Oost-Vlaams Rockconcours - Fear and Loathing in Oost-Vlaanderen

JC Kadans, Aalter, 2 november 2009

Ja, dames en heren, het was lang geleden dat wij nog eens zo 'n fysieke en mentale crash hadden meegemaakt als bij de halve finale in Aalter. Gelukkig stond er backstage een grote ligzak (waar volgens kwatongen meestentijds een grote zak lag) en raakten wij steeds tijdig op de lichtbrug om de bands te zien spelen, anders hadden wij hier een staaltje gonzo journalism uit onze mouw moeten schudden dat voldoende juridische grond zou bieden voor een collocatie.

Oost-Vlaams Rockconcours - Fear and Loathing in Oost-Vlaanderen



Paperfox beet de spits af in dezelfde bezetting als in de voorrondes: meisje, computers, keyboardjes, gitaar, retrolampje en kamerplant. Hier zit iets in, dat is duidelijk. Maar zowel de mature stem als de levensvatbare songs verdienen véél beter dan een soloslaapkamerarrangement. Zo 'n sympathiek meisje kan toch geen problemen hebben om een groepje enthousiaste leeftijdsgenoten rond zich te scharen?

Als voorbeeld kan Maya's Moving Castle dienen: het zwartharige prinsesje - met glinsterdiadeem en al - heeft duidelijk een groepje met goesting en muzikale kennis - maar hen ontbreekt het dan weer wat aan muzikale vocabulaire en inspiratie, lijkt het. Echter, het Lady Linn-syndroom, waarover wij reeds meermaals berichtten, verspreidt zich onder muzikanten als ebola onder Congolezen(*). Dit keer moest Fascination Street - één van de sterkste nummers van The Cure - er aan geloven. Waarom een beresterk nummer coveren als je er niks aan kan toevoegen? Het dient enkel als bewijs dat je zeker nog geen wereldniveau haalt.

Winchester had dit keer een drummer mee en dat gaf stukken meer sfeer dan in de preselectie. Leuk, maar... Grofweg vielen zij ergens tussen Mika, Scissor Sisters en Gossip. Rock met een discobeat en popinvloeden dus. En net als in de preselectie was het allemaal goed gebracht. Toch vragen we ons af of het niet allemaal wat te trendy of zelfs wat te gemakkelijk is. Nu, festivals houden nogal eens van trendy en gemakkelijk, dus de boekers mogen hun oren wel even te luisteren leggen bij deze gasten.

Dan hadden wij het meer op Horses on Fire. Wat meer variatie, wat meer rocksound. Ook nu weer noteerden wij met bibberende hand: iets tussen Manic Street Preachers en Radiohead. Zij mogen evenwel nu niet op hun lauweren gaan rusten, want het moeilijkste werk ligt nog voor de boeg: het schrijven van een steengoede plaat zonder ook maar één vullertje. De sound, de beheersing en de goesting zijn er al, nu nog de goddelijke inspiratie en wij zijn fan.

We zullen het al maar verklappen: Vegas! won deze halve finale. We kunnen de jury ergens wel volgen: hun rauwe energie spatte van het podium en hun harde klanken daverden ons uit onze schier comateuze toestand. Podiumgimmicks genoeg: zingen door een megafoon, de microfoon tussen de tanden nemen om keyboard te spelen, spelen met het publiek... Voor ons was het geen verrassing meer maar het bleef toch werken. Vooral omdat de set ook maar twintig minuten mocht duren. Feestje en moshpit gegarandeerd, en dat uitroepteken achter hun naam blijven ze verdienen. Jammer genoeg waren wij eerder in de stemming voor iets rustigs.

Maar zó rustig als Contraband hoefde het nu ook weer niet. Melodieus en goed uitgewerkt, die songs, maar toch te belegen. Zij geven de indruk nog nooit naar een Engelstalige plaat geluisterd te hebben. Vermoedelijk geldt Little Richard te hunnent nog steeds als de baarlijke duivel en hebben zij daarna niet veel plaatjes meer gekocht. Wij bedoelen maar: de muziek staat overal ter wereld wel al een paar stapjes verder, en Contraband rekenen wij qua klank en songs eerder onder folklore van ... wel, folklore-kunstencentra. Er is zeker een publiek voor, maar dat was later die nacht zeker niet terug te vinden op een grote ligzak met de tong half uit de mond, ronkend als een varken. Gelukkig zitten er in Aalter niet te veel vleermuizen.

(*) Dit is geen racistische opmerking; de Congolese variant van ebola verpreidt zich nu eenmaal gemakkelijker dan de andere.

2 november 2009
Stefaan Van Slycken