Noordkaap - Een heerlijke ovenschotel
Ancienne Belgique, 26 maart 2022
“Ticket gekocht, de deur zwaait open”, is de eerste zin van Dat Het Gauw Winter Wordt. Door coronaperikelen duurde het tot de derde van de drie zaterdagen voor wij er ook eens een keertje bij waren. Maar goed, we zijn in goed gezelschap: ook Noordkaap heeft een tweetal jaar moeten wachten op concerten, waardoor de mooie getalletjes – weer bij elkaar dertig jaar na de overwinning in Humo’s Rock Rally en twintig jaar na de laatste concerten in de AB – minder mooie getalletjes werden. Maar uiteindelijk is het dan toch gebeurd: Noordkaap is terug en wij hopen stiekem dat dat nog even duurt.
Deze derde zaterdag was natuurlijk ook de dag dat het nieuws bekend raakte dat Taylor Hawkins van Foo Fighters overleden was op amper vijftigjarige leeftijd. Stijn Meuris had eerder die dag al op Facebook gepost dat hij echt aangedaan was door het nieuws en dat “de krachtmachine van Foo Fighters” overleden was. We hadden dus wel iets verwacht, een eerbetoon in een bindtekst of een referentie. Maar wat er gebeurde was veel mooier: voor de start van het optreden van Noordkaap schalde op concertvolume My Hero door de boksen."There goes my hero / watch him as he goes", weerklonk prompt uit tweeduizend keelgaten. Noordkaap kwam op en begon aan de eigen set. Meer woorden waren niet nodig. Een held was geëerd op de meest gepaste manier: met muziek.
Noordkaap presenteert zich voor deze reünietournee in de originele bezetting: Stijn Meuris zoals altijd op zang, Eric Sterckx op bas, Nico Van Calster op drums, Wim De Wilde aan de toetsen en de grote Lars Van Bambost op gitaar. Het lijkt evident om een reünie in deze vorm te laten plaatsvinden, maar dat was het geenszins: Nico Van Calster had sinds Noordkaap niet meer op een podium gestaan, Wim De Wilde hield niet van het op een podium staan en was daardoor destijds met Noordkaap gestopt en Lars Van Bambost was door hardnekkige tinnitus zelfs helemaal gestopt met muziek.
Maar kijk, met doorzettingsvermogen en een stevige dosis geduld komt men ergens en dus waren er de drie uitverkochte concerten, een gebeurtenis die Kurt Overbergh – de man die met het idee was gaan aankloppen bij Stijn Meuris - later op de avond onomwonden “Belpopgeschiedenis” zou noemen. We zijn het ermee mee eens, maar we hopen vooral dat deze reünie niet het begin van het einde was van deze nostalgietrip (er staan verderop nog enkele festivals en een enkele clubshow gepland), maar vooral het begin van iets nieuws. Want hoewel de meest recente song op de setlist dik twintig jaar oud was, was dat er niet aan te horen.
De opener was Het Komt Voor In De Beste Families, één van onze favoriete nummers van Noordkaap, maar eerder een sleper dan een knaller. Toch liet Stijn Meuris er meteen geen twijfel over bestaan: zelfs een sleper zou hij doen ontploffen. Hij testte meteen de flexibiliteit van het microfoonstatief en de oplettendheid van de roadie, die moest zorgen dat hij niet verstrikt raakte in de draden. Hij gooide de tamboerijn al een eerste keer hoog in de lucht in en ving ze overigens ook weer netjes op. Daarna volgde Panamarenko, een song die een stuk dreigender was van klankkleur en waar vooral de baslijnen van Eric Sterckx opvielen. Tegen het einde van dat nummer had Meuris al op de monitors gestaan, die vooraan op het podium stonden, en had hij Van Calster opgezocht op het drumeiland.
Stijn Meuris was nog altijd de fijne frontman die tijdens de instrumentale passages vreemde ongecontroleerde danspasjes bovenhaalde. 'So You Think You Can Dance' zal hij er niet mee winnen, maar de bevrijding die eruit sprak was wel prachtig om te zien. Tijdens de outro van Verloren Dag kon Noordkaap een eerste keer voluit laten horen dat deze groep echt wel meer is dan het som der delen. Het podium, dat werd gehuld in donkerblauw licht, droeg bij tot een duister sfeertje. Ook tijdens Verloren Dag zagen we niet meer dan gestalten in het donker spelen. Stijn Meuris trok zich tijdens dat nummer zelfs helemaal terug tot achter het drumeiland.
Toch was het Lars Van Bambost die het meeste indruk maakte: in het schitterende Bedland bijvoorbeeld, met die gitaarsound van hem, die zowel scherp als harmonisch klinkt, die solo’s waar je je aan kan prikken, maar ook tegen aan kan drukken voor een dosis warmte. Als de leden van Noordkaap samen een heerlijke ovenschotel zijn, dan is Lars Van Bambost de saus die de verschillende laagjes bovenop elkaar de finishing touch bezorgt.
Noordkaap klonk als een jukebox zonder dat oneerbiedig te bedoelen: er waren gewoon heel veel hitsingles. Dat wilde meteen zeggen dat Meuris ook het publiek aan het werk kon zetten. En dat treft, want er waren heel wat grijsaards in de zaal. Fans van weleer die elke tekst van voren naar achter kenden en dat ook graag wilden laten horen. Arme Joe en Gigant werden dus luidkeels meegebruld en Van God Los, het enige nummer van Monza in de setlist, leende zich makkelijk tot een “oehoehoehoe”-meezingmoment. Zoals Meuris het zei: het zijn de trucs van de foor, maar het is wel een “schone” foor.
De nummers, die het meeste pijn deden, zaten verzameld achteraan de set. In het lange De Belofte Jong Te Sterven zong Meuris over piekeren en slapeloosheid, een thema dat trouwens ook aan bod kwam in Het Zou Niet Mogen Zijn. Druk In Leuven wordt graag meegezongen, maar gaat in de kern over eenzaamheid (ook een thema dat vaker terugkomt in de teksten van Meuris) en Een Heel Klein Beetje Oorlog is geen oorlogspropaganda, maar een nummer over hartverscheurende pijn.
Geen zorgen: er werd afgesloten met Ik Hou Van U. Deze nostalgietrip werd aldus afgesloten met een walsje en tweeduizend mensen die net hun helden aan het werk hadden gezien, liepen blij neuriënd de AB uit. Noordkaap heeft met deze concerten de heldenstatus bevestigd en zelfs nog versterkt. Het zou jammer zijn om dit verhaal nu al te laten eindigen.