Placebo - Euforie en donkerte

Sportpaleis, Antwerpen, 8 december 2013

Sceptisch vertrokken wij naar het Antwerps Sportpaleis waar Placebo zou spelen. Sceptisch, want is Placebo geen groep die al een tijdje over haar hoogtepunt heen is? En die twee meest recente platen zijn niet bepaald hoogvliegers, toch? Tel hierbij bij dat er geen spatje spontaniteit in hun setlist zit – ze  variëren hun setlist amper doorheen de tournee en kunnen zich al eens zichtbaar vervelen op het podium – en wij waren voorbereid op een avondje lichte verveling.

Placebo - Euforie en donkerte



Als we naar het Sportpaleis gaan, reserveren we in gedachten al één paragraaf waarin we kunnen klagen over de gebrekkige akoestiek. Alleen bleek dat nu nergens voor nodig. Vanaf seconde één zat het geluid goed bij Placebo. Het was helder met gevoel voor detail en elk woord dat Brian Molko zong was goed verstaanbaar. Een bewijs dat het wél kan.

Er was overigens zeer goed over de setlist nagedacht en er werden gewaagde keuzes gemaakt. Wie de setlist even analyseert ziet dat de set een bepaalde opbouw kende. In de eerste helft werd vooral geput uit de eerste, in euforie badende, plaathelft van ‘Loud Like Love’. De tweede helft van het concert was nadrukkelijk – ook in visuals - duisterder en gaf opvallend veel ruimte aan het album ‘Meds’.

Visueel werd alles uit de kast gehaald met zeven kleine schermen vooraan het podium, twee zijschermen, een twee dozijn strategisch geplaatste spots en een indrukwekkende videowall waarop visuals in zeer lichte en heldere dan wel zeer duistere kleuren te zien waren.

Openen deed Placebo met B3, een vreemde opener want van een ep’tje geplukt dat ‘Loud Like Love’ vooraf ging, een single bovendien die quasi genegeerd is. Een stevige opener, maar het nummer doet ons iets te hard denken aan Special Needs om ons te doen kraaien van euforie. Meteen daarop volgde publiekslieveling For What It’s Worth (bwah) en de euforie van de hitgevoelige radiosingle Loud Like Love.

De nummers van de nieuwe plaat deden het live trouwens behoorlijk goed. Waar we op plaat Too Many Friends altijd al naar de saaie kant vonden, paste het live wel helemaal in het plaatje en we ergerden ons zelfs niet aan dat idiote handgeklap in Scene Of The Crime. Het rijtje Speak In Tongues, Rob The Bank, Purify vonden wij het meest overbodige van de avond.

En dan was er plots Space Monkey dat een andere toon aansloeg, een toon die met Blind (ook al uit ‘Meds’) en Exit Wounds, één van de hoogtepunten uit de nieuwe plaat, stevig vastgehouden werd. Ook opvallend: het middenstuk van de setlist bestond uit acht op elkaar volgende albumtracks. Gedurfd voor een band die er makkelijk voor zou kunnen opteren om jukebox te spelen.

Naar het einde toe werd een eindspurt ingezet met de ene hitsingle na de andere. Achtereenvolgens kwamen Meds, Song To Say Goodbye en met Special K en The Bitter End ook nog enkele oudjes langs. Nog niets van hun pluimen verloren, zo bleek.

Voor de fans van het eerste uur werden de bissers afgetrapt met Teenage Angst in een lagere versnelling dan op plaat, met Running Up That Hill speelden ze de cover die wij op elk Placebo-concert hopen te horen, Post Blue werd nog maar eens uit ‘Meds’ geplukt en ook de afsluiter Infra-Red in een wel zeer stevige versie kwam daaruit.

Nee, Placebo speelde geen jukebox. Geen Pure Morning, English Summer Rain, Black-Eyed, Nancy Boy, Taste In Men of Battle For The Sun en ook het beste nummer van de nieuwe plaat (Begin The End) bleef op stal, maar uiteindelijk moeten wij toegeven dat de vreemde keuzes de sfeer ten goede kwamen. Placebo was euforisch en donkerte. En Placebo was vooral ook steengoed.

8 december 2013
Geert Verheyen