OK Go - Boeiend behang
Ancienne Belgique, Brussel, 8 november 2008
Allemaal overbodige vragen bij nader inzien. De overgrote massa is namelijk Franstalig en komt voor dat andere uitverkochte concert, dat van Sniper, een – zo blijkt na enig opzoekwerk – Franse rapsensatie. De taalgrens loopt vanavond dus ook door de Ancienne Belgique, want het lijkt erop dat in de Club voornamelijk Nederlands wordt gesproken.

Maar genoeg gezeverd, ter zake. OK Go geeft namelijk zijn eerste Belgische optreden. De roadies, allen getooid in oranje overalls, maken al duidelijk dat er iets speciaals gaat gebeuren. Of daar wordt tenminste naar gestreefd. Net voor de groep het podium opkomt, wordt al gestart met het projecteren van alle mogelijke soorten behangmotieven op het grote scherm. En uiteraard is ook de groep op dezelfde manier uitgedost: hemden met kasjmier-tekeningen, das en de onvermijdelijke broches. Dat de groep zin heeft voor overdrijving blijkt trouwens ook uit hun CD-hoezen met diezelfde behangmotieven, bloemetjes en aanverwante.
De show oogt misschien niet al te origineel. De cameraatjes op de microfoon, het verdelen van tamboerijnen onder het publiek. Flaming Lips deden het allemaal al. Maar dat neemt niet weg dat voor wie dit soort spektakel nieuw is en zelfs voor hen die met een déjà-vu-gevoel zitten, de show snedig in mekaar zit. Persoonlijk zijn we niet even verzot op al hun songs, maar die nummers die wel werken, zetten de boel gegarandeerd op stelten.
The House Wins fungeert als opener. Tot verwondering van sommigen is het niet bassist Tim Nordwind die de vocalen voor zijn rekening neemt (zoals de videoclips laten uitschijnen), maar wel gitarist Damian Kulash. En hij doet dat met animo, ondersteund door prima gitaarspel van meest recente lid Andy Ross en een ritmesectie die uitstekend haar werk doet.
De betere nummers van hun twee albums zoals A Good Idea At The Time en publiekslieveling Get Over It kunnen ons best overtuigen. Dat geldt trouwens ook voor Oh Lately It’s So Quiet en Invincible. Bovendien kiezen ze met Don’t Bring Me Down, een vergeten nummer van vergeten band Electric Light Orchestra (ELO voor de vrienden), een cover die ze zich helemaal eigen maken.
En visueel is er ook van alles te beleven. Zonder drummer maar met twee akoestische gitaren en xylofoon spelen ze bijvoorbeeld een tweetal nummers midden tussen het publiek, dat graag even gaat zitten om ook voor de buitenste rijen het zicht vrij te maken. A Million Ways komt op die manier zelfs aandoenlijk en beter dan op plaat over. En na de bisnummers (met een lekker rockend Do What You Want) maken ze zelfs nog even tijd om de videoclip van A Million Ways nog even live te demonstreren tegen de geprojecteerde achtertuin van Kulash. En zo hebben ze nog enkele verrassingen voor het publiek in petto.
Voor zover de aanwezigen nog niet gewonnen waren voor de muziek van OK Go, werd vanavond een serieuze stap in de richting van eeuwige fanbinding gedaan.. De leeftijd van de aanwezigen mag dan vrij laag geweest zijn, ook voor oudere muziekliefhebbers viel hier zeker wat te rapen.