OLT 2013: Rufus Wainwright - Universeel
Rivierenhof, Deurne, 7 juli 2013
Zij misschien? Of zij? Terwijl wij door het prachtige Rivierenhof fietsten, schoot de vraag bij het passeren van eender welk duo van hetzelfde geslacht door ons hoofd. Want Rufus Wainwright is – en dat zou ook tijdens het optreden blijken - uitgesproken homoseksueel. En dan vragen wij ons toch af of geliefden van hetzelfde geslacht zich meer dan hetero's tot deze muziek voelen aangetrokken. Al bleek die vraag achteraf ronduit overbodig. Want Rufus Wainwright was betoverend.
Ellen Schoenaerts, partner (en tekstschrijver van) Tom Pintens, kleindochter van Julien, nichtje van Matthias, maar vooral kleinkunstenares, met haar bijzonder specifieke stem en onder begeleiding van twee cellisten (waarvan één ook nog beatboxte), deed meteen heel wat koppen opkijken.
Met veelzeggende titels als Ik Doe Heel Erg mijn Best Om Mijn Leven Leuk Te Vinden of Hier Sterft De Mens hoefde je in elk geval geen Nederlandstalige Britney Spears te verwachten. En haar doordringende, bijna pijnlijke manier van voordragen deed de rest. Een opvallende en spannende aanloop naar wat komen moest.
Felicitaties met onze nieuwe koning, verhalen over Frankrijk dat uiteindelijk toch aan zijn voeten lag of over Jeff Buckley, aan wie hij aanvankelijk een hartsgrondige hekel had, maar die hij uiteindelijk toch graag had binnengedaan; het concert van Rufus Wainwright in het Openluchttheater stond bol van de anekdotes. Het leek wel alsof hij na elke, zwaar beladen song, even druk van de ketel moest laten aan de hand van een ludiek verhaal. Maar uiteraard was het de muziek waarvoor dit goed gevulde theater naar Deurne was afgezakt. En die muziek was groots, soms tegen de pijngrens aan.
Tijdens deze tournee doet Wainwright het in zijn eentje, zichzelf begeleidend op vleugelpiano of akoestische gitaar. En ook dan was die stem zo hemeltergend mooi, ook al zat er - ongetwijfeld door het lange touren - hier en daar een kraakje op. Maar door de schoonheid van de songs, de begeleiding van de vogels op de achtergrond en de gewoonweg magische avond viel dat amper op.
Dus was het genieten vanaf opener Grey Gardens over het (letterlijk) huppelende Out Of The Game, slikten we die krop in de keel weg tijdens het prachtige Jericho en hoorde je enkel de vogels op de achtergrond tijdens het beladen La Complainte De La Butte. Memphis Skyline, waarbij Wainwright als Orpheus zichzelf al ziet Jeff Buckley, zijn Euridice, ophalen uit de onderwereld, werd bijna logisch gevolgd door zijn eigen versie van Cohens Hallelujah. En dan moest het schitterende Sanssouci en het voortdurend van tempo wisselende Walking Song (van de tribute-plaat aan het werk van zijn moeder Kate McGarrigle) met die net lang genoeg aangehouden noot, nog komen.
Eigenlijk was het te veel voor één avond. Want in de bisronde schraapte Going To A Town, het nieuwe Frenchy en Foolish Love het laatste laagje lak van onze emoties weg. Om ons na extra bisnummer Poses met bloot liggende zenuwen huiswaarts te sturen.
Wie kan het dan nog schelen of de hoofden op de schouders van hun partner al dan niet toehoorden aan mensen van hetzelfde geslacht. Want dit was zo mooi, zo universeel ook, dat dergelijke onzin daarbij helemaal in het niet vervalt.