Pukkelpop 2012 - De dagjesmensen

Kiewit, Hasselt, 22 augustus 2012

Niet iedereen ging voor de volle pot. Maar ook zij die slechts voor een dag kozen, willen graag hun lijstje van lievelingen op u loslaten.

Pukkelpop 2012 - De dagjesmensen



GEERT VERHEYEN (donderdag)

Eén dag naar Pukkelpop gaan voelt als naar een feestje gaan, maar niet tot het einde blijven. En dat is het ook. Maar wat voor moois de vrijdag en zaterdag ook nog in petto hadden, de donderdag ging van het ene hoogtepunt naar het andere. 

Uit de schitterende optredens van The Bony King Of NowhereAlt-J,  ChromaticsSantigoldDjango DjangoBloc PartyBjörkFeist en Mark Lanegan Band drie hoogtepunten lichten is een zware taak. Het moge duidelijk zijn dat de professie van recensent niet alleen maar rozengeur en maneschijn is. En dan heb ik Of Monsters And Men, Hot Chip en Isbells nog gemist. Kiezen is verliezen.

Deze drie zouden we toch extra in de kijker willen zetten. Welgemeende excuses aan alle anderen:

Chromatics

Chromatics hebben met ‘Kill For Love’ een plaat afgeleverd, die op het einde van het jaar ongetwijfeld in allerlei eindejaarslijstjes zal opduiken. Die plaat – een moeilijke met maar liefst zestien tracks en een speelduur van ongeveer achtenzeventig minuten – bevat de synthpop die alle andere synthpop overbodig maakt en ook live bleek dit het geval. Chromatics hebben steengoeie songs en met pakweg Lady en Kill For Love ook potentiële radiohits. Spijtig dat de aandacht van de radio voorlopig achterwege blijft.  

Met  ranke deerne Ruth Radelet – mooi om te zien ook, een extraatje bij een op zich al sterk optreden – heeft Chromatics natuurlijk een grote troef in huis: haar stem klinkt afstandelijk en koel, maar voor de aandachtige luisteraar zit er ook een dosis tristesse en weemoed in.

Hét hoogtepunt van deze set was ongetwijfeld het zeer luid beukende These Streets Will Never Look The Same (daar is die weemoed weer). Afsluiten deed de groep met niet één, maar twéé covers: Into The Black (of dus eigenlijk Hey, Hey, My, My van Neil Young) en Running Up That Hill (van Kate Bush uiteraard). Dat ze daarmee wegkomen, sterker nog: dat het twee hoogtepunten waren in een op zich al zeer sterke set is tekenend voor het niveau.

Het enige puntje van kritiek is dat hun set, rekening houdend met hun doorgaans lange nummers, nogal kort uitviel waardoor ze zich genoodzaakt zagen om sommige songs (Into The Black) in te korten.

2. Björk

Voor haar optreden van start ging liet Björk een boodschap verschijnen op haar schermen: "Gelieve geen foto’s te nemen of opnames te maken met gsm, iPhones en consorten. Dit is storend voor Björk." Björk nodigde ons uit “om deel te worden van een ervaring” en zou na het optreden foto’s van het optreden op haar website beschikbaar stellen. Alleen al door dit soort mededelingen bewijst ze haar eigenzinnigheid en verdient ze ons diepste, eeuwigdurend respect. Dat de wei halfleeg was kon ons niet deren: wij zouden deel uitmaken van een ervaring.

En een ervaring werd het. Björk mijdde het compromis, jaagde zowat heel haar (moeilijke) ‘Biophilia’ erdoor en weigerde hits te spelen. Gedoemd om te mislukken op papier, maar een steengoed optreden, als je er zelf bij was.

Het werd meteen duidelijk dat de stemproblemen van Björk, die haar verschijnen op Pukkelpop nog even onzeker maakte, verleden tijd waren: we kregen magistrale versies te horen van CrystallineHunter en Joga. Voeg daar nog Hidden PlacePagan PoetryNattùraPossibly Maybe en een verschroeiend luid Declare Independence aan toe en wij waren meer dan tevreden over de setlist.

Daarnaast viel er altijd wel iets te beleven op het podium: Björk had een meute danseressen bij, stond zelf ook te huppelen en te springen en had daarnaast van haar show ook nog eens een groot visueel spektakel gemaakt.

Oké, om hits als Hyper-Ballad, Army Of MeInnocenceVenus As A BoyIsobel en All Is Full Of Love waren we niet rouwig geweest, maar dat is gewoon voor een volgende passage. Björk koos deze keer meer voor een concept met allemaal songs die bij elkaar pasten, liever dan een greatest hits-show te spelen en daarvoor krijgt ze van ons respect en bewondering.

3. Feist

Het lijkt wel vrouwen boven op Pukkelpop dit jaar, want ook het derde hoogtepunt werd aangeleverd door een vrouw: Leslie Feist. Feist stond erg laat geprogrammeerd in de Marquee (alleen Heerser Van De Nacht Mark Lanegan kwam nog later), maar ze toonde vervolgens een uur lang dat ze die plaats verdorie verdiende.

Er werd gewag van gemaakt dat het optreden van Feist “een onverwacht hoogtepunt” was, maar wie Feist al langer volgt, had dit verwacht. Elke plaat die ze aflevert is beter dan de vorige en met ‘Metals’ had Feist zelfs hét – toegegeven: onverwachte - muzikale hoogtepunt van 2011 gemaakt.

Het waren dan ook de songs uit ‘Metals’ die de grootste indruk nalieten: opener A Commotion, het energieke, halverwege openbarstende The Bad In Each Other, de hitsingle How Come You Never Go There, het ietwat experimentele Undiscovered First en het lieve en breekbare Comfort Me. Feist speelde zich van hoogtepunt naar hoogtepunt en maakte indruk. Laat bij een volgende tour gewoon heel ‘Metals’ op de setlist staan en niemand die daarover zeurt.

BRAM SERPIETERS (vrijdag)

Apparat band

Sasha Ring had iets goed te maken nadat hij zijn concert in de Vooruit enkele maanden geleden afgelastte. Maar dit deed hij zoals het een echte Duitser betaamt met Gründlichkeit! De broeierig hete Castello was het decor voor een uur lang zware bassen, gecombineerd met de dromerige stem van de (voormalige) dj die het nu met een groep doet. We kunnen er kort over zijn: hij is erin geslaagd om ons een uur lang te overdonderen.

Met Song Of Los bewees hij nog maar eens dat, als je het juist aanpakt, electronica gecombineerd met klassemuzikanten magie kan opwekken. Het symfonisch opgebouwde Ash/Black Veil gaf het woord meeslepend een nieuwe betekenis, maar dit gold zowat voor alle nummers van zijn laatste plaat, ‘The Devil’s Walk’.

We hadden stiekem gehoopt dat de heren van Modeselektor nog een dagje langer waren gebleven om Apparat bij te staan voor Rusty Nails, maar ook zonder hen werkte het fantastisch bezwerend. Na afsluiter Black Water werden we door een oorverdovend applaus terug met de voeten op de grond gezet, al had de trip gerust veel langer mogen duren! Kom je alsjeblieft snel terug meneer Ring?

The Tallest Man on Earth

Als Pukkelpop een rijk was dan zou Dave Grohl wellicht keizer zijn, maar Kristian Matsson zou aan zijn rechterhand zitten! Al lang voor het einde van Lykke Li op het hoofdpodium, was het drummen in de club. Toen ze I Follow Rivers  inzette, leek het wel alsof ze gewoon in de club stond te spelen. Maar deze samenzang was niets in vergelijking met wat ging volgen. Iets waar zelfs de langste man op de wereld niet leek op voorbereid.

De kleine mens, uit het verlaten, Zweedse achterland, was duidelijk verbaasd toen hij de mensenmassa die was komen opdagen zag. En nog verbaasder toen hij hoorde hoe ieder nummer, zelfs die van zijn recentste cd, woord voor woord werden mee gezongen. De hele set door hing er hoogspanning in de tent en hoogspanning leidt vaak tot ontploffingen. Het werd een aaneenschakeling van ontploffingen En dat enkel met een gitaartje! De grootste knal werd voor het einde gespaard. Na een duidelijk geëmotioneerde laatste bindtekst zette hij King of Spain in. Ronduit magistraal!

Was er nog iemand die, buiten zijn tijdsslot, een encore moest doen omdat anders de tent werd afgebroken? The Greatest Man on Pukkelpop wel!

Maxïmo Park

Jawel hoor, daar zijn ze weer! Het was alweer drie jaar geleden dat Maxïmo Park nog eens in België te zien was. Wellicht zit die mindere derde plaat daar voor iets tussen. Dus het was maar de vraag of Paul Smith en de zijnenhet” nog hadden. En of ze “het” nog hebben!

Nog steeds volledig in maatpak inclusief stropdas en typerend hoedje, brengt Smith een energie ten tonele die in die hitte als een topprestatie mag gezien worden. En qua energieverspilling moet keyboardspeler Lukas Wooller daarvoor niet onderdoen. Moest zijn keyboard niet zo log zijn om te verplaatsen had hij het wellicht alle hoeken van de Main Stage laten zien. Wat dan weer in schril contrast stond met bassist Archis Tiku die aan zijn versterker leek te zijn geplakt.

Met hun vierde, ‘The National Health’, keerde Maxïmo Park terug naar wat ze het best doen: energieke popsongs maken. Energie die ze al vanaf het eerste nummer van de set, Girls Who Play Guitars, weten over te brengen op de voorste rijen. Op een echt grote fanbasis kunnen deze Britten in België niet (meer?) rekenen, maar bij het inzetten van Books from Boxes ontstond toch een spontaan applaus en hebben we meerdere mensen genietend zien meewiegen. Met een kwalitatief hoogstaande set, doorspekt met een resem hits, (Apply Some Pressure, Our Velocity, Limassol) zette Maxïmo Park vroeg op de middag de standaard. En deze lag hoog!

Eind oktober terug te bezichtigen in de Botanique, met feestgarantie!

MARC ALENUS (vrijdag)

Voor mij zat er maar één dagje Pukkelpop in dit jaar, maar dat is alvast één meer dan vorig jaar… Op vrijdag 17 augustus zat, lag en stond ik op de wei in Kiewit en dit is mijn top 3 van die dag:

Grandaddy

Eén van de weinige acts uit de jaren negentig die ik oppikte indertijd. Ja, ik ben een kind van de jaren tachtig en na 1988 leek er ineens geen goede muziek meer gemaakt te worden. Dat lag aan het feit dat ik zelf niet meer mee was natuurlijk, maar deze band kon wél op mijn goedkeurend oor rekenen en blijkt dat ook anno 2012 nog te kunnen. Dat deze baardmannen ook nog eens het meest toepasselijke lied van de dag speelden, was mooi meegenomen:  Summer Here Kids

We Are Augustines

Dat eerlijke rock and roll niet dood is, bewezen The Gaslight Anthem al, maar deze heren lijken op hun nieuwe album zelfs geen millimeter te evolueren ten opzichte van de vorige twee. Gelukkig zijn er nog eerlijke rockers:  Bill McCarthy en Eric Sanderson van We Are Augustines bijvoorbeeld. We werden al lyrisch bij hun debuutplaat en nu we ze live hebben gezien weten we het wel zeker: deze gasten zijn echt en goed, dus echt goed! Dit was hun hoogtepunt.

Geppetto & The Whales

Deze gasten hebben nog niet eens een plaat uit en ze evolueren al! Leg de laatste single Duquesne’s Horse maar eens naast  Juno en je weet meteen wat ik bedoel. Ze deelden ook geheel vrijwillig hun drie rijen groupies met ons. Dat was een bonuspunt, dat begrijp je wel.

Net niet: The Tallest Man On Earth (teveel gebabbel tijdens diens semi-akoestische set), Oberhofer (lijkt uiterlijk net iets teveel op Mika) en Merdan Taplak (iets te vroeg op de dag voor zo’n onverantwoord zot feestje).

22 augustus 2012