OLT Rivierenhof 2015: Daniel Lanois - Futuristische ambient

Openluchttheater Rivierenhof, Deurne, 21 juni 2015

Altijd nieuwe wegen en invalshoeken opzoeken is een van de meest uitgesproken deviezen van producer en songwriter Daniel Lanois. De Canadese superster heeft een enorme impact gehad op het muziekwezen. Zo was hij één van de architecten van de U2-sound (‘The Joshua Tree’), hielp hij Emmylou Harris aan een absoluut hoogtepunt in haar carrière (‘Wrecking Ball’) en revitaliseerde hij tussendoor ook nog eens de muzikale carrières van Bob Dylan (‘Oh Mercy’) en Neil Young (het stevig rockende ‘Le Noise’). 

OLT Rivierenhof 2015: Daniel Lanois - Futuristische ambient



Als muzikant gaat hij de meest uiteenlopende samenwerkingen aan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het bijzonder fraaie Black Dub-project, met werelddrummer Brian Blade en vocale inbreng van Trixie Whitley. Daarnaast werkt Lanois ook nog eens aan een solocarrière. In dat kader is hij momenteel op tournee om er zijn meest recente, door ambient gedomineerde werkstuk ‘Flesh And Machine’ te promoten, waarmee hij terugkijkt op het werk dat hij in de tachtiger jaren met Brian Eno verrichtte. Kortom, meer dan voldoende redenen om Lanois de OLT-concertreeks in het Rivierenhof te laten openen.

Als voorprogramma was er eerst Douglas Firs, een singer-songwriter van klassieke snit. De vijfkoppige band rond Gertjan Vanhellemont mocht het publiek opwarmen met songs als Caroline en Don’t Buy The House, vrolijke, goedgemutste meezingers. Die klonken behoorlijk radiovriendelijk. Met Your Only Friend kroop er ook een iets intiemer nummer in de set.

Vervolgens was het duo Eriksson - Delcroix aan de beurt, gepokt en gemazeld in allerhande americana en country & western. Zij brachten vorig jaar het hartverwarmende ‘For Ever’ uit, waaruit ze tijdens deze set grotendeels putten. Met songs als Natural Tennessee, At The Car Graveyard ("een liedje over prostitutie op het autokerkhof") en Walking was dit de ideale voorbereiding op Lanois. We hoorden country & western, folk en ook wat bluegrass, zoals tijdens het van Del McCoury geleende High On A Mountain. Iets later volgde nog La Danse De Mardi Gras, met uitstekend slidewerk van Eriksson en dito samenzang. Afsluiten deden ze met het mooie Time Is Winding Up.

En dan was het de beurt aan headliner Daniel Lanois, die zowaar een mobiele studio op het podium liet plaatsen. Voor de huidige tournee maakt Lanois’ liveband , bestaande uit Jim Wilson (bas), Kyle Crane (drums) en Lanois zelf (elektrische gitaar, slidegitaar, digital processing) gebruik van een bijzonder idee: een aantal stukjes werden vooraf ingespeeld als backing tracks en, al naargelang het uitkwam, gebruikt voor de muzikale experimenten van het trio.

Het concert werd geopend met Aquatic, een van de ijle ambientstukjes uit ‘Flesh And Machine’. Wie ambient verwachtte, kreeg dat ook, al zou Lanois al vrij snel overstappen naar eerder werk. Zo vormde The Maker, waarin de band stevig tekeer ging en het experiment niet schuwde, meteen al een prachtig hoogtepunt.

Lanois vertelde dat hij zich erg welkom voelde hier in de bijzondere omgeving van het Rivierenhof. Hij bedankte ook Eriksson Delcroix, van wiens optreden hij erg genoten had.

Tijd voor een “chanson d’amour”. Een bijzonder sfeervol I Love You was wederom een uitgelezen hoogtepunt. De bijzonder hechte samenwerking tussen het trio Crane, Wilson en Lanois was zowel een visueel als auditief genot. Nog maar een paar nummers ver in de set, en meteen werd al duidelijk dat dit trio op een werkelijk onaards niveau musiceerde. Publiekslieveling Ma Jolie Louise - een héél ander soort “chanson d’amour” - werd zo een tussen pop en dub twijfelend werkmanslied.

Lanois liet weten dat hij belgische voorouders had, waarna hij zijn uitstekende medemuzikanten introduceerde. Tegen dan zag de lucht er wat donker en grauw uit of zoals de meester het verwoordde: “Nice and somber”.  Dat bleek bij uitstek het ideale kader voor een sfeervol Under The Stormy Sky. Met Here Is What Is, het titelnummer uit het gelijknamige album, sloot hij dan weer weer aan bij de traditie van intieme, dromerige pedalsteelnummers. Ondanks het instrumentale karakter zat er bijzonder veel emotie in vervat. Iets later was er dan weer een behoorlijk woeste versie van ‘Fire’ (uit ‘Shine’) te horen.

Regelmatig kwam hij op de ambient van ‘Flesh And Machine’ terug, maar er kwam ook zeer recent materiaal aan te pas, zoals het in opdracht voor de herdenking van WO I geschreven Memorial Symphony. Ideaal voor wie zijn recente performance in de Westhoek in het kader van 'Gone West' gemist had.

Dan haalde het trio nog eens alles uit de kast met een meer experimentele versie van Ring The Alarm, waarmee het trio de banden met Black Dub aanhaalde; een zoveelste hoogtepunt, al dient gezegd dat de vocals helaas iets minder goed uit de verf kwamen.

De futuristische, psychedelische ambient van Burning Spear was gewoonweg meesterlijk en in Sioux Lookout liet Lanois een eenentwintigste-eeuws, postmodern geluid horen, waarmee hij bewees nog steeds op zoek te gaan naar nieuwe uitgangspunten. Afsluiten deed hij met enkele classics: een intiem en vertederend Still Water gevolgd door een uitstekend The Messenger.

Wie dit jaar nog een sterker concert wil neerzetten, gaat behoorlijk zijn best moeten doen.

21 juni 2015
Philippe De Cleen