Pluto Festival, dag 1 - Een wervelwind die muziek heet

Opwijk, 7 oktober 2009

Op vrijdag 2 oktober ging de tweede editie van het Pluto Festival van start. Pluto staat voor elektronische muziek, zoals ambient, breakbeat, dubstep, én cutting-edge mediakunst.

Pluto Festival, dag 1 - Een wervelwind die muziek heet



Voor de muziek startte, concentreerden we ons op die kunst, en dit was zeker de moeite waard. Zo was er het gigantische, organische werk van Philip Beesley, dat door middel van bewegingssensoren reageerde op de beweging van mensen die zich onder het kunstwerk bevonden. Ook indrukwekkend was een vernuftige constructie met verschillende soorten planten en gras. Door middel van aanrakingen van de planten aan de linkerkant kon je een tekening op een projectiescherm maken, de planten aan de rechterkant brachten dan weer geluid voort.

Leuk gevonden, al waren we vooral voor de muziek naar Opwijk afgezakt. Jon Hopkins had de eer om het festival te openen. Normaal maakt hij vooral ambient met trance-invloeden, maar deze keer bewees hij dat hij veel meer in zich heeft. Hoewel je doorheen zijn set vaak zijn typische sound kon herkennen, hoorden we ook veel breakbeat en idm, zoals in het nummer Vessel.

Bijwijlen deed zijn muziek ook denken aan het middelharde werk van Squarepusher. In combinatie met het massaal opgekomen publiek leidde dit tot een veel stomendere set dan we van Hopkins gewoon zijn.

De man had het publiek duidelijk op zijn hand, afgaand op het geschreeuw en de dansende massa op zo'n vroeg uur. En het helpt natuurlijk ook altijd als een artiest zichzelf volledig geeft tijdens zijn performance. We vroegen ons dan ook af of Hopkins niet op een later moment geprogrammeerd had moeten worden.

Wat er ook van aan is, na zijn laatste nummer liet Jon de extatische massa over aan Four Tet. Deze opende met Moth, een collaboratie tussen hem en Burial en een fantastisch nummer waar wij al maandenlang van genieten. Toch voelde het wat onwennig aan. De overgang van het hardere werk van Jon Hopkins naar dit uiterst zachte en breekbare nummer, bleek net te veel een clash van stijlen, een clash die we toch vooral op Hopkins' conto dienen te schrijven.

De set van Four Tet startte rustig. Zo gaf hij het publiek de kans om weer op adem te komen. Maar soms kwam het iets té traag over, en bepaalde nummers werden geregeld wat te lang gedraaid. 'Een valse trage', zoals dat heet, want al snel kwam er meer vaart en pit, werd de feelgood-factor van zijn nummers verhoogd en waren er enkele climaxen met zijn typische drumloops, die geregeld aan Amon Tobin deden denken. Het hoogtepunt van een heel veelzijdige set was zijn eigen remix van Year of the Jaguar.

Net als de overgang tussen Jon Hopkins en Four Tet, was er ook nu weer een bruuske overgang van muziekstijl toen Dyno het podium betrad. Deze dj bracht zelfgemaakte dubstep en deed de Nijdrop meteen daveren. Zijn stijl kan het best omschreven worden als stevig en eclectisch: hij schuwt geen gecompliceerde beats, scherpe snares of scheurende basslijnen. Een aantal nummers had ook  duidelijke invloeden van chiptune in zich.

Soms werd de muziek een beetje eentonig, maar als je beseft dat alle nummers zelfgemaakt waren, willen we hem dat gerust vergeven. Zijn set was stevig, maar niet te zwaar. Een goede opwarmer voor Rustie, dus.

En die Rustie schakelde direct een versnelling hoger. Het klonk meteen een pak harder met zijn typische stijl, die hij zelf omschrijft als crunk. De performance begon met heel eclectische beats, die soms net iets te hectisch waren om aangenaam te zijn. Later werden de beats echter vloeiender en merkten we zelfs een hoge variatie op in beats.

De basslijnen deden sterk vermoeden dat deze jongeman ook naar drum & bass luistert, of er alleszins sterk door beïnvloed is. Ook zijn voorliefde voor r&b was nadrukkelijk aanwezig in zijn nummers.

Rustie is duidelijk een turntablist, die tijdens zijn overgangen vaak gebruik maakte van scratches en cuts, om er dan een nieuwe plaat in te smijten. Tijdens de set kreeg de Schot een paar keer te maken met problemen aan de draaitafel, maar dat loste hij telkens op met een technisch hoogstandje en een grote dosis "cool". Hij was nauwelijks op een foutje te betrappen en hield een hoog niveau aan, zeker voor een 18-jarige.

Op naar hét hoogtepunt van de avond: DJ Kentaro (foto). Zelfs woorden als verbluffend, verbazingwekkend en fantastisch kunnen nog niet genoeg weergeven hoe zijn set klonk.

Van bij het begin werden we bij de keel gegrepen met zijn arsenaal scratches en cuts, enorm snelle mixes en vooral zijn bovenmenselijke skills. We waren de organisatie dan ook heel dankbaar dat ze de visuals stopgezet hebben tijdens zijn optreden om de camera op zijn draaitafels te richten.

Tijdens het optreden werden we bedolven onder een zondvloed van stijlen, zoals hiphop, ragga, drum & bass, r&b, dubstep, rock, core, funk, elektro en italo disco. En Kentaro kent ook duidelijk zijn klassiekers. Zo draaide hij Around the world van Daft Punk, Beverly Hills Cop, Thriller, en ga zo maar door. Hetgeen ons echter het meest zal bijblijven, is de gescratchte versie van Seven Nation Army.

Kentaro is ongetwijfeld de beste dj die wij ooit hebben gehoord. De term dj lijkt zelfs niet van toepassing. Hij is eerder een muzikant met zijn platen, aangezien hij met zijn scratches vloeiend melodiën uit zijn mouw schudde. Een grote ode aan de kunst van het turntablism.

Tijdens die wervelwind vroegen we ons dan ook af en toe af wat AKS ft. Selah Sue eigenlijk nog kwam doen. Was deze set überhaupt nog nodig? Toegegeven, ze deden een meer dan verdienstelijke poging, maar DJ Kentaro had zijn publiek gedurende anderhalf uur compleet leeggezogen, en dat was ook te merken aan de matige feedback die AKS kreeg tijdens zijn set.

Hun openingsnummer heette Fire, maar dat vuur was op dat moment ver te zoeken bij het publiek. Bovendien was een van de grootste climaxen van het optreden dan nog eens te nadrukkelijk afgekeken van The Prodigy en vonden we de meerwaarde van Selah Sue te beperkt. Akkoord, haar stem begeleidt de nummers goed en geeft ze wel wat extra cachet. Maar toch voelt het niet aan alsof ze veel toevoegt aan dit collectief.

Desalniettemin was de eerste dag meer dan geslaagd. Het festival was goed georganiseerd, de geluidsinstallatie was van topkwaliteit, de optredens waren over het algemeen overtuigend en de organisatoren hebben ervoor gezorgd dat de bezoekers ook visueel geprikkeld werden. Sterk!

7 oktober 2009
Sam Deprest