Of Monsters And Men - De draaglijke lichtheid van het bestaan
Ancienne Belgique, Brussel, 11 maart 2013
Naar een concert vertrekken met de juiste verwachtingen maakt al de helft van het plezier. Zo trek je niet naar Goose voor de diepzinnige teksten en ben je nog nooit naar Queens Of The Stone Age gaan kijken voor de subtiliteit. Vanavond trokken we naar de Ancienne Belgique voor Of Monsters And Men en verwachtten we niets meer dan een uurtje ongebreideld entertainment.
Onze Ijslandse vrienden hadden zelf een Ijslandse vriend meegebracht. Mugison begon zijn optreden met de verontschuldiging dat de eerste twee songs experimenteel zouden zijn (“Some of you might like some of it”), maar dat hij daarna naar de akoestische gitaar zou grijpen om het publiek verder op te warmen. In die eerste twee songs waren de invloeden van die andere Ijslandse, Björk, duidelijk merkbaar.
In de overige songs werd Mugison een soort Admiral Freebee, een vergelijking die vlug gemaakt is vanwege de stemkleur en de humor in de teksten. Wat Admiral Freebee wel heeft en Mugison nog leek te missen zijn goede nummers. Hij had het publiek zeker mee, maar toen hij in zijn laatste nummer begon te grunten konden we een lachbui niet langer onderdrukken en was het duidelijk: Mugison is in de eerste plaats een muzikale nar.
Daarna was het tijd voor Of Monsters And Men, een band die een dik jaar geleden plots een Monsterhit - hebt u ‘m? - scoorde met Little Talks, een oorwurm die niet van de radio weg te branden was. Sindsdien hebben ze nog drie (!) singles uitgebracht (Dirty Pawns, Mountain Sound en King And Lionheart), die vakkundig werden genegeerd door iedereen die ertoe doet in radioland. Waarom is ons een raadsel, want die drie nummers zijn minstens even hitgevoelig en radiovriendelijk als Little Talks. We vragen ons dan ook af of deze groep nog een lang leven beschoren is.
Maar het zal hen worst wezen. Ze hadden die AB toch maar mooi uitverkocht en kregen een warm onthaal van het publiek. Vanaf opener Dirty Pawns werd al duidelijk dat het leuk zou worden. Wat we vervolgens kregen was een uur en tien minuten vrolijkheid verpakt in vakkundig gemaakte popsongs. Tijdens het tweede nummer From Finner werd er al in de handen geklapt en met de armen gezwaaid, taferelen zoals je die ongetwijfeld ook op het Schlagerfestival ziet. En we lieten het ons allemaal welgevallen.
Binnen het kader van vrolijke popsongs zat er toch nog genoeg variatie om niet te vervelen. De energie van het publiek hielp daarbij ongetwijfeld, want op plaat zijn we Of Monsters And Men na zo'n vier à vijf nummers beu. Voor die variatie zorgden zorgvuldig gelaagde songs en ook enkele songs waarin het tempo wat lager mocht zoals Slow And Steady, Love Love Love en Sloom.
De verrassing van de avond was een cover van Yeah Yeah Yeahs. De keuze was op Skeletons gevallen, een nummer uit de elektronische plaat ‘It’s Blitz!’ uit 2009. De lauwe reactie die uit de zaal kwam toen Nanna de cover aankondigde toonde vooral aan dat het publiek niet zo vertrouwd was met het werk van Karen O & co.
Of Monsters And Men leverden vooral waarvoor iedereen gekomen was: ambiance. Uiteraard ging tijdens Little Talks het dak eraf, maar ook in menig ander nummer werden zowel de vele lalala’s als de echte teksten duchtig meegezongen. Toen we tijdens Mountain Sound even om ons heen keken, zagen we letterlijk iedereen in de handen klappen en dansen met een glimlach om de lippen.
Waarom vonden we dit zo goed? Omdat het Of Monsters And Men allemaal zo makkelijk afging. Ze leken wel vrolijk geboren. Het kwam allemaal zo spontaan. En dat is het verschil met pakweg Coldplay, die carrière hebben gemaakt met melancholische songs en nu krampachtig vrolijk proberen te doen met behulp van berekend aanvoelende, middelmatige songs.
Of Monsters And Men brachten een uurtje verstrooiing en pretentieloos amusement. Heel even vergaten we het gure weer en de slechte wereld waarin azijnpissers en cynici de overhand hebben, oorlogen worden uitgevochten en een stevige economische crisis mensen de put in duwt. Een uur lang was er alleen maar lichtheid in ons bestaan. En dat was een verademing.