Patrick Watson & The Wooden Arms - Perfect paradijs

Het Depot, Leuven, 30 november 2009

Een optreden van Patrick Watson is nooit zomaar een optreden. De charmante Canadees blinkt keer op keer uit in echtheid en creativiteit. Dat liet hij vorig weekend al merken op Crossing Border, en kwam hij nu nog eens bewijzen in Het Depot.

Patrick Watson & The Wooden Arms - Perfect paradijs



Een betere Belgische opwarmer dan Yuko hadden we niet kunnen bedenken. Hoewel het Gents-Brusselse collectief muzikaal meer aanleunt bij The Notwist en Múm, is ook de speelsheid van Patrick Watson erin terug te vinden. 

Die speelsheid uit zich voornamelijk aan de hand van een hoop ongebruikelijke instrumenten, zoals een muziekdoosje, noppenfolie en allerhande vreemde belletjes en fluitjes.

Yuko bracht vorig jaar het puike ‘For Times When Ears Are Sore’ uit, maar intussen blijken ze al naarstig bezig te zijn aan een opvolger voor dat debuut. De nieuwe nummers moeten duidelijk nog hun weg vinden tussen het oudere werk, maar maakten ons alvast erg benieuwd.

Eerder dit jaar bracht Patrick Watson zijn tweede en even fantastische langspeler ‘Wooden Arms’ uit. Dat album bracht hem al een paar keer naar ons land, maar tot nu toe nooit zo volmaakt als in Leuven.

Watson en zijn drie Wooden Arms speelden ongeveer het hele album, aangevuld met het beste uit ‘Close to Paradise’. Ook openen deden ze met dezelfde nummers als op de plaat, en vanaf de eerste seconden van Fireweed ging de haren op onze armen rechtstaan. Tracy’s Waters en het sublieme Bejing konden daar niet veel aan verhelpen, integendeel.

Het viertal werd bij momenten bijgestaan door een vrouwelijk strijkerskwartet, en net dat maakte dit optreden zo fenomenaal perfect. Dat en het ontwapenende van Watson zelf. Hem piano zien spelen en vooral hem horen zingen - zullen we ooit gewend raken aan zo’n prachtige stem? - volstond voor een paar uur ongebreideld geluk.

Of de groep nu groots (Luscious Life, The Storm), ingetogen (The Great Escape, Man Like You) of iets daartussen (Big Bird in a Small Cage) klonk, op elk moment bezorgde de muziek ons kippenvel. En dat is een prestatie van jewelste.

Wanneer Watson tijdens de bissen plots temidden van het publiek stond, met een vreemde constructie van luidsprekers en spotjes op zijn rug om zo Man Under the Sea te brengen, had hij finaal onze harten gewonnen. 

Tel daarbij nog een huiveringwekkende solo pianoversie van To Build a Home, en u verstaat dat we getuige waren van een gradioos concert dat wellicht bewijst dat we Watson voor de laatste keer in een zaal van dit formaat aan het werk gezien hebben. Dichter bij het paradijs zijn we nog niet geweest.

30 november 2009
Tom Weyn