Neve Festival - dag 2 - Diepe grooves en groeven

De Warande, Turnhout, 13 november 2012

Met Amber Docters van Leeuwen en Jose James programmeerde Neve op de tweede dag van zijn festival twee jonge wereldtoppers uit zijn eigen muzikale familie. Tussen het  clair-obscur van Van Leeuwen en de bezielde afterparty van James stelde Neve in wereldpremière zijn 'Sons Of The New World' voor. De avond trok diepe groeven in onze trommelvliezen. We voelden zelfs "vanalles openstaan". En Jef had ons nog zo gewaarschuwd.

Neve Festival - dag 2 - Diepe grooves en groeven



De ziel op reis naar het licht langs donkere en pijnlijke kwellingen. Dat was, zoals pianiste Taisiya Pushkar toelichtte, de rode draad van haar set met celliste Amber Docters van Leeuwen. Het duo maakte een tijdreis van zo'n honderd jaar met sonates van Alfred Schnittke (1934-1998) en Brahms (1833-1897) en voerde de stukken uit op het scherp van de snee. Klassiek met klauwen, zeg maar.

Van Leeuwen, echtgenote van Neves ex-bassist, hanteerde het hele gamma aan technieken om te spelen met intensiteit, van bijna onhoorbare pizzicato tot tergend trage en onheilspellende legato. Ze krulde snelle motieven rond de pianopartij en vice versa. Ze waagde zich aan slides en had een straffe vibrato in de vingers. Zo leidde ze ons eerst door de meanderende pieken en dalen van Schnittke en daarna door het meer rechtlijnige en sierlijke landschap van Brahms.

Vooral het werk van Schnittke sprak tot de verbeelding, ook al pleegde het nog steeds een aanslag op allerlei muzikale conventies. Onlogisch? Nee, want het was een spiegel voor onze hedendaagse, jachtige manier van leven. Zeer zeker een puike duoprestatie van Van Leeuwen en Pushkar.

Olie op het vuur

Meteen daarop was het de beurt aan de festivalcurator zelf en zijn ‘Sons Of The New World’. In geen tijd stroomde de Schouwburg van de Warande vol. Eerst met mensen, daarna met licht en geluid. Bij wijze van openingsspektakel werd de clip voor The Sacrifice getoond en het duurde niet lang voor Neves achtkoppige ensemble op kruissnelheid kwam en Neve hevig beenwiebelend stond te soleren.  

“De wereld is een dorp en wereldnieuws is altijd dichtbij. Maar er wordt te veel gefocust op het negatieve. De jonge generatie brengt hoop,” zo vatte hij het ethos van zijn nieuwe project samen. Daarop zette hij gepast A Sign Of Hope in, een euforische ensemblestuk waarin Jo Hermans (trompet) en Michael Campagna (sax) olie op het vuur goten met een stomende solosequentie.

Ook het Neve Trio – het kloppend hart van het octet – was in goede doen. Tijdens de live-uitvoering van The Sacrifice wisselden de drie bühnebrede glimlachen uit, terwijl de Warande op zijn grondvesten stond te daveren.  Drummer Teun Verbruggen werkte in al zijn enthousiasme zelfs een cimbaal tegen de vlakte. “Niet spontaan, wel gerepeteerd,” merkte Neve nadien laconiek op.

In zijn bindteksten pendelde hij tussen humor en bittere ernst, zoals bij de aankondiging van Zuurstof, dat hij schreef ter ere van de Pukkelpop-slachtoffers. Zijn hulde klonk groots. De schouwburg stopte even met ademen.

Myrddin De Cauter, die op de eerste festivaldag solo optrad, mocht zijn Kundalini voor de tweede keer ten berde brengen in een heel knap arrangement van Neve. Kundalini verwijst naar een Indiase therapie die al je chakra’s openzet. “Schrik dus niet als je na dit stuk vanalles voelt openstaan.”, kregen we mee van Neve. En toch waren we diep onder de indruk. Het ging om een allereerste voorstelling, maar de puzzelstukken vielen als vanzelf op hun plaats. Eind november en december trekt Neve met zijn project langs enkele Belgische zalen. Gloeiend aanbevolen!

Elektriciteit, chemie, voodoo

Op naar de Kuub waar Jose James, net als zijn makker enkele momenten eerder, een nieuw muzikaal hoofdstuk zou aansnijden. Op een uitzondering na liet de fluwelen bariton zijn eerste twee soloplaten links liggen om het publiek te laten proeven van zijn voor januari geplande 'No Beginning No End'.

Soul en deepfunk-grooves regeerden en James kwam als nooit tevoren over als een erg intuïtieve performer en zanger. Enkele maten ver in zijn nieuwe titelsong, brak hij het nummer af: “I’m not in that space right now. Let’s play Do You Feel.” Zijn band volgde in geen tijd.

Tijdens zijn stilaan legendarische, vocale improvisaties leek James wel een medium, een spreekbuis voor een of andere muze. Hij nam een tekstregel als vertrekpunt en bleef die dan eindeloos in stukken knippen en recycleren. Hij samplede als het ware zichzelf in real time. Zijn riff op de “I know I know I know”- passage uit Bill Withers’ Ain't No Sunshine was niet minder dan een transcendentale ervaring. Maar bracht hij een directere ballad, zoals Come To My Door, dan bleef dat evengoed aan je gehoor kleven.

James' band speelde nieuwe nummers als Sword + Gun en Trouble vlijmscherp. Takuya Kuroda speelde striemende trompetsolo's.  Met bassist Solomon Dorsey haalde James zijn eigen Stevie Wonder in huis. En drummer Richard Spaven is natuurlijk absolute wereldklasse.

Elektriciteit, chemie, voodoo. Kies zelf maar. Feit is dat James de Kuub kon doen twijfelen aan zijn eigen vorm. Om half één besloot hij de tweede dag van het festival aangrijpend met Little Bird. En we voelden nog steeds vanalles openstaan.

13 november 2012
Fabian Desmicht