Openluchttheater Rivierenhof 2012 - Trixie Whitley - Klungelig, maar imponerend
Openluchttheater Rivierenhof, Deurne, 20 augustus 2012
Trixie Whitley speelde voor een uitverkocht Rivierenhof in Deurne. En dat het uitverkocht was mag een prestatie genoemd worden. Ze heeft immers nog altijd geen debuutplaat uit, tourt al jarenlang door de V.S. en Europa in allerlei verschillende bezettingen en dat allemaal met niet meer dan 2 ep’tjes (‘Strong Blood’ uit 2008 en ‘The Engine’ uit 2009) onder de arm.

Haar live-reputatie gaat intussen haar studiowerk vooraf. Het mag ondertussen duidelijk zijn dat velen op haar debuut zitten te wachten. Goed nieuws voor hen: de plaat is afgewerkt. Een releasedatum is er nog niet, maar de plaat zou nog in het najaar van 2012 verschijnen.
Openen deed Whitley in het Openluchttheater Rivierenhof met een verrassend potige versie van I’d Rather Go Blind, de single waarmee ze in 2009 wat airplay wist te versieren op Radio 1. Openen met je bekendste nummer, voor ieder ander zou het een risico zijn, maar niet als je een publiek voor je hebt dat al jaren geduldig wacht op je plaat en je ondertussen de kans geeft om live dingen uit te proberen en te testen.
De songs, die ze met haar band speelt, klinken zonder uitzondering uitstekend, maar het kippenvel komt toch pas tevoorschijn als ze Pieces inzet, in haar eentje aan de piano. Hetzelfde geldt voor Breathe You In My Dreams, twee songs die terug te vinden zijn op een live-ep uit 2010. Hoe goed haar songs met band ook zijn, het allersterkst is Trixie Whitley als ze haar twee sterkste wapens inzet: haar stem en haar piano.
Toch zien we hier naast een talentvol singer-songwriter ook een frontvrouw staan: wanneer Strong Blood (een song over de soms moeilijke erfenis van een muzikale vader en moeder) gaandeweg van een intieme ballad uitgroeit tot een potige rocksong, is zij het die haar band leidt en niet andersom.
En ook als ze in Hotel With No Name bijna op rap overschakelt, maakt ze indruk. Sterke songs verdorie. Deze jongedame weet wat ze wil en hoe ze het wil en lijkt dan ook veeleisend voor zichzelf. Drie jaar blijven schaven aan een debuutplaat terwijl je al over een flinke collectie songs die live als een huis overeind blijven beschikt, is wellicht een teken aan de wand.
Een sterk optreden dus, maar toch met kleine smetjes. Soms lijkt ze last te hebben van concentratieproblemen. Zo vergeet ze hoe ze een song moet spelen en na een minuutje of twee proberen besluit ze de song maar op te sparen voor later. A Thousand Thieves moet dan weer afgebroken worden omdat haar gitaar niet juist gestemd is. En toch: haar spontaniteit en haar oprechte dankbaarheid tegenover haar publiek maken dit allemaal goed. De schoonheidsfoutjes ten spijt is het voor iedereen die Trixie Whitley ooit al live gezien heeft overduidelijk: deze meid heeft bakken talent.
Laat die plaat nu eindelijk eens komen en in een rechtvaardige wereld volgt de grote doorbraak dan als vanzelf.