Neil Young & Crazy Horse - Nog relevant

Vorst Nationaal (Brussel), 9 juni 2013

Het was ons opgevallen op ‘Psychedelic Pill’: Neil Young klinkt oud. Maar heeft hij dat dan altijd al niet gedaan? En zouden die vijfenzestigplussers op het podium van Vorst Nationaal zich naar hun leeftijd gaan gedragen?

Neil Young & Crazy Horse - Nog relevant



Met Los Lobos had de Canadees een voorprogramma op sleeptouw genomen, dat op zich al de moeite van de verplaatsing loonde. Ook deze jongens zijn al behoorlijk op leeftijd. En bij hen viel daar alvast weinig van te merken. Frontman David Hidalgo en de twee andere gitaristen (Louie Pérez en Cesar Rosas) strooiden schijnbaar achteloos priemende gitaarsolo’s in het rond, gingen onvervaard het duel met elkaar aan en schudden tussen de solo’s door ook nog eens uitstekende versies van Down On The Riverbed, Emily en Will The Wolf Survive uit hun mouwen. Jammer dat het publiek die weelde niet wist te appreciëren, want enkel tegen het podium leek er enig enthousiasme te bespeuren.

Voor het eerste Belgische optreden van Neil Young & Crazy Horse in België sinds lang was de man blijkbaar nog eens in zijn archief gedoken. Want de koffers rond de versterkers zouden best wel eens die uit de ‘Rust Never Sleeps’-tournee geweest kunnen zijn. Alleen waren de marsmannetjes, die toen de opstelling van het materieel verzorgden, hier vervangen door “werkmannen” en “wetenschappers”, die ostentatief met elkaar discussieerden.

Maar eens dat wat overbodige toneeltje achter de rug was, werd al meteen duidelijk dat de vier hun opdracht bijzonder ernstig namen. Enkele seconden ver in de show was Young al meteen zijn gitaar aan het tormenteren en stond het viertal op zijn traditionele zakdoek te jammen om zo een smetteloos Love And Only Love voor te schotelen.

Niet dat er niet gelachen mocht worden. Want de heren waren bijzonder ontspannen en amuseerden zich duidelijk. Bovendien lieten ze zich niet uit het lood slaan door de valse start van Ramada Inn en kon er zelfs een grapje af (“We’re fuckin’ up”), toen hetzelfde gebeurde met Surfer Joe And Moe The Sleaze, dat dan ook nog eens toevallig na het geciteerde nummer volgde.

Of die valse start mee aan de basis lag van het feit dat Ramada Inn even voor een (vooral te lang) dipje zorgde, laten wij in het midden. Het was uiteindelijk maar een fait divers in een concert dat tweeëneenhalf uur lang niet enkel onderhoudend, maar ook bijzonder boeiend was.

Dan denken we aan het tot een lang hoogtepunt omgebouwde Walk Like A Giant, met zijn flashbacks - muzikaal en op de schermen - naar Hey Hey My My, dat zelf later in een volledige versie de verwoestende afsluiter zou zijn. Ook de drie nummers die de grootmeester solo bracht - zij het dat Frank Sampedro Young, zelf aan de buffetpiano, op akoestische gitaar begeleidde bij Singer Without A Song – waren schitterend en toonden aan dat Young wel degelijk erg goed bij stem was.

En dan hadden we de meesterlijke riffs van Cinnamon Girl en Fuckin’ Up nog niet eens gekregen, moesten Mr. Soul en het hoger vermelde Hey Hey My My nog volgen.

Uiteindelijk voegde Crazy Horse nog twee bisnummers aan de dan al indrukwekkende set toe, waarbij de vreemde, maar uiteindelijk toch uitstekende keuze van Everybody Knows This Is Nowhere opviel, gezien de eerder ingetogen aard van de song. Het toonde eens te meer aan dat Neil Young zich door niemand de wet laat lezen.

Vooraf werden langs alle kanten bedenkingen geopperd bij dit optreden, maar daarvan was geen enkele sprake meer toen de zaal laaiend enthousiast tevergeefs smeekte om nog een verlengstuk. Neil Young & Crazy Horse is nog relevant.

9 juni 2013
Patrick Van Gestel