OLT18: Calexico - Dansen op de banken

Openluchttheater, 1 juli 2018

Het was een slechte dag voor het voetbal, aldus Jairo Zavala de Spaanse gitarist van Calexico, die als Depedro zijn eigen ding doet. Ah ja, Spanje lag uit de wereldbeker. Maar het was wel een perfecte avond voor de Tex-Mex-klanken van Calexico: een heerlijke negenentwintig graden, net als in thuisland Arizona.

OLT18: Calexico - Dansen op de banken

Depedro deed het Spaanse voetbal alle eer aan. Veel traag spel en wat ongeïnspireerd Spanglish gemompel tussendoor en slechts af en toe zingend met wat Spaanse peper in zijn gat. Het grootste deel van het publiek zat dan ook wat te keuvelen met een mojito of een Desperado in de hand met Depedro en zijn gitaar als achtergrondmuziek.

Toen een deel van zijn Calexico-vrienden kwam meedoen vanaf Don’t Leave Me Now won zijn set meteen aan sfeer en kracht. En zo was de parallel met het voetbal van eerder op de dag compleet, want ook de Spanjaarden creëerden pas kansen in de verlengingen. Gelukkig voor Depedro moest hij geen strafschoppen trappen.

Ook Calexico trok voorzichtig de diesel op gang met The Town & Miss Lorraine uit de laatste plaat ‘The Thread That Keeps Us’, al schoot die trein plots vooruit met Voices In The Field, opgezweept door de protesten in de VS tegen de scheiding van Mexicaanse kinderen van hun ouders. Het zou het enige politieke statement van de avond blijven van de band waarvoor migratie nochtans altijd al een belangrijk thema was. Dat bleek ook nog maar eens uit Under The Wheels dat de trein op snelheid hield.

Calexico stookte de trein niet met diesel of kolen, maar met rockende gitaren en schetterend koper, opzwepende latin piano en de rollende drums van opperstoker John Convertino. Pas na End Of The World WIth You en een stomende versie van Cumbia De Donde kwam de trein aan in een heel ander station.

Oudje Stray, dat nochtans een opzwepende solo meekreeg op staande bas en doorspekt was met warme accordeon, bracht de trein tot stilstand in een verlaten landschap en even later sprak Joey Burns: "je hebt muziek die voelt als een soundtrack en je hebt liftmuziek, maar deze voelt voor mij aan als een Edward Hopper-song.” En inderdaad, met Thrown To The Wild verklankte de band plots een groot gevoel van eenzaamheid.

Maar lang bleef Calexico niet stilstaan in deze spookstad. Met Sunken Waltz werd de zon weer opgeroepen, ook al was die ondertussen al verzonken achter het nu zwarte gebladerte en even later stond de band alweer te rocken met Bridge To Nowhere.

De treinassociatie kwam weer tot leven bij de intro van instrumental Minas de Cobre (For Better Metal) en bij Flores Y Tamales dansten we opnieuw de cumbia. En zo ging het maar door van de ene sfeer naar de andere, van 'The Thread That Keeps Us' naar vele andere albums.

Zonder dat er veel bijkomend spektakel aan te pas kwam denderde de band verder doorheen haar oeuvre om uiteindelijk toch ook twee keer te stoppen bij het legendarische album ‘Algiers’; een eerste keer met Spitter en een tweede keer tijdens de bisronder waarin de groep verraste door Nele Paelinck (ex-School Is Cool) mee te laten spelen en zingen.

Net daarvoor had de band al naar een hoogtepunt toegewerkt met Alone Again Or en Crystal Frontier, maar de Amerikanen hadden er duidelijk zin in en breidden nog een drie songs tellende bisronde aan de show die uiteindelijk na twee uur zou afronden met Corona en Güero Canelo. Iedereen recht op de banken, de batterijen opgeladen voor een nieuwe werkweek.

2 juli 2018
Marc Alenus