OMD - Prachtige nostalgietrip

Ancienne Belgique, Brussel, 19 mei 2010

Reünies, en dan vooral van groepen die furore maakten in de jaren tachtig, zijn de laatste tijd schering en inslag. De beweegredenen ervoor mogen dan soms wel discutabel zijn, feit is dat deze hergroeperingen een ideale gelegenheid vormen voor jonge(re) fans om hun favoriete band alsnog een keertje aan het werk te kunnen zien. Voeg daarbij de mensen die gedreven door jeugdsentiment of nieuwsgierigheid besluiten hun kop ook nog eens te laten zien op het concert in kwestie en een uitverkochte zaal is gegarandeerd. Dit scenario voltrok zich opnieuw op dinsdag 22 mei, toen het mythische Orchestral Manoeuvres In The Dark de Brusselse AB met een opgemerkt bezoekje kwam vereren.

OMD - Prachtige nostalgietrip



Een andere eer, namelijk die van opener op deze uitzonderlijke tournee, was weggelegd voor Lovers Electric. Dat bleek een allercharmantst, nogal kitscherig (de eighties!) uitgedost koppeltje uit het Australische plaatsje Adelaide te zijn, die ons kortstondig verstrooiden met knullige maar o zo onschadelijke, folky popliedjes. De keurig in het pak gestoken jongen zong en speelde akoestische gitaar, het blonde meisje met het groene jurkje zong ook en tokkelde af en toe op een speelgoedpianootje. Het eerste deel van hun naam leek ons steek te houden, het tweede al veel minder. Verwaarloosbaar, op dat ene nummertje na waarin hun Casio lekker loos mocht gaan en het welopgevoede, beleefde publiek mocht meeklappen.

En toen was het reikhalzend uitkijken naar de grote terugkeer van de legendarische synthpopgroep OMD uit Liverpool, die besloten had om voor het eerst sinds de split in 1989 weer samen een podium te bestijgen in de originele bezetting. Orchestral Manoeuvres In The Dark, zoals de band voluit heet, wordt algemeen beschouwd als een van de pioniers van de Britse elektronische muziek, balancerend op de grens tussen alternatief en commercieel. Samen met tijdgenoten als Depeche Mode, The Human League of Ultravox - om er maar enkele te noemen - drukten ze een onmiskenbare stempel op de donkere jaren tachtig, en hun poppy aanpak zou van grote invloed blijken op latere generaties.

De top van hun artistieke kunnen bereikten oprichters Andy McCluskey en Paul Humphreys, ondertussen versterkt door Martin Cooper en Malcolm Holmes, in 1981 met hun derde album ‘Architecture & Morality’. De huidige Europese tournee is helemaal opgehangen aan die plaat, een vederlicht opus met veel strijkers dat drie klassieke singles herbergt en destijds eveneens OMD’s commerciële piek betekende. De opnieuw samengestelde groep bracht in Brussel tijdens het eerste halfuur van haar show zowat alle nummers van de elpee ten gehore, van de als instrumentale intro fungerende ijzige titelsong (met een griezelig belichte drummer Holmes in de hoofdrol) tot en met de hymne Maid Of Orleans, waarin een enthousiast molenwiekende frontman McCluskey (47) zich helemaal liet gaan en achteraf even moest recupereren. Ook het mooie She’s Leaving en het door Humphreys gezongen Souvenir bewezen dat OMD in de vroege jaren tachtig meesters waren in het schrijven van intelligente popsongs met pakkende melodieën en vernieuwende, anno 2007 allesbehalve gedateerd klinkende geluiden. Een prachtige nostalgietrip, en toen was het optreden nog niet eens halfweg.

Het tweede deel van de show werd namelijk gevuld met een selectie uit de vele andere hits die OMD in de loop van zijn carrière scoorde, en hoewel leuk om terug te horen klonken die niet allemaal even fris of relevant meer anno 2007. Hoogtepunten hier waren het heerlijke Messages, de luchtige, uit het album ‘Junk Culture’ (’84) geplukte drieminutenpopsongs Locomotion, Tesla Girls en Talking Loud & Clear, maar ook en vooral de allereerste singles van de groep: het onweerstaanbare Electricity (’78) en eerste echte hit Enola Gay (’80), een nummer over het vliegtuig dat de atoombom op Hiroshima dropte. Op 7 juli kan u de vier heren nog eens live zien op TW Classic, en in het najaar wordt normaliter zelfs een nieuw album voorgesteld. We zijn alvast benieuwd.
19 mei 2010
Jan Vael