OFF Festival 2011 - Veteranendag
Park Lesny, Katowice, Polen, 7 augustus 2011
Wij togen naar Katowice in Polen, waar sinds enige tijd een van de leukste muziekfestijnen voor lage budgetten wordt georganiseerd. Welkom op het OFF-festival, waar metalshirts geen taboe zijn, helikopters over het hoofdpodium cirkelen, en eco de norm is.

Sinds 2007 is het festival in omvang tamelijk snel toegenomen en ook dit jaar is de organisatie er weer in geslaagd een zeer interessante affiche samen te stellen; veteranen en jonge beloftes uit het (Amerikaanse) indiecircuit, aangevuld met veelal uitstekende bands uit de Poolse alternatieve scene worden over twee tenten en twee openluchtpodia verspreid.
Tel daarbij op dat het festival gesitueerd is op een idyllische plek in de heuvels, er welgeteld één frietkraam te bespeuren is, maar tienmaal zo veel gemoedelijke zithoekjes, en een flinke pint je niet meer kost dan zes kwartjes - thuisblijven is duurder! Begrijpelijk dus dat wij dit festival van harte aanbevelen aan iedereen die massale evenementen, die popfestivals anno 2011 nu eenmaal plegen te zijn, liever links laten liggen.
Vrijdagmiddag nestelden wij ons eerst in een van de tenten om Karbido te zien optreden, een interessante lokale act. Dit ietwat avantgardistische collectief uit Wroclau stelde haar nieuwste project voor, waarbij een grote houten tafel dienst deed als het enige instrument.
Vier grijze mannen, waarvan twee met hun rug naar het publiek, hadden eraan plaatsgenomen. Met handen, voeten, ellebogen, een occasioneel geldstuk of drumstok (en bij tijd en wijle door toevoeging van elektronische effecten) vormden zij ritmische tapijten, waarbij een zekere mate van theatraliteit niet werd geschuwd.
Op papier klonk het allemaal prachtig, maar in alle eerlijkheid moet gezegd worden dat na een kwartier een en ander op elkaar begon te lijken. Bovendien raakten de mannen, hoe geconcentreerd ze ook leken, af en toe het spoor behoorlijk bijster. Een teken dat een simpel idee als dit rondetafelgesprek in de praktijk meer vergt dan alleen een nobele intentie.
Warpaint stelde daarentegen geenszins teleur. De vierkoppige band uit Los Angeles bewezen de tot nu toe lovende kritieken waard te zijn. Eens te meer omdat hun aangenaam psychedelische rock live veel beter uit de verf komt dan op plaat, waar de dames naar ons idee nog wat te bescheiden klinken.
Met name de veelzijdige drummer, die de songs steeds weer van precies de juiste vibe wist te voorzien, trok de aandacht naar zich toe. Hoogtepunt was het funky Bees: een melodieuze baspartij omgeven door breed uitwaaierende gitaren. Toen duidelijk werd dat de drummer Poolse roots had, was het feest compleet. Alleraardigste binnenkomer!
Tegen negen uur was het aan Gangpol & Mit om de mensen een dansje te laten wagen. De twee Fransen, elk aan weerszijde van het podium en met een batterij aan apparatuur voor zich, waren daarvoor niet echt de meest geschikte groep. Hun spastische, glitchy, maar af en toe ook nogal lompe elektropop was veel te kinderachtig en melig. We konden ons niet aan de gedachte onttrekken dat dit al zo vaak veel beter was gedaan, bijvoorbeeld door bands als Zea, About, of Max Tundra.
De tenenkrommende visuals (onder meer dieren en indianen die rauwe seks met elkaar hadden) werkten niet mee. Sterker nog, ze verraadden dat het duo nauwelijks iets live speelde. De animaties liepen steeds tot op de seconde gelijk met wat er uit de speakers schalde.
Dat zou niet eens erg zijn geweest, mochten de nummers dan toch tenminste beklijven en indien er enige spanningsopbouw in de setlist zou zijn aangebracht. Niets bleek minder waar, het denderde maar voort, en na het zoveelste lollig bedoelde niemendalletje besloten we ons heil ergens anders te zoeken.
We pakten enkele nummers van Jon Spencer en zijn Blues Explosion mee. Die oude rot in het vak heeft rock-n'-roll in zijn bloed zitten en lijkt ons simpelweg verplichte kost voor elke band die nog maar net in de garage komt kijken. Veel woorden hoeven we daar verder dus ook niet aan te besteden.
Mogwai was de absolute headliner van de avond. Enkele minuten na middernacht, klommen de Schotten het podium op en liet ons na ruim een uur niet minder dan euforisch achter.
Dat kwam toch enigszins als een verrassing. De Schotten hebben dan wel een lange staat van dienst en een gerenommeerde live-reputatie. Toch was het opmerkelijk hoe liefdevol de nummers van hun meest recente platen door het publiek onthaald werden, in het bijzonder het tedere en wat meer op toetsen leunende ´Hardcore Will Never Die But You Will´.
De band, in het eerste kwartier aangevuld met een extra violist, opende met White Noise en sloot af met Mexican Grand Prix. Onderwijl kwamen ook nog het beukende San Pedro en de viervoudig gedubbelde monsterriff van Rano Pano voorbij. Voor de bulldozer Mogwai Fear Satan was plaats ingeruimd, maar het deed deugd om te horen dat deze veteranen niet per se hoeven te teren op klassiekers om een goede show te spelen.
Onze enige aanmerking op het optreden was dat Death Rays, waarschijnlijk het beste nummer van hun laatste album, ditmaal achterwege gelaten werd. Aan de andere kant valt het te prijzen dat de band rouleert in haar archief, dat steeds maar weer van verbazingwekkend hoge kwaliteit blijkt te zijn, en zodoende nooit dezelfde show speelt. In dat opzicht bevinden ze zich toch echt op eenzame hoogte ten opzichte van hun genregenoten.
De eerste festivaldag werd afgesloten met het nachtconcert van slowcoreband Low, dat zij opdroegen aan de vorig jaar overleden Andy Kotowicz, naaste medewerker bij Subpop. Het echtpaar Sparhawk is in de loop der jaren alleen maar betere (lees: minder loodzware) platen gaan maken dan ze al deden. Hun laatste, ´C´mon´, was dan ook goed vertegenwoordigd, maar de setlist van vanavond bestond voor het grootste deel uit nummers van ´The Great Destroyer´ uit 2005.
Onder meer het poëtische Silver Rider en het onheilspellende, heftige Pissing kwamen voorbij. Kennelijk was dat niet genoeg naar de zin van een flink aantal zogenaamd trouwe fans, die tussen de nummers door steeds hinderlijk om Sunflower schreeuwden.
Geduld is een schone zaak, maar toen het nummer eenmaal gespeeld was hielden de verzoekjes niet op. De welgemikte opmerking van Sparhawk, die bekend staat om zowel zijn hartstocht als zijn nietsontziende ironie, was naar ons idee dan ook buitengewoon grappig: ´This song is called Violent Past. This song is for you! Thank you for your occupation.´ De song, handelend over de twijfelachtige politieke constructie van een collectieve Amerikaanse identiteit, werd gevolgd door het grootse Murderer.
Toen bleek de tijd ineens om en werd iedereen tevreden in slaap gewiegd.