New Power Generation celebrating Prince - Monsterlijke show

CC Zwaneberg, 2 juli 2017

Luguber, zo zou je het kunnen noemen. Naar een groep gaan kijken waarvan de frontman er niet meer is, lijkt zoiets als met een Porsche rijden zonder stuur. Want wie wil nu The Wailers zonder Bob, The Bad Seeds zonder Nick of The Heartbreakers zonder Tom? Los daarvan ligt het plotse heengaan van Prince nog iets te vers in het geheugen om nu al op zijn graf te gaan dansen.

New Power Generation celebrating Prince - Monsterlijke show

En toch … Het is programmator Bert Embrechts gelukt om de New Power Generation als afsluiter van het seizoen in CC Zwaneberg te programmeren en een gaatje in het tourschema te vullen tussen Hyde Park en Zürich!! En dan te weten dat alle negen muzikanten leden uit de originele NPG-band zijn (samen met enkele tientallen anderen natuurlijk) en dat Zijne Purperen Hoogheid telkens topmuzikanten rond zich wist te scharen, dat prikkelde stevig!

Maar eerst wat anders. Want als opener mocht Stijn zich nog even tegoed doen aan zijn drumpads en toetsenmachine voor twee wilde funkjams. Leuk hoe hij netjes de zanglijnen digitaal opstapelde en tegelijkertijd wist te shaken en een one-man-show neerzette. Maar wanneer Bert Embrechts himself bijtrad – moet een organisator niets anders doen dan?  – en ook Pieter Embrechts en twee voortreffelijke tenorsaxofonisten een gelegenheidsgroepje vormden, kregen de kleine vijfhonderd aanwezigen toch een straf eerste exclusieve snoepje. Want de nonsense-cabaretstijl van Pieter, de beatgrooves van Stijn, de slappende bas van Bert en de vurige basstoten van Jeroen en Tom zorgden voor een eerste stukje sneaky, sluipende funk met fraaie uithalen.

En dan de feitelijke NPG. Aan black power geen gebrek (op jazztoetsenist Tommy Barbarella na dan). Zo’n bende muzikale grootheden in een klein zaaltje proppen in “Heist on the Mountain”, dat is vragen om wederzijdse bewondering. De fans die opdaagden (in auto’s met geelzwarte en zwartwitte nummerplaten zelfs!), waren dan ook grotendeels capabel om de teksten van a tot z mee te zingen en enkel maar meer soul fire te veroorzaken. En vuur was het, net hoe Prince het zou gewild hebben. Zijn muziek leeft voort, zoveel is duidelijk.

De setlist van een dertigtal nummers bestond uit het netjes achter elkaar plaatsen van handenvol hits, afwisselend gezongen door Andre Cymore en het nieuwe lovesymbol Kip Blackshire. Verder was er geen vrouwelijk geweld op podium a la Wendy & Lisa, Candy Dulfer of Sheila E. En het is misschien ook wat vreemd de woorden “Look up in the air, it’s your guitar” (Cream) te horen zonder Yellow Cloud of Symbol-gitaar. Maar dat zijn de kleine puntjes.

Daartegenover stond een monsterlijke show van twee uur met vele hoogtepunten. Som maar op: Sign O’ The Times, Hot Thing, Housequake (met dansend publiek en Stijn op het podium), Get Off, If I Was You Girlfriend, Raspberry Beret of een heerlijk intiem Little Red Corvette, aftoppend met feestmonsters als Let’s Go Crazy en 1999. En waarin Prince zelfs even present tekende als stemsample bij 7 of waarin de sfeerpiano van Tommy Barbarella voor kippenvel mocht zorgen in een erg zwoele versie van Nothing Compares 2 U.

Gooi daar een boel funkjams tussen waarin gitarist van het eerste uur Mike Scott stevig aan het soleren vloog of waarin krullenbol Sonny Thompson de basgitaar in stukken trachtte te trekken, en er was geen reden meer om niet mee te feesten. Grotendeels dan, want de allergrootste held was er natuurlijk niet bij, wat in bisnummer Purple Rain pijnlijk aan het licht kwam. Van sommige dingen moet je nu eenmaal afblijven.

4 juli 2017
Johan Giglot