Owl City - Sloophamer overbodig
Botanique, Brussel, 27 februari 2010

Daar sta je dan. Klaar om dit kreupelhout met de botte bijl te rooien, om dit varkentje met de stalen borstel te wassen. Want al die tieners zijn toch enkel en alleen hier voor dat ene radiohitje. Dus je mag Owl City niet au sérieux nemen. Of wel soms?
Maar wat kom je hier dan in godsnaam zoeken? Wel, de ouderliefde is nu eenmaal onbegrensd en omdat je dat voor de rest van je kroost hebt gedaan, ben je dat ook de jongste verschuldigd, en bevind je je plots in een uitverkochte Orangerie waar je grijzende haren nog zouden kunnen worden toegeschreven aan de lichtinval, maar die terugtrekkende haarlijn en de rimpels je leeftijd helemaal verraden.
Het voorprogramma beloofde in elk geval al niet veel goeds. Lights blijkt in Canada hits te scoren en als dat in Canada kan, waarom dan hier niet. Met een live drummer en een batterij knopjes en schuifjes moest Valerie Poxleitner Europa overtuigen van haar kwaliteiten.
En het publiek leek daar best voor open te staan : liedjes als Ice en Drive My Soul werden hier en daar zelfs meegekweeld. Ons liet haar plastic synthpop eerder koud. Het mocht dan lekker wegkauwen, vlug doorslikken leek toch aangeraden.
Zegt de naam Alana Dante u nog iets? Indien niet, dan herinnert u zich misschien toch de rimpels in de plas afwaswater die werden veroorzaakt doordat zij een stemvervormer gebruikte voor haar inzending voor Eurosong. Precies dat soort stemvervormer wordt ook door Adam Young – lijsttrekker van Owl City – veelvuldig gebruikt.
En we geven grif toe dat dat bij momenten ook werkt. Fireflies en Cave In zijn twee nummers van de laatste cd die boven de middelmaat (en de rest van die plaat) uitsteken. Bovendien had Adam Young zijn digitale pop voorzien van de nodige analoge accenten. Naast de live drums waren er ook strijkers voorzien. De celliste en violiste zorgden in de voor hen dode momenten trouwens voor ritmische dans.
Het waren uitgerekend die strijkinstrumenten die met de inleiding op Umbrella Beach de set op de rails zetten. Het hoeft geen betoog dat Young en zijn band (drummer, toetseniste en achtergrondzangeres, multi-instrumentalist en strijkers) op luid gekir onthaald werden en dat de jongeman zich dat graag liet welgevallen. Met wijdse armslagen en vrolijk tekeergaand op zijn muziek palmde Young de hem op het podium toegewezen ruimte in, daarbij zijn toetsen en/of gitaar occasioneel beroerend.
Misschien was het allemaal een beetje voorspelbaar - de tandenborstel tijdens Dental Care was een ware inkopper - maar hoewel de songs net als op de plaat een beetje eenvormig waren, moesten we toegeven dat we nergens de neiging hadden om bij wijze van entertainment onze neus leeg te halen. De betere songs als Fireflies, Cave In en bisnummer Hello Seattle werden quasi volledig meegebruld, tot groot jolijt van de band. Door de inbreng van strijkers en gitaren werd het gehalte aan kunstmatige suikers toch beperkt gehouden.
Het zou te eenvoudig zijn om de sloophamer in Owl City te zetten, want hoewel dit zeker geen grootse show was, werd het nergens saai, iets dat met een dergelijk publiek dat reeds bij voorbaat aan je voeten ligt, als een verdienste kan worden beschouwd.