Openluchttheater Rivierenhof 2012 - Sigur Rós - Een droom wordt werkelijkheid
Openluchttheater Rivierenhof, Deurne, 28 augustus 2012
Sigur Rós in het openluchttheater, het was de onrealistische droom van vele Sigur Rosfans. Tot het concert eind mei plots echt aangekondigd werd. Vele gebroken harten natuurlijk bij de fans die naast een kaartje grepen. En zij die wel prijs hadden leefden enkele weken op wolkjes. Een optreden dat op papier de stoutste dromen overtreft, het is een riskante situatie. Of de verwachtingen uiteindelijk ingelost werden? Het was even een dubbeltje op zijn kant, maar op het eind van de rit konden wij niet anders besluiten dan met een volmondig ja!
Het optreden van Sigur Rós in het Rivierenhof – te klasseren onder magische muziek in een sprookjesachtig kader - was een evenement. De anticipatie stond te lezen op de blije gezichten van het publiek. En zelfs op verschillende plaatsen rond het domein installeerden fans zonder een kaartje zich op een dekentje om op hun manier mee te genieten van de muziek. Respect voor hen, want het getuigt van echte liefde voor een band in tijden waar het ik-was-erbij!- aspect op uitverkochte concerten bij sommige mensen belangrijker lijkt dan het concert zelf.
Kjartan Sveisson, een van de vier bandleden is het touren moe en wordt tijdens deze ‘Valtari’-tour vervangen door twee andere muzikanten. Het was druk op het met instrumenten volgestouwde podium, want verder werd de line-up ook aangevuld met drie blazers en drie strijkers. Daarmee leek alles snor te zitten voor de volle, genuanceerde Sigur Róssound. Maar tijdens de opener Ekki Múkk leek er technisch het een en ander spaak te lopen. Tijdens Í Gær bleek de bas het niet meer te doen en tijdens een lange onderbreking leek het even of technische problemen roet in het eten zouden gooien
Op het eind van de set zou Jonsi zich voor de problemen excuseren. Maar eigenlijk deden de rommelige sound en de extra kraakjes her en der geen afbreuk aan klassiekers als Ný Batterí , Sæglópur en Svefn-g-englar. In de tweede helft van de set kreeg de band vleugels en volgden de hoogtepunten elkaar op. Hoppípolla is simpelweg een van de mooiste nummers die er bestaan en Festival was dan weer memorabel door de prachtige spanningsopbouw en de ontlading die daar onvermijdelijk op volgde.
Jonsi Birgisson, de zanger, was uitstekend bij stem en is al een paar jaar niet meer de wereldvreemde, mensenschuwe man van de beginjaren. Na zijn succesvolle solo-uitstap lijkt de positie van frontman hem beter dan ooit te liggen. En al bleef de interactie beperkt, hij straalde in zijn lichaamshouding meer rock-’n-roll uit dan ooit ervoor. De uithalen met de strijkstok mochten iets breder en zijn gitaar hing bij de luide stukken tot op de grond.
De groep putte vooral uit ‘Ágætis byrjun’ en ‘Takk’ voor de setlist, met Varúð kregen we het tweede en laatste nummer van de nieuwe plaat. De liefhebbers van ‘()’ konden hun hart dan weer ophalen in de bissen, met ontroerende versies van Vaka en Popplagið.
Perfect konden we dit concert niet noemen, maar dat was eigenlijk alleen omdat we Sigur Rós nog betere concerten hebben weten geven. Maar dan nog stak dit concert met kop en schouders uit boven datgene wat vele andere bands ervan bakken. Sigur Rós blijft een klasse apart. En zeker in dit mooie kader zorgde dat opnieuw voor een memorabel concert.