Okkervil River - Niemand onbewogen
Ancienne Belgique, Brussel, 8 november 2008
Steeds vaker wordt een voorprogramma achterwege gelaten, maar voor deze gelegenheid mag Dolorean opdraven. Hoewel de groep uit Portland, Oregon al drie albums op zijn repertoire heeft staan, is de doorbraak tot nog toe uitgebleven. Het concert van vanavond zal daar in elk geval niet veel verandering in brengen. De vier heren ogen vermoeid – het is het laatste optreden van de tournee - en zanger Al James lijkt met moeite zijn lippen van elkaar te krijgen. Nu laat hun alt-country light, opgebouwd rond piano en schaarse gitaar, dat misschien wel toe, maar zeker tijdens de eerste vier nummers kan je met moeite een geeuw onderdrukken. Pas wanneer het tempo iets meer de hoogte ingaat (bij Violence In The Snowy Fields) schrikt het publiek wakker en moet je toegeven dat er toch wel wat pit zit in deze groep. Alleen jammer dat het vruchtvlees rond die pit behoorlijk mager uitvalt. Bovendien zinkt de aandacht samen met het tempo nog regelmatig weg in een moeras van gezapigheid. Des te meer wordt uitgekeken naar de hoofdact. Het contrast met de heren uit Austin, Texas is levensgroot. Will Sheff en zijn kompanen lijken de energie van de toeschouwers wel op te slorpen en terug over hen uit te storten. Het zijn vooral drummer Travis Nelsen en zanger/gitarist Will Sheff die de locomotief vormen van de HST die Okkervil River vanavond is. Nelsen teistert zijn kit als een woesteling en Will Sheff speelt in zijn enthousiasme zelfs een paar keer zijn plectrum kwijt, waarnaar hij dan zonder het nummer ook maar enigszins te onderbreken, onverwijld en desnoods op zijn knieën er naar op zoek gaat. Nooit laat hij zich uit zijn lood slaan. Er wordt voor deze set uiteraard vooral uit het nieuwe album ‘The Stage Names’ geput. Met het onovertroffen Plus Ones (haal die verwijzingen naar andere popsongs er maar uit, popquizfanaten) wordt de dans ingezet. De teksten van Okkervil River zijn dan ook het vlaggenschip van een vloot aan capaciteiten. Muzikaal wordt Sheff, die zelf zijn akoestische gitaar afbeult, ondersteund door een ijzersterke groep, die duidelijk op elkaar zijn ingespeeld. Daarbij neemt de organist er ook de nodige percussie en hoorn bij, hanteert de gitarist ook de lapsteel en de mandoline en speelt de pianist even vrolijk akkordeon, wat uitmondt in een rijk gevuld geluid. Naast werk uit ‘The Stage Names’, met een emotioneel A Girl in Port als hoogtepunt, komt ook ouder werk aan bod. Wij hoorden onder andere een gedreven The President’s Dead en een intens Westfall. Maar echt verbaasd werden we pas door de bisnummers. Het doorweekte hemd van Sheff is inmiddels vervangen door een t-shirt van Jacques Brel en A Stone, dat enkel met akoestische gitaar en lapsteel wordt gespeeld, gaat door merg en been. Er wordt voorwaar zelfs een cover – met Engelse tekst weliswaar - van Gainsbourgs Je Suis Venu Te Dire Que Je M’en Vais gespeeld en de band brengt het alsof het hen op het lijf staat geschreven. Helemaal niet verwonderlijk bij nader inzien, want zowel Gainsbourg als Sheff zijn meesters met de taal.
