde bands en Marie Daulne (van Zap Mama) kwam maar wat graag een gastoptreden geven.

Het resultaat was een kolkende en dansende mensenzee, zij het dat de tent ook weer niet zo vol zat. De aanstekelijke funk deed verder zijn werk en kreeg de meest weerbarstige benen in beweging. Ongetwijfeld een uniek spektakel, dat waarschijnlijk nooit meer opnieuw te zien zal zijn. U was er dan ook beter bij geweest. (pvg)

In de serie “Oude glorie doet een eenmalige reünietournee”, passeerde dit jaar Slowdive als verrassing in de line-up van Pukkelpop. Wie herinnerde zich deze nog?

(kvl) van zijn kant, bescheiden muziekkenner als hij is, was meteen enthousiast. Wel waren we vergeten dat de band geleid werd door een vrouw. Tussen al het gitaargeweld hadden de stemmen vooral ijl geklonken, nooit specifiek mannelijk of vrouwelijk. Maar daar stond ze dan, blinkend van trots in een jurk die tegelijkertijd als discobal kon fungeren: Rachel Goswell, innemende frontvrouw van een twintig jaar oude band. Een paar kilootjes zwaarder allicht, maar nog altijd stralend, en geflankeerd door de band die geconcentreerd klankstormen ontketende op hun gitaren.

Het was misschien een nostalgische trip, maar evengoed hadden de jongeren zich kunnen vergissen in het dateren van deze muziek. Nummers als Machine Gun en Catch The Breeze waren tijdloos, en klonken minstens even relevant anno 2014 als ze dat toen deden. Het mooist was Alison wel, vooral toen middenin de drummer zijn eigen tempo opdreef terwijl de rest van de groep onverstoord bleef verder musiceren en dat allemaal samen ook nog wérkte. Grote klasse.

18 augustus 2014