Noisettes - Wild, jong en hartelijk
Botanique, Brussel, 7 oktober 2009
Zou Noisettes zo'n band zijn die enkel goed is op cd? We vroegen het ons af op weg naar de Botanique. De twee vorige Belgische ontmoetingen waren voor frontzangeres Shingai Shoniwa en co immers niet meteen de meest geslaagde. In 2007 speelden ze op Pukkelpop, maar toen waren ze voor veel mensen nog onbekend en dus ook onbemind. En eerder dit jaar, op Polsslag, konden ze niet echt bevestigen. De schrik zat er dus wel een beetje in. Onterecht, zo bleek echter. Want hun derde komst was alles wat de titel van hun tweede cd voorspelt: wild, jong en hartelijk.

Wild, dat is meteen het interessantste woord van de hele avond. Het hele Botaniquepubliek zou met aanhoudend geknik antwoorden op de vraag of het een groot feest was. Dat zat dus snor. Maar was het wel onstuimig genoeg? Voor de fans die hun tweede album het best kenden wel. Snelle soulliedjes à la 24 Hours werden professioneel afgewisseld met intieme momenten zoals tijdens Every Now and Then.
Maar mensen die hun rock-'n-rollplaat 'What's The Time Mister Wolf' beter kenden, verkozen het misschien toch wat driftiger. Want om het contrast van de twee cd's wat te compenseren, werden ook hun vroegere hits zoals Scratch Your Name en Don't Give Up in een souljasje gestoken. Jammer, want ze hadden beter hun gescheurde jeansvest aangehouden.
Jong, want de gemiddelde leeftijd van het publiek, een heuse potpourri van alternatieve mensen tot luidruchtige boerenzonen, bedroeg zo'n drieëntwintig jaar. Toch merkte Shingai prompt een groepje kinderen op. "Aww, you guys are the cutest", zei ze, waarop ze een overdonderende versie van Atticus opdroeg aan alle schattige mensen in de zaal. We zijn daar eerlijk in: we voelden ons aangesproken.
En ja, ook hartelijk. Het werd immers snel duidelijk dat de zwarte zangeres de volledige groep draagt: zonder Shingai is er geen Noisettes. Haar typische stemgeluid kwam live trouwens nog beter aan, ze dartelde theatraal rond en het leek alsof ze iedere toeschouwer apart in de ogen keek. Van een barrière met het publiek was geen sprake. Meer nog, tijdens het bisnummer Children of the Revolution, een cover van T-Rex, kwam ze gewoon tussen het publiek zingen.
De eerste keer in Brussel was een groot succes voor de band. De paar kleine schoonheidsfoutjes konden niet verhinderen dat jong en oud, alternatief en agrarisch, soul - en rockliefhebbers zich dik geamuseerd hebben. En vooral de mannen die stiekem onder Shingais korte rokje konden gluren, zullen volgende keer zeker weer op de eerste rij staan.