Paul Weller - Kat met negen levens
Het Depot, 4 oktober 2018
Het was even wenkbrauwen fronsen, toen wij in De Morgen het concert van Paul Weller zagen aangekondigd worden als een show rond 'A Kind Revolution'. Er was toch een nieuwe plaat? En inderdaad: 'True Meanings' was de krabpaal waaraan de modfather dit keer zijn nagels had gescherpt.
Openen voor Paul Weller was een hele eer voor Eli Goffa. En het lijkt er alvast op dat hij het ook waar heeft gemaakt. Dat deed hij met Ry Cooder-achtig gitaarspel, een stem waarmee hij alle kanten uit leek te kunnen en liedjes zonder veel franjes. De droge humor, waarmee hij zichzelf introduceerde, was een leuke bijkomstigheid en zorgde voor bijkomende punten op de waarderingsschaal. Als je dan ook nog eens het publiek, dat tenslotte niet om je gevraagd heeft, kan laten meezingen en kan rekenen op een warm applaus achteraf, is de opdracht toch echt wel geslaagd te noemen.
Nog één die alle kanten uit kan, is Paul Weller. Van enkele van zijn soloplaten had hij een paar nummers geplukt voor deze tour om die hier in (min of meer) akoestische vorm te brengen. Dat deed hij niet solo of zelfs in duo met vaste kompaan Steve Cradock (zoals ruim tien geleden in de Handelsbeurs), maar wel met zijn vaste band. Het resultaat was een bevlogen optreden, dat van het publiek aanvankelijk duidelijk wat gewenning vroeg, maar geleidelijk toch onder de huid kroop.
Ook aan 'True Meanings' de laatste plaat van Paul Weller was het trouwens even wennen. Maar dan zijn daar weer de ijzersterke songs om houvast te bieden tussen het klassieke geweld. Het resultaat was alvast verfrissend. In Het Depot was er van dat klassieke orkest uiteraard geen sprake; niet dat het werd gemist. Af en toe werden er via de elektronica enige accentjes aangebracht, maar meestal werden de songs herleid tot de pure basis.
En dan blijkt weer eens hoe krachtig een song als Glide is in al zijn eenvoud. Het was een gevoel dat je nog vaker zou overvallen met een hoogtepunt als afsluiter van het eerste deel White Horses tot gevolg. Verder genoten wij ook nog onder meer van Old Castles, dat in deze versie zo op een Style Council-plaat had gekund, en van een dartel dingetje als Mayfly.
De keuze voor de andere songs was gevallen op nummers uit 'A Kind Revolution', '22 Dreams', 'Stanley Road', 'Wild Wood' en de titelloze, eerste soloplaat. Opener One Bright Star, met Cradock die de twaalfsnarige gitaar liet klinken als een mandoline, en Hopper werden door ons daarbij het meest gesmaakt. Maar het stond vooraf al vast dat singles als het nieuwe The Soul Searchers, Wild Wood of afsluiter en publiekslieveling You Do Something To Me op het meeste applaus zouden kunnen rekenen. Ook uit het pre-solowerk was het vooral Have You Ever Had It Blue (The Style Council) en (in iets mindere mate) Boy About Town (The Jam) die herkend werden.
Weller is er nu eenmaal de man niet naar om het publiek te geven wat ze vragen en dus werden van dat oudere werk ook minder bekende songs opgediept als A Man Of Great Promise (The Style Council) en het ietwat uit de toon vallende (en dus gewaagde) Private Hell (The Jam). De diehard-fans hebben er ongetwijfeld van gesmuld; voor de anderen was het een mooie kennismaking met dat oudere werk en een ideale aanleiding tot enig opzoekingswerk.
Met een tot piano en akoestische gitaar herleide, prachtige versie van The Start Of Forever en de eerder vermelde single uit 'Stanley Road' werd uiteindelijk (en in tegenstelling tot het optreden in Nederland de dag voordien) toch toegegeven aan de vraag om bisnummers. Het was een mooie afronding van een goed concert, dat bij ons wel eens in de top drie van Weller-shows zou kunnen terechtkomen. Of hoe Paul Weller steeds weer op zijn pootjes terechtkomt, als een kat met negen levens.