Nick Cave - De allergrootste

Koninklijk Circus, Brussel, 10 mei 2015

Om even een stoffige metafoor uit de schuif te halen: tijdens het ancien régime mocht je alleen je beroep uitoefenen als je lid was van een gilde. Als je lid wilde worden moest je in de leer bij een gildemeester, waarbij je de basis van het vak leerde. Als die tevreden was over je werk, kon hij je benoemen tot gezel, waardoor je betaald werd voor je werk bij de meester. En pas daarna kon je een meesterproef afleggen waarna je, mits slagen, lid mocht worden van het gilde. In zijn vakgebied is Nick Cave de allergrootste meester der meesters.

Nick Cave - De allergrootste



Wat de reden voor deze tour was, was niet geheel duidelijk, want die schitterende plaat ‘Push The Sky Away’ promoten had Cave al gedaan met een subliem concert in de Antwerpse Lotto Arena in 2013. Hij had vermoedelijk gewoon zin om te spelen. En we zijn hem daar dankbaar voor. Dus had hij daarom een aantal van de mooiste theaters van Europa uitgezocht, waaronder ook de Cirque Royal. Klein (voor Cave zijn doen), intiem en gezellig dus.

De concerten werden aangekondigd als soloconcerten, maar met Warren Ellis (die doorheen de avond gitaar, viool, dwarsfluit en accordeon bespeelde), Martyn Casey (basgitaar), Thomas Wydler (drums) en Barry Adamson (keyboards en vibrafoon) had hij toch weer vier van zijn zes Bad Seeds bij zich. Het zijn topmuzikanten, dat kan je niet genoeg herhalen. Het geluid was glashelder, elk detail perfect hoorbaar. Dat is ook nodig als je opent met Water’s Edge, een nummer dat rammelt, dat alleen maar dreigt, nooit uitbarst en uitblinkt in muzikale subtiliteit. Van ‘Push The Sky Away’, inderdaad ja.  

Er was iets vreemds aan de hand gisteren in de Cirque Royal: Cave was vrolijk. Echt vrolijk. Hij was nog niet aan het concert begonnen of hij was al handjes aan het schudden met fans op de eerste rij. Iets dat hij het hele concert lang zou blijven doen. Maar hij maakte ook mopjes. Gaf zoentjes aan fans. Een fan die een selfiestick bij zich had, werd eerst uitgelachen door Cave en kreeg vervolgens een zoen, uit medelijden. En tijdens Brompton Oratory slowde hij zelfs met iemand uit het publiek op het podium, waarna hij na afloop zelf droog prevelde: “Well, that was a first.” Zeiden we al dat er iets vreemds aan de hand was met Nick Cave?

Cave bleef trouwens zijn publiek opzoeken. In Higgs Boson Blues knielde hij op de rand van het podium en liet hij zich betasten door fans die vlak voor het podium hadden postgevat terwijl hij “Can you feel my heartbeat?” fluisterde. Het had iets sensueels, bijna seksueel. Cave zocht vaak de hoeken van zijn podium op en tijdens afsluiter Push The Sky Away stond hij in spreidstand op de zetels in het midden van de zaal. Het paste perfect bij de milde anarchie die twee uur lang over de zaal had geheerst waarbij opvallend veel mensen niet meer op hun stoel zaten. Enkelen zaten in het midden van het gangpad bewonderend te kijken in kleermakerszit. Anderen stonden te dansen voor het podium of voor de trappen. Nog een ander hing over de trapleuning als was het een toog in een café. En wie wilde, bleef natuurlijk gewoon zitten.

Eén ding hadden ze allemaal gemeen: als Nick Cave aan zijn mooie, zwarte vleugelpiano ging zitten en één van zijn prachtige ballades inzette, werd het stil. Muisstil. Tijdens The Weeping Song brandde er maar één spot op het podium en tijdens The Ship Song kon je zelfs letterlijk een speld horen vallen. Love Letter en Into My Arms vormden het mooiste jankmoment in duo van de avond. In Black Hair ondersteunde Warren Ellis op accordeon en tijdens de bissers God Is In The House, And No More Shall We Part en We No Who U R nam hij dan weer de dwarsfluit in aanslag.

Dat de zaal klein, mooi en gezellig was en Cave in kleine bezetting speelde, wilde niet zeggen dat er niet af en toe van jetje mocht worden gegeven. Onvoorstelbaar hoe Cave en de zijnen in Red Right Hand plots heel veel lawaai kunnen maken en het weer even plots kunnen doen ophouden. Ook From Her To Eternity werd luid, doordacht en tegelijkertijd minutieus gespeeld.

Na het concert hoorden we iemand achter ons zeggen “In zijn genre is Nick Cave de absolute top”. Absolute onzin, want wat is dat, het genre waarin Nick Cave zou thuishoren? Nick Cave is een genre op zich en – en dat is wel juist – hij staat nu al enkele jaren aan de absolute top van zijn carrière. Ook de occasionele valse noten zijn nergens meer te bespeuren. Hij is fysiek in betere vorm dan ooit tevoren en laat dat ook zien. Wat maakt dat hij zijn allerbeste concerten speelt. Zoals in het Koninklijk Circus!

10 mei 2015
Geert Verheyen