Pukkelpop 2013 - Onverhoopt sterke dag
Kiewit, Hasselt, 19 augustus 2013
Toen we dan dat laatste bonnetje opgebruikten en ons drankje op de tribunes aan de Wablief-tent nuttigden, konden we niet ontkennen dat we Neil Young niet echt gemist hadden. En van Eels - misschien hebben andere artiesten er ook op ingepikt – kregen we ook nog eens die prachtige cover van Cinnamon Girl. Wat klaagt een mens dan? En dus beginnen wij vol goede moed aan het verslag van een vooraf al bewogen editie.
Op het voor artiesten – en festivalcampingbewoners – ontieglijke uur van tien voor twaalf “mocht” In The Valley Below dag twee van Pukkelpop openen in de Castello. Toch had de internethit Peaches zijn werk al gedaan, want er daagde al een mooie schare luisteraars op voor deze bij ons nog relatief onbekende band die nochtans radiovriendelijke muziek maakt, ook al krijgt die labels als indiedusk en postghost.
Zangeres Angela Gail leek zo weggelopen uit ‘Mary Poppins’ en ook de rest van de band had een vintage look. De liefde tussen Gail en haar maatje Jeffrey Jacob bleek ook van degelijke, vooroorlogse kwaliteit. Het duo was zo ontzettend lief voor elkaar dat het aandoenlijk werd. Als Gail knielde, hielp Jacob haar recht. Als Jacob zweette, depte Gail zijn voorhoofd. Maar het was natuurlijk vooral de muziek die dit tot een meer dan waardige opener maakte. Hun album komt dezer dagen uit. Check zeker eens nummers als Palm Tree Fire en Last Soul.
Verdergaan deden wij met Cloud Boat en daar hadden we al bij al geen spijt van. Wat zij in Hasselt deden was simpel, maar doeltreffend.
Over Lord Huron hadden wij al veel goeds horen fluisteren. En al dat goeds – erfgenamen van Wilco, een zweem van Neil Young, … - werd ook wel bevestigd daar in de Club. Alleen betrapten wij er onszelf op dat we niet eens meer wisten dat we hen gezien hadden, toen ons ernaar gevraagd werd. Niet meteen een goede referentie, als je het ons vraagt. Maar wat ze deden, getuigde wel van zin voor detail, van feeling voor goede rootsrock. Alleen bleef het nog niet helemaal hangen. Misschien moet aan de songs toch nog gewerkt worden dan?
Ideaal als achtergrondmuziek, Noah And The Whale. Tenminste, als de techniek niet voortdurend roet in het eten gooit. Noah’s walvis strandde namelijk meermaals in het Hasseltse zand (iets wat Regina Spektor daags nadien ook overkwam) en daarna was de lol er voor iedereen vanaf en gingen wij op zoek naar andere wateren.
Daarin dobberde Slow Magic en konden wij toch nog rustig verder ontwaken.
Major Lazer lieten wij wijselijk aan ons voorbijgaan. In plaats daarvan kozen wij voor het zwarte gat dat The Black Heart Rebellion in de Wablief creëerde.
Wij zijn ook maar mensen en de blondine van MS MR maakte daar misbruik van om koket indruk te maken met lichte electropop. Verder geen klachten.
Zelden een ontvangst gezien als die van Girls In Hawaii. Vermoedens staken de kop op dat zowat de helft van de aanwezige, Franstalige festival bezoekers in de Marquee stonden, maar wij zijn ervan overtuigd dat ook aan de andere kant van de taalgrens de exploten van deze band op prijs worden gesteld. En de receptie deed de band duidelijk goed.
Muzikaal wordt ook met de nieuwe plaat voortgeborduurd op wat al eerder werd geproduceerd. Met This Farm Will End Up Here werd al meteen fel gestart om dan over te gaan in het wat ongewone ritme van We Are The Living. Sommige nummers werden op luid herkenningsapplaus onthaald en enthousiast meegezongen, anderen – de nieuwe - kregen het respect dat ze verdienden. Het gaat goed met deze nationale indietrots en dat mocht geweten zijn. Trouwens, die nieuwe plaat verschijnt over twee weken, gewoon opdat u het niet zou vergeten.
Bijna had Pukkelpop nog met een afzegging te maken gehad. De instrumenten van Daughter waren immers voor de helft op de luchthaven vermist geraakt. Gelukkig voor Chokri en de zijnen (en in de eerste plaats voor de fans die de Club uit zijn voegen deden barsten) waren Elena Tonra en haar twee kompanen toch naar Kiewit afgezakt.
Ze stalen – lees: leenden – wat gitaren en zorgden prompt voor één van de absolute hoogtepunten van dag twee, ook al was het er bij momenten echt aan te zien dat ze de instrumenten nog niet helemaal meester waren. Daardoor zat er tussen de nummers door soms iets te veel pauze, maar het publiek droeg de frêle Elena en stuwde de band vooruit zodat die zichzelf overtrof.
Wat een verschil tussen de spreekstem en de zangstem van de Londense! Als ze sprak, was ze amper verstaanbaar, maar eens ze begon te zingen, vergaten zelfs de vlaggen buiten te wapperen. Alles en iedereen werd er stil van en liet zich gewillig ontroeren door prachtsongs als Smother, Still en vooral Youth. Ook wij werden er stil van en dachten: we are the lucky ones.
Het postdubstepgenre bruist van het leven en was met James Blake, SBTRKT en Mount Kimbie ook goed vertegenwoordigd op dag twee van Pukkelpop. Vooral die laatste wist indruk te maken. Het duo Kai Campos en Dominic Maker werd hier geruggensteund door een drummer en had vanaf seconde een meteen het juiste ritme te pakken.
Mount Kimbie balanceerde voortdurend op de lijn tussen dansbare grooves en slomere soundscapes, die je hoofd doen tollen en tintelen. Nieuw werk en oudere nummers, die toch een pak kaler en minimalistischer zijn, werden vakkundig samengesmolten. Zo zette het stevige Carbonated de Castello al snel in beweging en ook het catchy gebliep van Before I Move Off heeft nog niets van zijn kracht ingeboet.
Hun laatste plaat ‘Cold Spring Fault Less Youth’ werd met iets minder enthousiasme onthaald dan hun debuut, maar live klonken nummers als Break Well, So Many Times, So Many Ways of Home Recording werkelijk fantastisch en zorgden ze voor een minutenlang kippenvelmoment. Campos en Maker hadden zelfs de luxe om You Took Your Time, de uitschieter van de nieuwe plaat met King Krule op zang, achterwege te laten.
Als u nog geen kaarten heeft voor de show in de Botanique, dan weet u wat er u te doen staat.
Eels zorgden opnieuw voor een hoogtepunt. De hoeveelste keer is het nu al dat E dit lapt? Met een verbazingwekkend gemak pakte hij de Main Stage in. Hij lijkt ook telkens zo goedgehumeurd, nonchalant, rotgetalenteerd en bovenal ongelooflijk entertainend.
Local Natives hadden de ondankbare taak om tegelijk met Eels te spelen. Tot vijf minuten voor hun show in de Marquee kon je dus nog met sprekend gemak tot aan de eerste rij wandelen. Even viel zelfs te vrezen dat de tent niet vol zou geraken, maar toen Taylor Rice en co de eerste noten inzetten, stroomde het publiek alsnog toe. De band had er duidelijk zin in en herinnerde zich zijn succesvolle, eerste passage.
Ondertussen is er een tweede album, ‘Hummingbird’, en de band wou dat vandaag voorstellen aan het festivalpubliek al had het dat eerder al in Trix gedaan in maart. Gelukkig was de band zo slim om afwisselend nummers uit ‘Gorilla Manor’ en ‘Hummingbird’ te spelen, want de meeste songs uit de opvolger kunnen niet tippen aan die van het debuut. Bas en drums dansten hun weerbarstige en springerige dans rond de harmoniezang. En verder zat alles mee: de ontspannen en terecht van zelfvertrouwen bulkende band speelde begeesterend, het geluid was perfect (niet evident hier) en het publiek was respectvol en toch extatisch op de juiste momenten.
En dan moest Low nog komen. Ook zij bevestigden wat wij al van hen zagen in het Koninklijk Circus eerder dit jaar en dat tikkeltje enthousiasme meer was hier wel aanwezig.
Kristof Van Landschoot, Marc Alenus, Frederic Heymans, Patrick Van Gestel